Home Reizen van Jan en Carla

Zürich

samen met Elly en Thijs

4 – 7 september 2014

Inleiding
Aangezien het al weer een tijdje geleden was (voor het laatst in 2011 naar Cuba), dat we samen met Elly en Thijs op stap waren hadden we allemaal wel weer zin in een stedentripje. Er gingen diverse mogelijkheden over tafel: van Porto tot Boedapest en van Dublin tot Valencia. Uiteindelijk werd er gekozen voor … Zürich!
Algemeen
Zürich is de grootste stad van Zwitserland en tevens hoofdstad van het kanton met dezelfde naam. Zürich is het grootste commerciële en culturele centrum van het land; alle belangrijke banken en de beurs van Zwitserland zijn hier gevestigd. Tevens is het de handelsplaats voor goud in de wereld.
De stad telt ruim 380.000 inwoners, waarvan 30% van niet-Zwitserse afkomst is (vnl. Duitsers, Fransen en Italianen). Men spreekt er een Zürichs dialect dat heel anders klinkt dan standaard Duits.

Ligging Zurich
Zürich ligt op 408 m boven de zeespiegel op de plaats waar de rivier de Limmat het Meer van Zürich verlaat. De stad is omgeven door beboste heuvels zoals de Zürichberg en de Uetliberg. De oude binnenstad strekt zich aan beide zijden van de rivier de Limmat uit. Het geografische centrum van de stad is de Lindenhof, een kleine natuurlijke heuvel aan de westelijke oever van de Limmat.
Geschiedenis
Het gebied is al meer dan tweeduizend jaar bewoond. Nederzettingen uit het Neolithicum en de Bronstijd zijn gevonden rond het meer van Zürich en er zijn sporen van pre-Romeinse Keltische nederzettingen ontdekt in de buurt van de Lindenhofheuvel. Vervolgens kwamen de Romeinen, die de stad in 15 v. Chr. bereikten en de nederzetting Turicum op de heuvel van de huidige Lindenhof stichtten. De vroegste schriftelijke vastlegging van de stad dateert uit de 2e eeuw met een grafsteen ontdekt in de Lindenhof. Op 1 mei 1351 moesten burgers van Zürich de eed afleggen en samen met vier andere kantons vormden ze de Zwitserse Confederatie. In 1648 riep Zürich zichzelf uit tot een republiek. De huidige Zwitserse Bondsstaat werd opgericht in 1848.

Verslag

Dag 1: donderdag 4 september
In alle vroegte stappen we in de auto en zijn dan tegen zevenen bij Elly en Thijs in Empe, waar we nog even een snelle bak koffie doen. Dan rijden we naar vliegveld Köln/Bonn vanwaar we naar Zürich zullen vliegen. Ondanks het spitsuur verloopt de rit redelijk vlot en hebben we nog genoeg tijd om wat te drinken.

Dit keer vliegen we met Germanwings, een dochtermaatschappij van Lufthansa. Het is ongeveer een uur vliegen en om precies twaalf uur zet het vliegtuig de wielen aan de grond op Flughafen Zürich, voorheen vliegveld Kloten genoemd, in Zwitserland.
Aangezien we alleen handbagage hebben gaat het lekker snel. Eerst nog even wat Zwitserse francs pinnen en dan naar de trein, een kort ritje. Op het Hauptbahnhof in Zürich aangekomen kost het wat tijd om uit te vinden hoe we bij het hotel kunnen komen en waar we tramkaartjes kunnen kopen. Maar het lukt allemaal en nog vóór tweeën staan we bij het hotel, dat buiten het centrum ligt. Eigenlijk is het geen gewoon hotel, maar kamers met kitchenette. De receptie zit er maar een paar uur per dag en de buitendeur is op slot. Wat nu?

Gelukkig is er iemand die kan helpen: je moet je naam intoetsen en nog een paar handelingen verrichten op een paneel naast de deur en dan rollen de sleutels eruit. Alsof je kaartjes bij het station trekt! De kamer is uiterst simpel gezien de prijs die ervoor gevraagd wordt, maar ook superschoon en dat is het belangrijkste.
We zijn snel weer weg, want inmiddels hebben we wel trek gekregen gezien ons erg vroege ontbijt vanmorgen. Op een terras even verderop, want het is heerlijk weer, eten we een broodje. Eigenlijk wisten we het wel, maar we komen er al snel achter dat alles hier schreeuwend duur is. Na deze constatering besluiten we ons er verder maar niet al te druk over te maken, want anders wordt het weekend heel wat minder leuk.
Dan lopen we op ons gemak richting centrum. Veel mooie gebouwen, schitterende maar peperdure winkels en een ontspannen sfeer met heel veel terrasjes.

