Home Reizen van Jan en Carla

Lissabon

samen met Ineke & Paul

9 t/m 12 mei 2012

Tijdens de jaarwisseling 2011 – 2012 bij Ineke en Paul in Herveld wordt er vooruit gekeken naar het nieuwe jaar. We realiseren  ons dan, dat wij Ineke in 2012 al 35 jaar kennen. Dat lijkt een goede reden om met z'n viertjes een paar dagen naar Lissabon te gaan!

Lissabon, de hoofdstad van Portugal ligt aan de noordelijke oever van de Taag op zeven heuvels.

Lissabon – de witte stad – zou gesticht zijn door Odysseus. Dat is een legende, maar zeker is wel dat de Feniciërs al 1200 jaar v. Chr. op deze plek waren en het Alisubbo (heerlijke baai) noemden. Al sinds het tijdperk van de ontdekkingsreizen is het een belangrijke havenstad en handelscentrum. Het huidige Lissabon is voornamelijk 18de-eeuws vanwege een verwoestende aardbeving in 1755. Bij de aardschokken, de daarna ontstane branden en de hoge golven van de Taag kwamen er meer dan 15.000 mensen om. De latere Marquês (markies) de Pombal ontwikkelde een modern plan met een netwerk van evenwijdig lopende straten vanaf de rivier naar de wijk Rossio. Slechts in tien jaar tijd werd op de puinhopen een nieuwe stad gebouwd. In 1988 woedde er een grote brand in het hart van de stad, de Baixa. Daardoor is Lissabon nu een combinatie van oude en nieuwe architectuur.

dinsdag 8 mei: Ruurlo > Herveld
Met een minimum aan bagage (alleen handbagage) vertrekken we in de loop van de avond richting Herveld. Na een glas wijn zoeken we al vóór elven ons bed op, want het wordt een korte nacht.

woensdag 9 mei: Herveld > Eindhoven > Lissabon
Om 05.10 uur gaan we met de auto naar vliegveld Eindhoven. Carlijn zal de auto weer terug rijden. Het regent pittig, dus een zonnig Lissabon is meer dan aanlokkelijk.

We gaan op tijd de lucht in en om 09.10 plaatselijke tijd staan we al op het vliegveld van Lissabon, waar het zwaar bewolkt is en slechts 14°. Dit is niet helemaal wat we ons voorgesteld hadden! Met de aerobus gaan we naar ons hotel dat een eindje van het oude centrum af ligt, maar aerobus, stadsbus en metro bevinden zich pal voor het hotel; erg gunstig dus. De kamers zijn vanwege het vroege tijdstip nog niet klaar, maar na de bagage gedropt te hebben lopen we om 10.15 uur al door een inmiddels stralend zonnige stad. Er ligt nog een hele dag voor ons. Bij het eerste cafeetje dat we zien drinken we een bica (Portugese espresso) met daarbij een pastéi de Belém. Dit zal tijdens ons verblijf in Lissabon een dagelijks ritueel worden. Met de aerobuskaart zouden we ook de open toeristenbus in kunnen. Dat lijkt ons wel wat om een eerste indruk te krijgen, maar het wil niet erg lukken een plekje op de bus te krijgen en dus besluiten we met de gewone stadsbus naar het centrum te gaan. We rijden naar Baixa, een wijk van banken, kantoren en winkels. De Arco Triunfal vormt de toegangspoort tot de Baixa met daarvoor, vlak tegen de Taag, het Praça de Comércio. Het ruiterstandbeeld van koning José I vormt het middelpunt van dit 200 bij 200 meter grote plein. Helaas zijn ze bezig met de renovatie van het plein, het blijft echter imponerend.

Het is een beetje heiig, maar desondanks kunnen we aan de Taag in de verte de Ponte 25 de Abril en het beeld van Cristo Rei zien. Dan lopen we kris-kras door de stad en komen bij een straatje dat met een haast eindeloze trap de heuvel op gaat

   

Halverwege, in een piepklein restaurantje met formica tafeltjes, lunchen we. Zo'n eenvoudig eethuisje wordt een tasca genoemd. Eerst voor de lekkere trek wat olijven en brood met schapenkaas. En dan gemengde groene salade met een vers gegrilde dorade en gepofte aardappel. Wat kan een mens van zo iets simpels genieten. We zigzaggen verder door de hellende straatjes en komen in de wijk Bairro-Alto bij Cervejaria da Trindade terecht, het oudste bierhuis van Lissabon.

