Home Reizen van Jan en Carla

 

JOEGOSLAVIË

Slovenië en Kroatië

8 juli – 2 augustus 1990

 

Kaart

In juli 1990 gaan we op kampeervakantie in Joegoslavië, en wel in Kroatië. We zullen dan ook Emil Jošt en zijn gezin bezoeken. Emil en ik corresponderen al sinds ik op de middelbare school zat en we zullen elkaar nu dus voor het eerst in levende lijve ontmoeten. Spannend!
Op het moment dat we daar zijn is Joegoslavië nog één land; een jaar later, op 25 juni 1991, wordt zowel Slovenië als Kroatië onafhankelijk.

Verslag van de vakantie

8 juli, Duitsland
In Duitsland een camping gevonden in Bad Kreuznach, een rustige camping bij een Kurort.

9 juli, Oostenrijk
’s Morgens weer vertrokken en verder gereden naar de Millstätter See in Oostenrijk. Een camping gevonden daar niet te ver vandaan; prachtig gelegen, terrasvormig en met uitzicht over het meer.

10 juli
’s Morgens begint het te regenen en het houdt die dag niet meer op.

Millstatter see

11 juli
Naar Millstatt geweest: geld halen, dorp bekeken en als echte toeristen gaan waterfietsen op het meer.

Millstatter see2

12 juli, Joegoslavië/Slovenië
Tent opgebroken en over de Würzerpas de grens over naar Joegoslavië.

In de oorlog (1991) is er nog geen twee weken gevochten. Slovenië is een ‘gewoon’ westerse democratie en heeft als enige republiek de onafhankelijkheid goed overleefd. De bevolking is overwegend katholiek. In Slovenië wordt Sloveens gesproken; een slavische taal die meer lijkt op Tsjechisch dan op Servo-Kroatisch.

Kaart2

In Slovenië staan veel hooirekken. Bij het Meer van Bled iets gegeten. Het Meer van Bled is nog betrekkelijk rustig. Een slot hoog op de rots en een eilandje met een kerk
in het meer.

                

Dan naar Ljubljana, de hoofdstad van Slovenië. Na een paar keer vragen het huis van Emil gevonden: een 4-kamerflat op de derde etage aan de rand van de stad. Emil is nog niet thuis. Marjana, zijn vrouw, komt ons tegemoet. Ook Mateja, de dochter, is thuis. Enkele minuten later komt Emil: zeer gebruind in korte broek en begroet ons bijzonder hartelijk. Af en toe kijkt hij me aan met een tevreden gezicht en zegt “Endlich bist du hier nach zo lange Zeit ...” Later komt ook Gregor, hun zoon, thuis. Tegen de avond gaan we met de auto naar de burcht van Ljubljana. Daar op de toren wijst hij ons verschillende gebouwen. Daarna gaan we het centrum van Ljulbljana in. Hij houdt niet op te vertellen en te wijzen. Ten slotte nodigt hij ons uit in een restaurant te eten.

13 juli
Emil moet ’s morgens eerst nog even naar kantoor. Wij ontbijten met Marjana. Als hij terugkomt neemt hij ons mee naar de markt en laat ons verscheidene winkels zien. Als we weer thuis komen heeft Marjana het eten klaar.
In de namiddag gaan we een stukje de bergen in. Het is er erg mooi. Bij een bergrestaurantje besluit hij dat we van daaruit een kaart naar Nederland moeten sturen; hij is duidelijk gewend de leiding te nemen. Hij wil ook per se een speldje voor me kopen.

We rijden langs een andere weg terug. Onderweg bekijken we een oud kerkje in Kamnik en eten in een restaurant in Radomlje: heel gezellig en bijzonder. De kaassoep wordt geserveerd in een soepkom gemaakt van brood.

Weer thuis, als Jan naar bed is, praat ik nog lange tijd met Marjana terwijl Emil Gregor naar het station brengt.

14 juli
Rond 10.00 uur vertrekken we voor een wandeltocht. Marjana blijft thuis. Onderweg stoppen we in Gornju Grad om de kerk te bekijken en daarna nog vele keren om te fotograferen.