Vanaf de Quaibrücke over de Limmat kijken we aan de ene kant naar de Zürichsee en aan de oudere kant naar de Altstadt.

In het centrum van de oude stad torent de Grossmünster hoog uit boven de rest van de gebouwen. De dubbele torens zijn karakteristiek voor het bouwwerk en staan symbool voor de stad. De legende van de heiligen Felix en Regula vertelt dat zij hier beiden onthoofd zijn vanwege hun christelijke geloof. Na de terechtstelling pakten ze hun hoofd op en liepen 40 meter verder de heuvel op, naar de plek waar ze begraven wilden worden (geweldig vind ik dit!!). Volgens de overlevering zou het paard van Karel de Grote geknield hebben bij hun graven en daarom stichtte Karel de Grote begin 9e eeuw een kerk op de graven van Felix en Regula, de plaats waar nu de Grossmünster staat. Dankzij deze legende van Felix en Regula werd Zürich een belangrijke pelgrimsstad in de middeleeuwen.
In 1100 begon men al met de bouw van de huidige romaans-gotische kerk, maar de kerk werd pas in de 15de eeuw voltooid. Vanaf de preekstoel van de Grossmünster verspreidde de humanist Ulrich Zwingli de Reformatie.

In de grote crypte (11e en 13e eeuw) van de Grossmünster staat een enorm 15e-eeuws standbeeld van Karel de Grote.

                

De kerk heeft prachtige deuren en moderne gebrandschilderde ramen, o.a. van Giacometti. Maar de ramen van Sigmar Polke vonden wij het mooist.

                

We slenteren verder door de smalle, sfeervolle straatjes, we strijken neer op een terras om wat te drinken en slenteren weer verder terwijl we onze ogen uitkijken.

                

Opvallend zijn de erkertjes overal; sommige strak, maar de meeste fraai beschilderd. Dan zoeken we een gelegenheid om wat te eten; uiteraard buiten, want de temperatuur is nog steeds heel aangenaam. Het eten is overigens niets bijzonders: een goedkoop (wat smaak en uiterlijk betreft) toeristenmenu, maar zonder goedkoop te zijn. Om het af te sluiten drinken we bij een Grandcafé aan de Limmat een kop goede koffie.
De francs vliegen de portemonnee uit, dus toch maar weer even pinnen! Dan lopen we terug naar het hotel. Dat is goed te doen, ongeveer 20 minuten.

Dag 2: vrijdag 5 september
Het lijkt wat druilerig weer als Elly en ik om half negen boodschappen gaan doen. Bij de COOP halen we thee, wat broodbeleg en fruit en bij de warme bakker verderop verse broodjes. We ontbijten met z’n vieren op onze kamer; lekker knus! De mannen wassen af en vervolgens lopen we weer richting Altstadt, maar nu via een wat kortere weg. Het is leuk om weer door een andere wijk te lopen. Het zijn veelal grote vrijstaande huizen uit de 20-er en 30-er jaren van de vorige eeuw. Veel Jugenstil ook. De welvaart spat er van af. Natuurlijk eerst ergens koffie drinken want zonder koffie kan de dag niet beginnen.

We lopen langs het Opernhaus, een indrukwekkend gebouw in neo-classicistische stijl. We hebben ons laten vertellen dat hier de meest vooraanstaande ballet- en operagezelschappen ter wereld optreden.

Aan de overkant van het plein ligt de Zürichsee, dat wat mij betreft ook de naam ‘zwanenmeer’ zou kunnen krijgen. Het zijn er heel veel en ze worden gevoerd door mensen die daar aan de waterkant hun brood eten.
Vandaag gaan we de westoever van de Limmat verkennen. De zon is gaan schijnen en het is na de sombere start ook vandaag prachtig weer. Grappig is dat in een plantsoentje naast bloemen ook snijbiet en boerenkool geplant zijn. En het geeft een leuk effect die groene krulbladen van de kool en de rode stelen van de snijbiet. We zien ook veel schitterende Jugendstil gebouwen.