Eerder was het een klooster en nu dus bierhuis/restaurant. De grote zalen zijn prachtig versierd met azulejos. We drinken hier, hoe kan het anders, een biertje. Vervolgens komen we in de wijk Chiado, die een stuk hoger dan Baixa ligt. We komen aan waar de beroemde lift zijn hoogste punt heeft. Deze lift, Elevador de Santa Justa (1902), is van smeedijzer en gebouwd door een leerling van Eiffel.

Via een heel smalle sierlijke ijzeren wenteltrap lopen we nog verder naar boven om daar te genieten van een groots uitzicht over de stad.

  

Als we het smalle trapje weer afgedaald zijn gaan we met deze beroemde lift 32 meter lager, de wijk Baixa weer in. Zo zachtjesaan gaan we een bus opzoeken, die ons naar het hotel kan brengen want we beginnen de voeten aardig te voelen. Bovendien zijn we al vanaf 04.30 uur in de benen. Rond 16.00 uur even heerlijk douchen en dan siësta. Anderhalf uur later gaan we even bij het winkelcentrum aan de overkant kijken. Daar worden we bepaald niet blij van en we zijn er ook zo weer weg. Met de bus rijden we naar de Praça dos Restauradores, een groot plein met een hoge obelisk. In een zijstraatje nemen we de Elevador da Glória, die de wijken Baixa en Bairro-Alto verbindt. Behalve de Elevador de Santa Justa, zijn de andere drie liften van Lissabon eigenlijk kabeltrams, waarbij de dalende tramwagen de stijgende omhoog trekt.

We worden langs een steil straatje naar boven gebracht en lopen daar naar Miradoura de São Pedro de Alcântara, een klein parkje met bomen, banken, een fontein, een terrasje en natuurlijk met een prachtig uitzicht. In het licht van de ondergaande zon is het allemaal nog mooier. Op het terras nemen we een fles vinho verde. Fijn sfeertje, aangename temperatuur, lekker wijntje, mooi uitzicht ... wat wil een mens nog meer? Dan lopen we voor de tweede keer die dag naar Cervejaria da Trindade en eten alle drie Portugals nationale gerecht: bacalhau (stokvis=gezouten gedroogde vis), maar wel op verschillende manieren klaargemaakt. Men zegt dat er in Portugal 365 manieren zijn om deze vis klaar te maken; wij proefden er slechts drie.

Dan gaan we weer terug naar het hotel, waar we tot slot met z'n vieren nog een glas rode wijn op de kamer drinken.

 

donderdag 10 mei: Lissabon
Op ons gemakje ontbijten. Helaas is de koffie in het hotel niet te drinken.

  

Rond 09.30 uur kopen we bij het metrostation een kaart, die geldt voor metro, bus, tram en lift. En wat kost dat? €10,- voor twee hele dagen! Dat is in Nederland wel anders. We gaan met de metro naar de benedenstad en stappen recht voor pastelaria A Brasileira uit, het beroemdste café van de stad. En dat vooral dankzij de dichter Pessoa, die hier graag kwam. Hij zit nu buiten, in brons gegoten, aan een tafeltje.

Het interieur in art-nouveaustijl, met spiegels en pleisterwerk, heeft nog zo'n lekker ouderwets sfeertje. Hier drinken we onze bica's met weer zo'n overheerlijk Belémpasteitje erbij. Dit is pas echte koffie! Dan stappen we op tramlijn 28, een ouderwets stadstrammetje, dat langs zijn route een aantal bekende punten aandoet. Alleen om er een eindje mee te rijden is al leuk.

   

We rijden onbedoeld naar het eindpunt en nemen daar dan een kijkje op het Cemitério dos Prazares, een nogal vreemde naam voor een kerkhof want het betekent zoveel als Kerkhof van Vermaak. Het is wel een indrukwekkend kerkhof en doet een beetje denken aan Pere Lachaise in Parijs. Keurige lange straten met bomen en daarlangs de meest bizarre graven.

De kerk op de begraafplaats heeft een autopsieruimte die, zo wordt ons verzekerd, alleen voor studiedoeleinden gebruikt wordt en niet met het doel misdrijven op te lossen.

We komen in gesprek met twee studentes, die de bekende Portugese studentencapes dragen met daarop verschillende emblemen. Eén van hen draagt ook een mini-deegrollertje met linten op de kraag. Gevraagd naar de betekenis hiervan vertelt ze dat dit staat voor de onafhankelijkheid van vrouwen. Wanneer de meisjes uitstappen wordt er nog enthousiast naar ons gezwaaid.

   

We stappen uit bij de Sé, een Romaanse kathedraal, gebouwd tussen de 12e en 14e eeuw.