Uiteindelijk zetten we de auto neer en dan is het klimmen geblazen. Het is ongelooflijk mooi. Eerst zien we de Slap Rinka (slap=waterval).

We klimmen verder en het wordt steeds mooier. We komen bij de bron van de Savinja. Uiteindelijk komen we bij een berghut. Hier zitten we buiten op houten banken, drinken schnaps en alpenthee en eten stevige soep met meegebracht brood en bier.

Na enige tijd terug. Mateja ziet een groot rotsblok en klimt erop voor een foto. Ik laat me niet lang uitdagen ... We komen langs bergweides met veel bloemen. De kleuren lijken hier intenser te zijn.

Als we uiteindelijk weer beneden zijn dompelen we onze voeten in het ijskoude water van de Savinja. Op de terugweg komen we nog langs andere watervallen.
Deze conditietest valt onze gastheer niet tegen!
We maken nog een ommetje naar het ouderlijk huis van Emil in Zalec, waar zijn moeder en verstandelijk beperkte broer nog wonen. Moeder is een zeer vitale 84-jarige vrouw, die uitstekend Duits spreekt. Ze is erg gastvrij: komt met appeltaart, worst, enz. Als we weggaan moeten we beloven voordat we naar Nederland reizen nog een keer bij haar langs te komen. We nemen afscheid van haar met een klinkende zoen.
Om 23.00 uur zijn we terug in Ljubljana. Marjana en ik praten nog lang en vertrouwelijk met elkaar: ik heb er een vriendin bij!

15 juli
Vandaag staan de grotten van Postojna op het programma. Met een treintje ga je de grotten in. Indrukwekkend.

Buiten is het feest: oude ambachten, eten en drinken aan houten tafels en banken, klederdrachten, paarden, etc.

                

Emil krijgt het tòch voor elkaar even met me te dansen!

Als we daar wat gegeten en gedronken hebben rijden we naar Predjamski Grad, 9 km verderop. Het is een slot, gebouwd op een 123 m. hoge rots. We bekijken m.n. het oudste deel waar eens de roofridder Erasm geleefd heeft.

Daarna rijden we naar het Cerknisko Jezero, een meertje dat bij droogte al zijn water verliest via onderaardse stroompjes. Als wij er komen staat er nog water, maar het is erg ondiep. Jan gaat er even in om af te koelen. De anderen praten en luieren nog wat.
Onderweg naar Ljubljana rijden we langs het ouderlijk huis van Marjana en gaan even langs bij haar schoonzuster. Ook hier een gastvrij onthaal: zelf gemaakte schnaps, appels en abrikozen en er wordt een fles wijn open getrokken. De kamer is behangen met jachttrofeeën, want Marjana’s broer jaagt veel. De schoonzus is een aantal keren in Nederland (Wageningen) geweest voor cursussen betreffende landbouw.
’s Avonds thuis spreken we met Marjana en Emil af dat we, na onze vakantie in Kroatië, de 27e nog terug zullen komen. We nemen afscheid van Emil.

16 juli, Kroatië

De hoofdstad van Kroatië is Zagreb. Al eind jaren ’80 braken er gevechten uit tussen Kroaten en daar wonende Serviërs, wat escaleerde in 1991. In dat zelfde jaar verklaarde Kroatië zich onafhankelijk. De bevolking is (zover het niet-Serviërs betreft) katholiek. De Kroatische taal lijkt erg op het Servisch (vandaar de naam Servo-Kroatisch). Het grote verschil is dat Kroaten het latijnse en Serviërs het cyrillische alfabet gebruiken.

Om 10.30 uur nemen we afscheid van Marjana en Mateja.
We rijden naar Istrië, een schiereiland aan de Kroatische kust. Onderweg bezoeken we de stoeterij van Lipica, met de bekende Lipizaner paarden. We krijgen er een rondleiding.
We besluiten niet in Porec te kamperen, maar rijden door naar een camping enkele kilometers buiten Rovinj: Vestarcamp.