                

Naast de Fraumünster ligt de kruisgang van de kerk. De schilderingen zijn erg fraai, evenals het beeldhouwwerk hier en daar.

De Fraumünster, een oude kloosterkerk, staat in het hart van Zürich aan de Bahnhofstrasse. De kerk werd in 853 gesticht door de kleinzoon van Karel de Grote, Lodewijk de Duitser. Deze kerk werd in eerste instantie bewoond door vrouwen, vandaar dat hij ook de naam Fraumünster kreeg. De groen koperen spitse kerktoren is een eye-cather.

                

De meeste bezoekers van de kerk komen vooral voor de vijf opvallende gebrandschilderde ramen die ontworpen zijn door Marc Chagall. De ramen zijn er in 1970 geplaatst en hebben allemaal een andere kleur.
Aan de overkant van de kerk lopen we min of meer toevallig een dépendance van het Landesmuseum binnen. Hier staat eigenlijk alleen porselein, vooral van die zoetige stelletjes, en aangezien dit niet onze grootste interesse heeft zijn we er snel uitgekeken.

                

Deze zijde van de rivier heeft heel veel peperdure winkels, terwijl aan de overzijde meer restaurantjes, barretjes, etc. zijn. En we blijven ons verbazen over de exorbitant hoge prijzen. Het is vooral heel chique spul. In een antiekwinkeltje zit een oude man een ivoren beeldje te restaureren. We lopen even binnen en hij wil graag vertellen.

Zo zachtjesaan komen we bij het oudste gedeelte van Zürich tercht, de Lindenhof, een heuvel in het hart van de oude stad. Hier stichtten de Romeinen aan het begin van onze jaartelling de stad. Er zouden nog Romeinse aspecten terug te vinden zijn, zoals een gedeelte van een oud Romeins fort, maar wij hebben kennelijk met onze neus gekeken want we hebben niets van de Romeinen kunnen ontdekken.

                

Tegenwoordig is deze plaats een populaire plaats voor schaakspelers, maar ook andere spelletjes worden er gedaan. Op het rustige plein mogen alleen lindebomen geplant worden.

Vanaf hier heb je een prachtig uitzicht over de Limmat en de kade aan de overkant van de rivier.

                

Tevens staat er een fontein op de Lindenhof. Dit monument staat voor de vrouwen uit Zürich die de stad in 1291 verdedigden tegen de Duitsers. Wij ervaren de Lindenhof vooral als een leuk en gezellig rustpunt waar veel te beleven is.

                

We lunchen zoals we heel veel Zwitsers zien doen: we halen wat bij een kiosk (overigens uitstekende broodjes en verse salades) en happen dit op een bankje op de Rathausbrücke. Het Rathaus is gebouwd op palen en staat voor een gedeelte in de rivier. Op diezelfde palen werd in 1252 op dezelfde plek een middeleeuws stadhuis gebouwd. Rond 1694 werd dit gebouw echter vervangen voor het huidige stadhuis in Barok stijl.
We vergapen ons aan de prachtige etalages van de winkels, lopen af en toe ergens binnen om ons te verbazen en in de buurt van het station strijken we op een terrasje neer: wat drinken en voor de verandering nu eens geen gebouwen, maar mensen kijken. Ook heel leuk. Het valt ons op dat men goed gekleed gaat. Natuurlijk kleden jongeren zich anders dan ouderen, maar nooit ordinair.

Station Zürich (Hauptbahnhof) is een zeer centraal gelegen en groot treinstation. Meer dan 2700 treinen maken dagelijks gebruik van het enorme station dat naast nationale, ook veel internationale verbindingen met onder andere Spanje, Frankrijk, Italië, Oostenrijk en Duitsland heeft. Onder het station bevindt zich een groot winkelcentrum met meer dan 200 winkels. Sinds de Zwitserse overheid heeft besloten dat enkel winkels in publieke zones zoals stations ook op zondag geopend mogen zijn, is het winkelcentrum erg in trek bij zowel ondernemers als bezoekers.
We lopen weer verder en komen op een ‘Sommermarkt’, een uitgebreide markt met louter delicatessen en producten uit exotische landen. Wat een sortering! Wat een luxe!

