Home
Reizen van Jan en Carla
Zijderoute
Uzbekistan, Kirchistan,
China, Pakistan
augustus 1998
UZBEKISTAN
vrijdag 07-08
7.45 vertrek van huis. Met
Lufthansa naar Frankfurt en jawel: vertraging. Precies 24.00 uur plaatselijke
tijd landen we op het vliegveld van
Tasjkent.
Na langdurige visum- en douaneformaliteiten wachten buiten onze reisleidster
Marjolijn, samen met Losha de chauffeur van de bus en Rustan onze gids. Om 14.30
uur kruipen we eindelijk in bed.
zaterdag 08-08
Na het ontbijt vertrekken we met de bus
naar
Samarkand. Het landschap
is saai: erg vlak, vrijwel uitstuitend katoen op de velden. Onderweg eten we
onder de platanen tomatensla, lachman (een soort stevige maaltijdsoep) en meloen
met rond plat brood en in de namiddag arriveren we bij het hotel.
Rond etenstijd vertrekken we naar een
folkloristische voorstelling die plaatsvindt op de binnenplaats van de Shir Dor
medresse. We zitten/liggen op de traditionele bedbanken (een soort smal
tweepersoonsbed met een dun matrasje en daarop weer een klein tafeltje), waarop rozijnen, noten,
andere lekkernijen en thee staan. De voorstelling is komisch en spontaan en ook
zonder de taal machtig te zijn heel goed te volgen. Bijzonder sfeervol met het
blauwe tegelwerk van de medressa op de achtergrond.
Daarna
weer in de bus, want we zullen het avondeten bij een particulier thuis
gebruiken. Onderweg hier naar toe is een straat afgesloten met hangende tapijten
omdat daar een bruiloft wordt gevierd. Het eten is uitgebreid en smakelijk.
zondag 09-08
Na 3 kwartier vertraging (Rustan heeft de
vorige avond te veel gedronken) doen we een aantal bezienswaardigheden: de Gur
Emir, het mausoleum waar Timur ligt met een aantal familieleden. Daarna naar het
Registanplein met de 3 medresses: de Ulug Bek-medresse, de Shir Dor-medresse en
de Tilla Kari-medresse, waar ook een moskee is waarin veel bladgoud is verwerkt.
Vervolgens lopen we naar de
overblijfselen van de Bibi Khanyen moskee, gebouwd door Timur voor zijn Chinese
vrouw en naar de dodenstad Shah-i-Zinda, een complex van graven en mausolea,
prachtig versierd.
Dan is het tijd voor de lunch en
vervolgens naar het 15
e eeuwse observatorium van Ulug Bek,
sterrenkundige en zoon van Timur. Ten slotte naar de bazar, waar vooral het
grote aantal meloenen en de kleurig geklede vrouwen opvallen.
’s Avonds eten we weer in een ‘national
house’: bij particulieren. Het hele huis en de voltallige familie worden ons getoond.
Weer heerlijk gegeten.
maandag 10-08
Ook vandaag vertraging omdat Rustan niet
komt opdagen; dit keer wordt besloten dan maar zonder hem te vertrekken. We rijden deels door bergachtig
gebied over de Tashtakaracha pas (2000 m) naar Shakhrisabz, de geboorteplaats
van Timur. Het is ongeveer 38°. We bekijken de overblijfselen van een gigantisch
paleis met 3 toegangspoorten: het Ak-Saray paleis. We lopen langs een oude
moskee, een badhuis en een oude karavaanserai. Daarna bezoeken we de Kok Gumbaz
moskee (1435), genoemd naar zijn blauwe koepel en gebouwd door Timurs kleinzoon
Ulug Bek. Vervolgens het Dorus Siadad mausoleum en het Shamseddin mausoleum en
de Dorus Siadad medresse. Terug over de bazar.
De tocht naar Buchara gaat door vlak en
erg droog gebied. Onderweg zien we kamelen en kinderen die ons kamelenmelk
willen verkopen.
Rond 18.00 uur komen we in
Buchara aan
waar we ’s avonds eten op de binnenplaats van een oude medresse. Zeer
sfeervol.
dinsdag 11-08
Vandaag besluiten we maar eens niet met
de groep mee op excursie te gaan, maar met Elly en Thijs op eigen houtje Buchara
te verkennen. Het is heel erg warm (43°). Eerst zien we de Abdullah Khan
medresse (1588) en de Modar Khan medressa (1567). Daarna naar de Ark: een fort
uit de 16
e eeuw. Vervolgens naar de Kalyan minaret, 47 m hoog (1127).