De kathedraal is in de loop der jaren al vele malen gerestaureerd. Dit is ook nodig geweest, want de kerk heeft maar liefst 4 aardbevingen 'overleefd', waaronder de zeer zware aardbeving van 1755. De doopkapel van deze bisschopskerk is versierd met azulejos. En dat het een bisschopskerk was zie je aan de mijters in een zijkapel en aan de bisschoppelijke grafsteen.

   

Met het trammetje gaan we weer een stukje verder en stappen uit bij de Miradouro de Santa Luzia, waar we op een terras lunchen. Het uitkijkpunt heeft een pergola met bankjes. Tegen het witte kerkje van Santa Luzia zijn twee taferelen van azulejos aangebracht.  Eén van de twee stelt Lissabon voor, zoals het vóór de aardbeving van 1755 was.

 

De oudste wijk van Lissabon is het hooggelegen Alfama, tussen het Castelo de São Jorge en de Taag. De naam is afgeleid van het Arabische Al-hamma (hete bron). Vroeger bevonden zich aan de voet van de heuvel warmwaterbronnen. Wonder boven wonder werd deze wijk gespaard bij de grote aardbeving van 1755.

s Middags lopen we naar Castelo de São Jorge. Het kasteel ligt hoog boven Lissabon en dateert al uit de Romeinse tijd, maar werd later verbouwd tot een Moorse vesting. Ook was het lange tijd de residentie van de Portugese koningen. We dwalen een hele tijd rond over de ruïnes en genieten onder de bomen van het mooie uitzicht.

  

   

Tot slot deze middag nemen we de bus en metro terug naar het hotel. Om 18.00 uur pakken we de metro weer naar Baixa en zoeken een terrasje op voor de witte wijn.

       

Het is gezellig druk en hier boven zie je de loopbrug die van de wijk Chiado naar de Elevador de Santa Justa loopt. We lopen langs station Rossio met de gebeeldhouwde hoefijzervormige deuren. Er zijn veel straatjes waar de eetgelegenheden en terrasjes huis-aan-huis staan. We vinden een erg leuk restaurant waar we heerlijk buiten eten, want de temperatuur is nog steeds hoog. Als dessert halen we nog een lekker ijsje en dan gaan we weer richting hotel. Wanneer we de metro uit gaan reageert Jans kaartje niet meer en kan hij er dus niet uit. Niemand te zien, dus na eindeloos proberen zit er weinig anders op dan maar over het poortje te klimmen. En dat als je bijna 69 bent! Niet echt fijn.

 

vrijdag 11 mei: Lissabon
Het is zwaar bewolkt en dit zal vrijwel de hele dag zo blijven, maar de temperatuur is aangenaam, hooguit is het wat drukkend.

Na het ontbijt gaan we met de metro richting Taag, want daar willen we de tram of een bus naar Belém nemen. Als we gevonden hebben waar we moeten opstappen nemen we eerst op een klein terrasje ons dagelijkse ochtendshot caffeïne. Dan gaan we met de bus naar Belém. Deze wijk ligt aan de monding van de Taag en staat bekend om de Toren van Belém. Maar eerst gaan we naar Pasteleria de Belém, waar ook de bakkerij is van de roompasteitjes 'Pastéis de Nata'.

   

Elders in Lissabon heten ze pastéis de Belém. Het zijn bladerdeegtaartjes, gevuld met (banketbakkers)room, die je aan je tafel nog eens bestrooit met kaneel en suiker. Bij dit eenvoudige maar heerlijke gebakje hoor je een lekkere sterke bica te drinken. Het is even schrikken, want er staat een lange rij mensen buiten te wachten.

Maar de rij blijkt voor de winkel te zijn. Via een zijdeur gaan we naar binnen, waar diverse grote met azulejos versierde ruimtes zijn. De pastéis zijn meer dan verrukkelijk: nog een beetje warm, krakend vers bladerdeeg en minder zoet dan elders: dit zijn de echte! We kunnen het niet laten om nog een rondje bica plus pastéis te nemen. Dat moet dan maar de lunch zijn! De prijs van dit festijn: €14,40 voor 8 espresso's en 8 roomgebakjes!!

 

We lopen een stukje verder naar het Mosteiro dos Jerónimos, (Hiëronymusklooster), een 16de-eeuws klooster in de Portugese Manuelstijlmet een prachtig gebeeldhouwd kerkportaal uit  de 16e eeuw en praalgraven van staatslieden, dichters en ontdekkingsreizigers.