We lopen een trap af naar de kleine waterloop beneden. Dit is de Schanzengraben, een klein kanaal dat onderdeel was van de verdedigingslinies tussen de Limmat en de Sihl. Het is hier heerlijk rustig en je ziet geen verkeer en hoort het ook nauwelijks. Langs dit watertje kun je helemaal naar het meer lopen, maar dat doen we niet want we zoeken de bewoonde wereld weer op.

De Augustinergasse is een van de oudste en mooiste delen van de stad. Het is een pittoresk straatje in het hartje van Zürich met huizen en winkels die dateren uit de 14de tot 18de eeuw. De kleurrijke gevels zijn nog steeds in authentieke staat met hier en daar een erker waarvandaan men vroeger kon kijken wie er voor de deur stond. Tijdens het toeristenseizoen hangt deze straat vol met Zwitserse vlaggen.

Weer terug in de buurt van de Lindenhof komen we langs de Peterskirche. Deze kerk is de oudste van Zurich en heeft ook de grootste wijzerplaat van Europa met een diameter van 8,7 meter. We hebben geen puf meer om binnen te gaan kijken.

                

Zo zachtjesaan willen we wel weer even zitten en wat drinken, dus zoeken we de andere oever weer op want daar zijn de meeste terrasjes. Langs het water smeren we nog maar eens de dorstige kelen met een glas witte wijn en gaan dan op zoek naar een gelegenheid om iets te eten. Het wordt het terras van een frans restaurantje waar we eensgezind voor de mosselen gaan. Ze zijn overheerlijk. Bij de Italiaan nemen we ter afsluiting van deze dag nog een ijsje en lopen dan terug naar het hotel.

Dag 3: zaterdag 6 september
We hoeven ’s morgens alleen wat broodjes te kopen want er is nog genoeg beleg en fruit. Na het ontbijt lopen we dit keer via de kortste weg naar het meer. De zon schijnt uitbundig en het wordt al warm.

Vlak bij het meer staat een huis annex museum dat een van de laatste bouwwerken was van Le Corbusier.

Helaas is de Chinese Tuin nog gesloten, dus vermaken we ons nog even aan de rand van het meer. Alles is hier zeer relaxed.

Klokslag elf uur gaan we naar de Chinagarten, een stukje China in Zwitserland. De tuin is ingericht naar één van de belangrijkste thema’s uit de Chinese cultuur: ‘Drie vrienden van de winter’. Deze drie vrienden staan voor dennen, bamboe en pruimenbloesem. Een Chinese tuin in Zwitserland is misschien een beetje vreemd maar deze twee landen hebben toch een verbintenis met elkaar. Zürich heeft de Chinese stad Kunming geholpen met het aanleggen van het riool- en waterleidingsysteem. Als dank daarvoor is deze schitterende traditionele tuin cadeau gedaan. De omringende Chinese muur zorgt ervoor dat het een afgesloten tuin is. Wanneer je door de toegangspoort stapt waan je je echt even in een totaal ander land. Het waterpaleis staat centraal en is versierd met prachtige lampionnen en authentieke meubelen. Het is opvallend dat ze het in de informatie hebben over ‘het Chinese stadje Kunming’, terwijl die stad tien keer zo veel inwoners heeft als Zürich!!
Het is zaterdag dus zien we naarmate de tijd verstrijkt steeds meer mensen die zich aan het meer gaan vermaken.

Aan de promenade langs het meer heb je een schitterend uitzicht over het water en er staan ook veel kunstobjecten, o.a. een sculptuur van Henri Moore. Een prachtige plek voor een kop koffie, want die hadden we nog niet gehad. Dan lopen we langs de oever van het meer richting stad.

Ons volgend doel is het Kunsthaus. Dit blijkt een prachtig museum te zijn, zowel wat betreft de collectie als de inrichting. Er staat met name veel werk van Giacometti, maar ook Van Gogh, Gauguin, Munch en andere bekende schilders hangen er.

                

Een opvallend object is een sculptuur gemaakt van louter dobbelsteentjes; heel bijzonder!