Het is een prachtig bouwwerk. Vroeger werd de toren met behulp van vuren als een
soort vuurtoren/lichtbaken gebruikt voor de karavanen. Maar ook werden
misdadigers van de toren gegooid. Overleefden ze, dan waren ze onschuldig (maar
dan helaas ook vaak ook altijd invalide!). Verder de Kalyan moskee (1514) en de
Mir-i-Arab medressa (1535). Via enkele serais (nu toeristenbazars) naar
Lyab-i-Khauz: een waterreservoir (1620) waarlangs gegeten en gedronken wordt.
Kinderen zwemmen in het water (meisjes volledig gekleed). We zien nog een
prachtig met vogels gedecoreerde medressa: Nadir Divanbegi (1620).
Dit is bijzonder omdat in de Islam geen dieren worden afgebeeld. De verklaring
hiervoor is dat het gebouw vroeger een karavaanserai is geweest. We houden bij
Lyab-i-Khauz siësta in de schaduw van de bomen. Dat is ook wel nodig met deze
temperatuur. In de middag wandelen we door de joodse wijk: het oude Buchara waar de
huizen van leem zijn en het middeleeuws aandoet. Gezien de temperatuur gaan we
terug naar het hotel met de taxi.
’s Avonds eten we boven bij de Ark en
zien de zonsondergang.
woensdag 12-08
Ook vandaag gaan we zonder groep op pad.
Na het ontbijt naar het Ismail Samani mausoleum (907). Dit gebouw kwam in de
30-er jaren vrijwel gaaf onder een 2 m dikke laag grond vandaan. Het gebouw werd
gebouwd voordat keramiek bekend was en is opgetrokken uit stenen van klei. De
klei werd gebonden met eigeel en kamelenmelk. De stenen zijn in 2- en
3-dimensionale patronen verwerkt waardoor het gebouw minder massief lijkt. Het
is een indrukwekkend mooi gebouw, ondanks het feit dat alle stenen dezelfde
kleur hebben.
We lopen via een kleine bazar naar Chasma Ayub, de bron van Job,
waaruit geneeskrachtig water komt. Hier waren al in de 12
e eeuw
overnachtingsmogelijkheden (een soort kuuroord). Daarna drinken we in een
chaikana (= theehuis) thee. Rond het middaguur brengt de bus ons naar het
station en nemen we afscheid van Losha.
Om 15.00 uur vertrekt onze
nachttrein van
Buchara naar Fergana. Het is een reis van ongeveer 18 uur. We slapen in
4-persoons couchettes. Alles is onbeschrijflijk vies, ramen en gordijntjes zijn
stuk. We krijgen lakens etc. Deze zijn schoon, maar zo vaak hersteld dat sommige
tot 50% gereduceerd zijn. De matrassen zijn bijna te vies om aan te pakken, maar
de kussens slaan alles: met geen tang aan te pakken. We schuiven ze dan ook
onder de banken. Het landschap is eerst erg droog, later wordt het groener.
Eindeloze vlaktes. De temperatuur in de trein is niet te harden, zo heet.
Kortom: geen comfortabele reis.
donderdag 13-08
Om 8.15 komen we in Fergana aan. In het
hotel kunnen we eindelijk douchen (alleen koud water omdat de buizen van de
stadsverwarming ’s zomers worden schoongemaakt). Daarna ontbijt. Het uitje naar
Shagimadan, een Uzbeekse enclave in Kirchistan in de bergen gaat niet door omdat
dit plaatsje kort daarvoor door overstromingen grotendeels is weggevaagd. We
besluiten er een rustdag van te maken, vooral ook omdat het grootste deel van de
groep darmklachten heeft. Er blijkt in
Fergana
een klein hittegolfje te zijn: 47°. We besluiten met Elly en
Thijs naar de markt te gaan. De markt is heel kleurrijk en iedereen is heel
vriendelijk en wil met je praten. Probleem: niemand spreekt Engels, maar ze
blijven lachen en praten. We krijgen thee aangeboden en moeten van alles
proeven: peren, perziken, moerbeisap, gedroogde abrikozen, een soort
kaasballetjes; echt alles wat te proeven valt wordt ons aangeboden. We krijgen
ook een zakje pinda’s cadeau. Het is hartverwarmend.
vrijdag 14-08
’s Morgens bezoeken we een zijdefabriek:
alles is handwerk: van spinnen en verven tot weven toe. De patronen lijken op
ikat, maar met zeer felle kleuren.