17 juli
We gaan naar Rovinj om geld te halen en de stad te bekijken. Het oude stadsdeel heeft schitterende schilderachtige smalle straatjes.

                

Terug op de camping besluiten we te gaan zwemmen. Het water is heerlijk van temperatuur, geen branding en veel zouter dan bij ons.

18 juli
Vandaag gaan we naar Pula. We komen na veel oponthoud in een erg drukke, onaantrekkelijke indrustriestad. De Romeinse arena valt tegen, slechts de buitenkant staat nog overeind. De arena’s in Zuid Frankrijk zijn heel wat indrukwekkender.

Daarna wandelen we naar een oude Venetiaanse vesting. Ook deze is niet wat we ervan verwachten. Kortom: Pula valt tegen.
Hierna naar Porec gereden. Dit is echt een toeristenplaatsje. Het heeft ook leuke smalle straatjes met veel Venetiaanse kenmerken, doch Rovinj is schilderachtiger.

De kerk van St. Euphrasius is werkelijk heel mooi, met fresco’s en Byzantijnse mozaïeken. De zuilen zijn heel rank en alle zijn anders versierd.

19 juli
Luierdag op de rotsen aan het water. Aangezien de strandjes overvol zijn kiezen we voor het naaktstrand.

20 juli
Vandaag naar Pazin en daar de kerk met fresco’s bekeken en vervolgens de middeleeuwse burcht ‘Kastel’ bezocht, waar ook het etnografisch museum is.

Dan richting Beram. We vragen naar de fresco’s. Er wordt een vrouw geroepen. Ze stapt bij ons in de auto en we rijden naar het kerkhof met de kapel ‘Sveta Marija na Skriljinama’, ongeveer 1 km buiten het dorp. In de kapel een 40-tal fresco’s uit ± 1470, waaronder de dodendans. Heel mooi. Ook het houten plafond is beschilderd.

 

                

Dan rijden we naar Motovun, dat bovenop een 277 m hoge heuvel torent. Het heeft nog oude stadsmuren en een loggia vanwaar je een prachtig uitzicht hebt op de omgeving en smalle straatjes.

21 juli
Het geld is op, dus weer naar Rovinj. Daar nog wat foto’s gemaakt.

                

’s Middags verkoeling in het water gezocht.

22 juli
Om 08.00 uur in de auto gestap richting Venetië. De rit er naar toe valt tegen: vier uur. Aan de grens dinars (ongeveer honderd gulden) gewisseld.Bij Venetië worden we naar een parkeerterrein geleid en van daaruit worden we met een bootje (10 minuten) naar het centrum gebracht. Het is belachelijk duur allemaal. Deze lires zijn schoon op na tolweg, parkeerterrein en bootvervoer naar Venetië.

Daar aangekomen dus eerst op zoek naar een wisselkantoor, want overal zijn eet- en drinkgelegenheden en de maag is leeg en de dorst is groot in die warmte na zo’n vijf uur. Echter ... niets. Uiteindelijk bij het San Marcoplein een wisselkantoor. We krijgen, na wat gerommel onder de toonbank, een handvol lires en een vodje papier voor onze Joegoslavische dinars. Het blijkt veel te weinig te zijn (naar ons idee een tiende van wat we zouden moeten krijgen). Nergens een lijst met wisselkoersen te bekennen, moeilijk te controleren dus. We blijven maar rekenen en nemen er geen genoegen mee. Uiteindelijk rukt de man het Italiaanse geld uit Jans hand en geeft de dinars terug! We zijn dus uiteindelijk niet genept, maar hebben nog steeds geen lires om iets te drinken. Ik ontdek een ijsstalletje waar je met Duiste marken kunt betalen (ik heb nog wat muntgeld). Uiteindelijk stappen we naar binnen in het super chique en schandalig dure hotel Danieli. In onze kampeeroutfit passen we niet echt in deze omgeving, maar we kunnen de vijfendertig gulden aan Nederlands geld die we bij ons hebben in elk geval wisselen.