Dit immense complex is uiterst indrukwekkend. Het klooster staat op de plek waar ontdekkingsreiziger Vasco da Gama en zijn bemanning zich in 1497 afzonderden, voordat ze hun reis naar India ondernamen. Na deze succesvolle tocht besloot koning Manuel er een klooster te bouwen. Dat was mogelijk omdat de schatten uit India, kruiden en specerijen, enorm veel geld opbrachten. Zowel Vasco da Gama als Manuel liggen er begraven, evenals een aantal andere belangrijke  Portugezen. Het enorme klooster is aan de buitenkant al geweldig indrukwekkend om te zien. Eerst gaan we de kerk in. Elke pilaar is van onder tot boven gebeeldhouwd, heel erg mooi.

    

We bezichtigen ook de sacristie, waarin met name het leven van Hiëronymus op schilderijen uit de 15e tot de 18e eeuw wordt uitgebeeld. We besluiten ook het klooster te bekijken. Dit is echt het hoogtepunt van de dag: het is zo schitterend, met geen pen te beschrijven. Met name de kloostergang rond de tuin is betoverend mooi.

   

We raken er niet uitgekeken. Elke boog en elke pilaar is weer anders uitgewerkt. En dan is er nog de enorme refter, waarvan de lange wanden versierd zijn met azulejos. En wat moet je nu van deze voorstelling denken?!

   

Na al dit moois steken we de straat voor het klooster over en lopen door het parkje naar de oever van de Taag, waar het monument Padrão dos Descobrimentos staat, het monument der ontdekkingen.

Het memoreert de zeelieden, ontdekkers en andere personen die bijdroegen aan het welvarende tijdperk van de ontdekkingen. In 1960 was het 500 jaar geleden dat Hendrik de Zeevaarder overleed. Ter gelegenheid daarvan werd toen dit wit stenen monument in de vorm van een scheepsboeg opgericht. Vooraan staat Hendrik zelf, gevolgd door koning Manuel I, Vasco da Gama en een hele stoet andere beroemde Portugezen. De enige vrouw in het gezelschap is Hendriks moeder, die naar men zegt het brein achter de Portugese ontdekkingsreizen was.

  

In het monument kun je met de lift naar 52 meter hoogte. Van hieruit kun je heel mooi zien hoe groot het klooster is ...

... en ook zie je de brug Ponte 25 de Abril en het christusbeeld. De hangbrug,  ontworpen naar het voorbeeld van de Golden Gate Bridge in San Francisco, is 2,5 kilometer lang en op het hoogste punt hangt hij 75 meter boven het water van de Taag. De brug werd geconstrueerd tijdens het bewind van dictator Salazar en kreeg ook zijn naam. Lang heeft dat niet geduurd, want acht jaar later werd Salazar verjaagd en werd de brug omgedoopt in de Brug van de 25e april, de dag van de zogeheten Anjerrevolutie.

De voorstelling op het plein voor het monument is zo van bovenaf ook prachtig te zien. Hierop is een wereldkaart gemaakt waarop de ontdekkingsreizen en bezittingen van de Portugezen staan aangegeven. Weer beneden bekijken we de kaart nog eens van dichtbij. Het is niet misselijk waar die Portugezen zo in de loop der jaren allemaal geweest zijn.

  

Dan nemen we een paar haltes de bus om de laatste (voor ons dan) bezienswaardigheid van deze dag in Belém te zien, namelijk de Torre de Belém. Hij is een symbool van Portugese macht en baken voor de zeevaarders die terugkwamen van hun reizen. Het was tevens de plek waar vandaan de schepen vertrokken om op ontdekkingsreis te gaan. Deze wachttoren werd gebouwd in de eerste helft van de 16e eeuw om de haven te beschermen. De Torre de Belém stond oorspronkelijk op een klein eilandje, ongeveer in het midden van de Taag. Na de grote aardbeving van 1755 werd de loop van de rivier gewijzigd en door het aanslibben van klei en zand ligt de toren nu vrijwel aan de oever. De toren heeft overvloedige decoraties en de Arabische invloed is duidelijk zichtbaar in de vele Moorse motieven. Nadat de toren zijn functie als fort en uitkijkpost kwijt was, werd hij in 1580 langzaam omgebouwd als gevangenis.