’s Middags bezoeken we een grote
pottenbakkerij, die bij aankomst failliet blijkt te zijn. Onderweg stoppen we
bij een katoenveld om de groeiwijze te bekijken.
’s Avonds eten we op het hotelterras de
restjes van het proviand uit de trein op: brood en kaas, komkommer, walnoten,
rozijnen en gedroogde abrikozen en meloen.
KIRCHISTAN
zaterdag 15-08
Vandaag gaan we met de bus naar
Osh in Kirchistan. We zijn vrij snel
de grens over: slechts één tas moet open. Vandaag ook afscheid van Rustan.
Gezien de problemen met opstaan krijgt hij o.a. een reiswekker van ons. Hij kan
er wel om lachen. Rond het middaguur (de klok loopt hier 1 uur voor) komen we
bij het hotel, waar we kennismaken met ‘de ploeg’: Dzinga, Luba en de kokkin, de
chauffeur en nog wat familieleden. Eerst geld gewisseld op de bazar, daarna
hoeden gekocht, o.a. de Kirchische alkapak: een vilten hoed met borduursel en
kwastje, zwart gerand voor de oudere mannen en wit voor de jonge mannen. Bij de
babywiegjes raak ik in gesprek met een vrouw die Engels spreekt: “when you come
back, you are my guest”. Daarna gaan we naar de Suleiman Gora, een heuvel even
buiten de stad die (met veel fantasie) eruit ziet als een zwangere vrouw.
Vrouwen beklimmen de heuvel in de hoop zwanger te worden. Vervolgens
bezoeken we het museum in de berg en het tempeltje van Babur. ’s Avonds eten we
in een chaikana aan het water.
zondag 16-08
Vroeg uit Osh vertrokken. In de ochtend
is het landschap nog saai, maar na het middaguur worden de bergen ruig: vrijwel
onbegroeide steenmassa’s. We reizen in een omgebouwde legertruck met busstoelen.
Het hobbelt en botst behoorlijk. Als we ergens stoppen wordt steevast de
motorkap opengezet, waardoor het lijkt of de truck met zijn bek openstaat. Dit
levert hem de bijnaam ‘De Krokodil, op. Vlak na de Kokbelpas (1500 m) zien we
voor ons het kunstmatige
Toktogul meer
op 1400 m. Eerst zetten we onze
koepeltentjes
op en nemen daarna een duik in het water: heerlijk. De kampstaf heeft heerlijke
aardappelsoep gemaakt.
maandag 17-08
7.00 uur ontbijt en daarna kamp opbreken.
Het wordt vandaag weer een lange rit met nogal wat oponthoud. Eerst
wegwerkzaamheden: 20 minuten wachten. Later als we in een dorp wat kopen gaan de
trucks ergens tanken: 1 uur wachten omdat de pomp het niet doet en het tanken
met emmers moet gebeuren.
Het gebied waar we doorheen rijden is
prachtig. De bergen zijn soms woest, soms lijken ze van fluweel. We eten langs
een snelstromend riviertje gebakken forel, heerlijk. We passeren de Amabèl pas
(3184) en zetten ons kamp op
aan een riviertje in de Samusirvallei.
dinsdag 18-08
Het is koud ’s morgens: rond het
vriespunt. Mezelf bij deze temperatuur in de rivier wassen is niet echt aantrekkelijk, dus alleen
een lap over het gezicht. Na het ontbijt zien we een kudde paarden. Als we gaan
lopen zien we een jochie van ongeveer 8 jaar op een ongezadeld paard in volle
vaart de schapen opdrijven. Even later zullen we voor het eerst een yurt van
binnen bekijken.We rijden verder door de Susamir
vallei met eromheen de uitlopers van het Tien Shan gebergte richting
Karakeche Canyon, waar we op een
prachtig gelegen plateau kamperen.
woensdag 19-08
Het gebied is prachtig. We kruipen omhoog
naar de Son Kul pas (3500 m). Daarna komen we in een gebied met uitgestrekte
vlaktes. Marjolijn heeft vorig jaar foto’s gemaakt van nomaden en wil die nu aan
de betreffende mensen geven. Bij de eerste yurt worden we uitgenodigd binnen te komen (dit
zijn niet de mensen van de foto) en wordt er meteen brood met boter en koumis
(zure licht alcoholische paardenmelk) gehaald. De yurt is eenvoudig. De vrouw
wijst ons de juiste yurt. Deze is veel groter en rijk versierd met kleden. Ook
hier worden onmiddellijk de kleden uitgerold en krijgen we brood en room om het
brood in te dopen. De foto’s vinden ze prachtig, evenals de cadeautjes:
ansichtkaarten, een ovenwant en een opblaasbal voor de kinderen. Buiten zien we
grote hoeveelheden edelweiss in bloei staan.