De ruimtes zijn verschillend ingericht, al naar gelang de stijl van de aanwezige kunstwerken. Echt heel indrukwekkend. We dwalen er zeker anderhalf uur rond en dan nog hebben we een aantal zalen overgeslagen.
Inmiddels is het twee uur geweest, dus hoogste tijd voor de lunch. We nemen weer een broodje uit het vuistje, want dat beviel goed gisteren.

Daarna struinen we nog wat rond, afgewisseld met bezoekjes aan terrasjes. Nog nooit zoveel witte wijn gedronken!

We ontdekken nog een paar straatjes, die we nog niet eerder gezien hadden en een paar heel bijzondere winkeltjes. Erg leuk om te kijken. Ik krijg van Jan een wat opvallende, maar ook erg leuke ring van natuursteen, die wonderlijk goed bij een van mijn kledingstukken past. Hij gaat hiervoor in de winkel zelfs door de knieën, de malloot!, want gisteren kenden we elkaar precies 50 jaar!
Onze laatste avond in Zürich eten we in stijl: Zwitserse kaasfondue. Simpel, maar o zo lekker. Als afsluiting drinken we onderweg naar het hotel op een terras nog een kop koffie. Op zes september en op vierhonderd meter hoogte zitten we ’s avonds om tien uur nog met korte mouwen buiten! Ongelooflijk toch?

Dag 4: zondag 7 september

Het beleg is op en de bakker is gesloten. Dus gaan we ontbijten waar we de eerste dag geluncht hebben: bij ‘Le Pain Quotidien’, een biologische broodwinkel waar je ook kunt eten. Al om negen uur in de ochtend zitten we daar buiten aan een tafel om te ontbijten, want het is al warm genoeg.
Dan op ons gemak terug naar het hotel om de bagage op te halen en uit te checken. Omdat we geen zin hebben om met tas of koffertje naar het station te gaan lopen pakken we de tram naar het Hauptbahnhof en we deponeren het spul daar in een kluisje.

Vervolgens lopen we naar het Landesmuseum, dat direct achter het station ligt. Het gebouw heeft veel weg van een sprookjeskasteel. Het staat voor een groot deel in de steigers, dus dan maar een oude ansichtkaart om een idee te krijgen. Het is het belangrijkste museum over de Zwitserse geschiedenis, is erg groot en er valt heel veel te zien. Erg boeiend. Het is goed dat we dit museum voor de laatste dag bewaard hebben, want in de stad is het een beetje een uitgestorven boel vanwege de zondag.

Nog een laatste wandelingetje. En dan zoeken we een terrasje in de schaduw, want het is behoorlijk warm, om voor de laatste keer in Zürich iets te eten en te drinken.

Het wordt tijd om terug naar het station te gaan en de trein naar het vliegveld te nemen. In de stationshal hangt een grote engel van Niki de Saint Phalle. Een engel staat o.a. symbool voor metgezel en hoeder. Heel toepasselijk dus.

Het is een ritje van niks: binnen tien minuten stappen we uit bij het vliegveld. Hier wil Jan nog van zijn laatste tien francjes af, maar voor het omwisselen moet hij vier francs kosten betalen! Daar bedankt hij voor en besluit het geld liever te besteden aan een grote reep toblerone. Daar hebben we tenminste nog lol van. En dan is het wachten om in te stappen. Het valt ons op dat we noch op de heenreis, noch op de terugreis ons paspoort hebben moeten tonen. Toen we maanden geleden de vlucht reserveerden moesten we een paspoortnummer doorgeven. Dat blijkt dus genoeg te zijn.
We vertrekken met wat vertraging en landen om half zeven weer op vliegveld Köln.
De terugweg geeft enig oponthoud vanwege werkzaamheden in Duitsland. Onze avondmaaltijd nemen we in Zevenaar bij Campanile en rijden dan naar Empe om vervolgens in onze eigen auto te stappen. Om elf uur zijn we thuis in Ruurlo.

Tot slot: het waren een paar fantastische dagen. Zürich is een mooie bezienswaardige stad met een prettige sfeer: de oude stad is voor een groot deel autovrij, mooie goed onderhouden gebouwen, geen zwerfvuil (zelfs de gemeentelijke afvalbakken van roestvrij staal zijn mooi qua vormgeving) en –ook niet onbelangrijk- heel veel terrasjes. We hadden het met het weer niet beter kunnen treffen. Enige minpuntje: de schandalig hoge prijzen.

Home Reizen van Jan en Carla