  

Het is mooi geweest. Met de tram gaan we terug naar het centrum. In een kleine supermarkt kopen we nog wat water en een fles vinho verde om de laatste avond van ons verblijf in Lissabon gepast af te sluiten. In het voorbijgaan zien we dat de aardbeien in de reclame zijn: prachtige aardbeien voor €0,99 de kg! Het is dat we er op de hotelkamer niets mee kunnen, want anders ... Het laatste stuk weer met de metro en dan zijn we om 16.30 uur weer terug voor de siësta. 's Avonds gaan we, zoals we inmiddels gewend zijn, weer naar de wijk Baixa en dan met de Elevador da Glória naar boven. Daar willen we eerst een restaurantje opzoeken alvorens iets te gaan drinken, maar het loopt wat anders. Wanneer we het restaurant gevonden hebben gaan we meteen eten. Bij de kaasjes vooraf zit er één die vrijwel vloeibaar is, maar zó lekker! Het is een klein zaakje, waar zowel toeristen als locals komen. Wel gezellig.

   

We zijn dus ook vroeg klaar met eten. Tijd genoeg om nog door de stad te slenteren. Op het middenstuk van Rossio staan tenten met streekproducten uit Portugal. Het is redelijk druk, een leuke sfeer en er is een band. Paul is er niet weg te slaan, maar voor ons is het te veel herrie. Rossio is een groot plein met in het midden een hoge marmeren zuil met het beeld van koning dom Pedro IV, de eerste koning van Brazilië en naar wie dit plein genoemd is. Maar in de volksmond heet het plein Rossio. Nadat we hier wat hebben rondgekeken zoeken we een terras op om iets te drinken. Het is nog steeds dik boven de 20°, dus heerlijk weer om buiten te zijn. Om 23.00 uur zijn we weer in het hotel en maken op de kamer van Ineke en Paul de vanmiddag gekochte fles vinho verde soldaat, omdat het de laatste avond van dit stedentripje is.

 

zaterdag 12 mei: Lissabon > Amsterdam > Herveld
Vanmorgen gaan we met de metro eens de andere kant op: naar een warenhuis om, wat ons betreft, een aardigheidje voor Carlijn te kopen. Zij maakte het mogelijk om op onmogelijke uren met de auto naar Eindhoven te gaan en ons van Schiphol weer naar Herveld te brengen. In het warenhuis beginnen we, hoe kan het anders, met een bica en we gaan het warenhuis niet uit zonder er nog een te nemen. We brengen de aankopen naar het hotel en checken dan uit. De bagage kunnen we achterlaten. In het centrum nemen we onze allerlaatste pastéi de Belém en gaan vervolgens op zoek naar de Elevador da Bica, de kleinste van de lifttrammetjes die ons van Bairro-Alto door een uiterst smal straatje naar de wijk Bica brengt.

     

We blijken dan heel dicht bij het trappenstraatje van de eerste dag te zijn, dat dit keer feestelijk is versierd. Waar we de eerste dag begonnen, eindigen we nu op de laatste dag, namelijk bij de Arco Triunfal, de poort die naar het Praça de Comércio leidt, maar nu gezien vanaf de andere kant.

In de winkelstraten zoeken we een terras op; het is erg warm. Al verder slenterend komen we langs een tassenwinkel en kopen daar voor Marijntje een verjaarscadeautje. We nemen een kijkje in de Dominicaner kerk, die ze min of meer in de staat hebben gelaten zoals die was na de brand. De kerk is niet bijzonder, maar wel lekker koel! Met de Elevador da Gloria gaan we naar Miradoura São Pedro waar we onder de bomen weer heerlijk op het terras zitten met, voor de meisjes, een grote mojito.

Ten slotte eten we een hapje, voor de Portugezen belachelijk vroeg, en gaan dan voor de laatste keer met de metro naar het hotel om de bagage op te halen. En dan met de aerobus naar het vliegveld. We zullen landen op Schiphol in plaats van Eindhoven, waar we vertrokken. Het reisbureau had een fout gemaakt waardoor we eigenlijk vandaag voor dag en dauw terug zouden moeten vliegen. Na heen-en-weergepraat door Ineke en Paul konden we toch 's avonds vertrekken, maar dan wel met bestemming Amsterdam.

De vlucht verloopt voorspoedig, behalve dat er achter ons een paar uiterst vervelende jochies zitten. Het is zo erg dat zowel Jan als ik ze een keer tot de orde roepen (pa doet het namelijk niet!). En om 01.00 uur staat Carlijn ons al op te wachten.

 

zondag 13 mei: Herveld > Ruurlo
Rond 02.00 uur zijn we weer in Herveld en liggen al snel in bed. Aan het eind van de ochtend gaan we naar Carlijn, die ons heeft uitgenodigd om te komen brunchen en haar nieuwe appartement te bekijken. Het ligt uniek en is erg leuk. Ze heeft werk van de brunch gemaakt en het is erg gezellig. Maar na het eten vinden we het toch tijd om weer naar Ruurlo te gaan, waar we in de loop van de middag aankomen.

Home Reizen van Jan en Carla