Dan rijden we verder naar het Son Kul
meer. Hier en daar zie je de yurts en kuddes in het onmetelijke land. We
stoppen bij zo’n yurt, die prachtig ligt aan het meer met kuddes paarden,
schapen, wat koeien en kalveren. Hier leeft een hele familie. Er is van alles te
zien: een schaap wordt geslacht, er wordt gezongen, gekookt, paarden gemolken,
etc. Via een andere pas met scherpe bochten rijden we naar beneden en
kamperen weer op een idyllisch
plekje.
donderdag 20-8
We rijden via Naryn, een troosteloze
stad. Op de bazar kopen we nog wat biscuits en drinken en komen een oude man tegen die ons trots al zijn medailles laat zien.
Na het eten rijden we
richting Chinese grens. Wederom eindeloze vlaktes. Een paar uur voor de grens
slaan we af richting Tash Rabat, de karavaanserai uit de 10e
eeuw. Hij ligt in een smalle vallei op 3200 m hoogte. De bijbelverhalen komen
hier tot leven! We logeren bij een Kirchisische familie,
waar een deel van de groep in een kamer op de vloer en een ander deel in de yurt slaapt.
CHINA
vrijdag 21-08
We rijden door een schitterend, maar
verlaten landschap richting grens. Het is niet duidelijk of we China in kunnen
vanwege wegversperringen.
Oponthoud Kirchisische grens: 3½ uur. Na een paar
kilometer stappen wij+bagage over in de Chinese bus. Na 10 km eerste Chinese
controle: paspoorten en alle bagage moet (buiten!) open. Vervolgens 100 km naar
de laatste Chinese post, die om 20.00 uur sluit. Om 19.30 uur en nog 7 km te
gaan staat de bus zonder benzine! Na enige tijd wordt er een vrachtwagen
aangehouden en wordt er wat benzine afgetapt. Klokslag 20.00 uur komen we bij de
grens aan.
In China is de sfeer meteen anders: veel
oosterser. Kashgar ligt op
1400 m en was vroeger een belangrijke stad op de zijderoute.
zaterdag 22-08
We gaan weer met Elly en Thijs op stap om
Kashgar te verkennen. We slenteren van 10.00 tot 15.00 uur door de stad. Je
kijkt je ogen uit: we zien te veel om op te noemen.
Na een korte rust huren we om 16.00 uur
een fiets en gaan naar de tombe van Abak Hoja. Onderweg ‘praat’ Jan
geruime tijd met een oud vrouwtje, dat maar niet ophoudt tegen Jan aan te
kletsen, terwijl Jan terugpraat in het Nederlands. En maar lachen.
zondag 23-08
Vandaag met zijn vieren met de taxi naar
de zondagsmarkt. Het is een ongelooflijk grote, maar vooral drukke markt, waar
het een herrie van belang is. Vooral de veemarkt is indrukwekkend: schapen,
geiten, runderen, paarden en ezels. En alles in enorme aantallen. De paarden en
ezels worden ‘geprobeerd’. De paarden worden 'ingereden' en de ezels voor
karretjes geprobeerd.
Daarna lopen we verder over de gewone
markt. We kopen nog een hoedje en een stuk brokaat (ƒ3,- de meter) en kijken
onze ogen uit. Als we teruglopen naar de oude stad zien we hoe een paard wordt
beslagen. We hebben het gevoel in de middeleeuwen beland te zijn.
Wanneer we daarna in het park ergens
zitten komt er een compleet gezin vlak voor ons staan dat ongegeneerd en
overduidelijk uitgebreid commentaar op ons levert. Jammer dat we niet verstaan
wat ze over ons zeggen.
maandag 24-08
Vandaag uit Kasgar vertrokken. Onderweg
bekijken we nog de tombe van de samensteller van het eerste Turkse woordenboek.
Daarna gaan we naar het dorp Upal waar een soortgelijke markt als in Kashgar is,
maar dan veel kleinschaliger. Het is weer erg leuk zo onder de populieren.
Daarna rijden we over de Karakoram Highway. Op een aantal plaatsen zijn delen
van de weg weggeslagen door de zware regenval. We stoppen bij het
Karakolmeer. Hier hebben ze een
yurt-hotel op 3700 m hoogte. We
kijken op de Muztag Ata (ca 7500 m) en de Kongor (ongeveer
7700 m).
PAKISTAN
dinsdag 25-08
Vroeg vertrokken. Om 10.05 zijn we door
de Chinese grens (na ruim een uur). De echte grens met Pakistan ligt op de
Kunjerabpas (4730 m), de hoogste grensovergang ter wereld. De grensformaliteiten van Pakistan zijn in Sust, ruim 200
km na die van China.
We logeren in
Karimabad (2400 m) in een hotel met een waardeloze
kamer, maar prachtig uitzicht op de Hunzavallei en de bergen Rakaposhi (7788 m)
en Diran (7251 m).
woensdag 26-08
Na ontbijt en geld wisselen verkennen we
met zijn vieren elk winkeltje in Karimabad. De buit: een kaart van de Karakoram
Highway, een ansicht van een oude vrouw, een ‘gouden’ mutsje en een
kussenovertrek met ‘oude’ bovenkant. Daarna bezoeken we het Baltit fort dat in
’96 gerestaureerd is. Op het eind van de middag gaan we met de groep per jeep
naar het Altit fort dat nog niet is opgeknapt. Vervolgens rijden we met de jeep
een spectaculaire tocht naar boven om de zonsondergang te zien, waarbij de
omringende bergreuzen prachtig in het licht staan.
We eten in het Hunza hotel
een buffet (dit is een goed hotel en niet eens veel duurder dan ons smerige
ding).
donderdag 27-08
Van 9.00 tot 14.00 uur een lange
wandeling gemaakt langs wat kleine dorpjes. We krijgen van een aantal vrouwen
abrikozen. Later krijgen we van een andere vrouw appeltjes. Jonge vrouwen zijn
erg spontaan met praten. Als we een dorpsschooltje tegenkomen wil Jan even
kijken. Buiten in de zon zit een groep leerlingen op de grond een proefwerk te
maken. De leraar zit op een stoel er tussen. Als Thijs, Elly en ik het lokaal
binnen komen staan alle leerlingen op. Jan staat al voor de klas op het bord te
schrijven! Het lokaal is donker en de stoelen laag.
Terug bij het hotel lezen we wat en op
het eind van de middag gaan we nog even het dorp in om geld te wisselen, kaarten
en wat eten en drinken voor in de bus te kopen. We eten weer in een ander hotel:
erg lekker.
vrijdag 28-08
Vandaag een lange reisdag over de
Karakoram Highway (KKH): van 6.15 tot 18.20 uur. De KKH is een 1200 km lange weg
tussen Kashgar (China) en Rawalpindi (Pakistan) , dwars door het onherbergzame
Karakoramgebergte. De bouw begon in 1966, was open in 1982 en voor toeristen
toegankelijk in 1986. De rit is prachtig en afwisselend: besneeuwde
bergtoppen,de Nanga Parbat (8126 m), ruwe ongenaakbare bergen en rotswanden. Het
grootste deel van de weg rijden we langs de Indus, een snel stromende rivier,
soms woest kolkend, helemaal grijs en voor een deel door een kloof met wanden
van enkele honderden meters hoog.
Onderweg zien we veel van die typisch
Pakistaanse vrachtwagens: bont versierd, de een nog mooier dan de ander. In de
dorpjes waar we doorheen rijden lijken alleen mannen met zwarte baarden te
wonen. Vrouwen zie je hier niet op straat. Ik vraag me af wanneer ze
boodschappen doen. We slapen in
Besham
in het beste hotel van de hele reis.
zaterdag 29-08
Vandaag niet naar Miandam en Pashawar
omdat deze plaatsen gesloten zijn voor toeristen vanwege onrust in Afghanistan
(Osama Bin Laden heeft een aanslag gepleegd op een Amerikaanse ambassade in
Afrika en als antwoord heeft Clinton kruisraketten op Kabul afgevuurd). We
reizen naar Kashmir naar een plaats die ook onbekend is voor onze reisleidster:
Shogran. Onderweg zien we aan de
kant van de weg een soort geitenhandel. De beesten worden ook in die prachtige
vrachtwagens aangevoerd.
Wat later zien we hoe mensen naar een
dorp aan de overkant van de rivier gaan: in een soort ijzeren kooi aan een
staaldraad. Met enkele andere waaghalzen probeer ik dit vervoermiddel ook uit. We gaan
naar een hotel in de bergen (2400 m). De weg er naar toe is steil, slecht,
bochtig, maar schitterend. Dan komt de afknapper: het hotel is vies, veel
Pakistani met kinderen, veel lawaai en er is niets, maar dan ook niets in de
directe omgeving te doen.
zondag 30-08
’s Morgens met een jeep naar ongeveer
3300 m gegaan en daar een wandeling gemaakt. Terug gaan lopen: onweer, regen en
een spekgladde weg. ’s Middags wat gelezen en gepuzzeld.
maandag 31-08
Vandaag de laatste reisdag: van Shogran
naar
Rawalpindi. Voordat we daar aankomen gaan we eerst nog naar de grote moskee
in Islamabad. Islamabad is in 1960 gebouwd als nieuwe hoofdstad van Pakistan.
Hier zitten de grote kantoren, regeringsgebouwen en ambassades. De stad is
vrijwel tegen Rawalpindi aangebouwd. De grote moskee is gebouwd met geld van Saoudi Arabië: 50 miljoen
gulden voor de grootste moskee van Midden Azië. Men zegt dat hij plaats biedt
aan 10.000 mensen. Het complex is geheel van marmer. De gebedsruimte zelf is
modern en rustig van kleur. Onze groep vormt een grote bezienswaardigheid: we
worden gevraagd met een paar moslims op de foto te gaan.
dinsdag 01-09
Vandaag Rawalpindi verkend. Via de Mall
(een drukke weg) naar Saddar Bazaar. Natuurlijk weer een hoedje gekocht. Na wat
gedronken te hebben bij een luxe juwelier binnengestapt en hebben Elly en ik
ieder een gouden rind gekocht. Er is genoeg te zien op straat. Als we moe en
dorstig zijn en wat last van de warmte beginnen te krijgen (37°) gaan we naar
het Pearl Continental hotel (het duurste van Rawalpindi) om thee te drinken.
Vervolgens kopen we nog wat presentjes en proberen een busstation te vinden. Helaas,
we vinden wel een busstation maar niet zo een als we zoeken. Wel zien we een man met
cobra’s en andere slangen in mandjes, en later een man die (dode) hagedissen
opensnijdt, de ingewanden eruit haalt en deze in een potje met kokende vloeistof
doet. Het zal vast wel ergens goed voor zijn.
’s Avonds in een Pakistaans restaurant
gegeten: erg lekker. Ook hier alleen maar mannen. Vrouwen of gezelschappen
waarin vrouwen, eten apart in kleine ruimtes achter een gordijn! Maar wij
westerlingen mogen met vrouwen 'gewoon' in het restaurant
plaatsnemen, maar dan wel helemaal achterin!
woensdag 02-09
Vandaag nogmaals geprobeerd een
busstation te zoeken om foto's te kunnen maken van die schitterend opgetuigde
bussen. Tevergeefs. Daarna naar Radja Bazaar: een
enorme drukte, nauwe straatjes en weer veel te zien.
Na een afscheidsetentje in
het Pearl Continental Hotel vertrekken we naar het vliegveld waar
we om 21.30 afscheid nemen van Marjolijn. Na eindeloze controles, fouilleren
(zelfs onze schoenen moeten uit) en
stempelen stijgen we om precies 24.00 uur op.
donderdag 03-09
01.45 geland in Karachi. En nu maar
wachten. Het lukt nog om onze laatste roepi’s om te wisselen. Uiteindelijk, om 07.45 stijgen we op met
Lufthansa. Na een uur een tussenstop in Dubai en vandaar naar Frankfurt. Hier
een zeer haastige overstap en om 17.00 uur plaatselijke tijd landen we op
Schiphol. Daar volgt een onaangename
verrassing: door de korte overstaptijd in Frankfurt is de bagage daar achtergebleven. Na de nodige administratieve
rompslomp in verband met de bagage staat Marijntje ons geduldig op te wachten. Buiten regent het ....
Baobab
Home Reizen van Jan en Carla