Wat een armoe! De stemming is behoorlijk gezakt.
Het deel van Venetië op en rond het San Marcoplein is zeker de moeite waard. De kerk is van binnen somber, maar getuigt van grote rijkdom.

                

De beroemde Rialtobrug valt ons wat tegen. De gondels zien er heel sierlijk uit. Eén gondel gezien, waarop een zingende man stond en natuurlijk was het ‘O sole mio’. Het galmt prachtig tussen de hoge huizen over het water.

                

Ergens nog een snack gekocht - meer zat er gezien de financiële mogelijkheden niet in - en weer richting camping gegaan. Dat was ons dagje Venetië!

23 juli
Wat huishoudelijke klusjes bij de tent gedaan en daarna naar ‘ons plekje’ om te zwemmen.
’s Avonds aan de haven van Rovinj vis gegeten en nog even door het stadje gelopen. Als de oude straatjes verlicht zijn met de ouderwetse straatlampen ziet het er sprookjesachtig uit.

24 juli
Vandaag een boottocht. We vertrekken om 11.00 uur uit de haven van Rovinj. Vóór het vertrek krijgen we al drinken aangeboden: citroenlimonade, mineraalwater, rode/witte wijn of schnaps. Op dat uur van de dag! Even later komen ze met koekjes rond. Je kunt de hele dag drinken zoveel je wilt. Sommige mensen maken daar dan ook optimaal gebruik van!

We varen eerst naar de Limfjord. Daar hebben we een uur om te zwemmen. Intussen wordt de barbecue aangestoken. Hierna krijgen we allemaal een bord met worstjes, karbonade, uien, tomaten en brood. We eten het op of naast de boot.

We varen naar de overkant naar de piratengrot, die in vroeger eeuwen als schuilplaats diende voor zeerovers.
Dan naar Vrsar. Dit plaatsje ligt tegen een helling. Het is een klein vissersplaatsje met nog weinig toerisme. Vrsar is aardig, wat lichter en vrolijker dan Rovinj. Het lijkt ook niet zo oud en het mist de schilderachtige straatjes.

Hierna varen we naar Crveni Otok, het rode eiland. Zo genoemd naar de aardkleur. Dit is een eilandje met een zeer luxe hotel en veel bomen. Het heeft ook nog een piepklein museumpje.
Om 18.00 uur arriveren we weer in Rovinj.

25 juli
Een dagje luieren en zwemmen.

26 juli
Laatste dag Adriatische Zee en Rovinj.

27 juli, weer terug in Slovenië
Op ons gemak de tent opgebroken en vervolgens via de oostkust van Istrië terug naar Ljubljana. We rijden eerst naar Labin, dat hoog gelegen is. Daarna verder via Plomin, waar je een prachtig uitzicht hebt op de Kvärner Bocht. Jammer dat het heiig is.

In Lovran neemt Jan nog even een duik in zee. De oostkust is bergachtiger dan de westkust, maar aanzienlijk minder fijn om te zwemmen e.d.
Bij Opatija nemen we de weg richting Ljubljana. Bij Rupa verandert het landschap vrij plotseling van dor en droog naar groen en alpenachtig.
We komen wat vroeg in Ljubljana en rijden eerst naar het centrum. De Franciscaner kerk is open. Er is een mis aan de gang. Het gezang is heel melodieus, heel anders dan bij ons. Van binnen is deze kerk een goed onderhouden barokkerk.

Daarna lopen we nog wat door de stad.

Rond 21.00 uur komen we bij Emil en Marjana. Zij heeft een koek gebakken, waarin een groen kruid verwerkt is. Het is wat grasachtig. De koek smaakt goed. Op onze slaapkamer hebben ze cadeautjes voor ons neergezet: een fles wijn, een theepot voor die typisch Sloveense lindenbloesemthee en een miniatuur van zo’n karakteristiek Sloveens rek waar ze gras op drogen.

28 juli
’s Morgens gaan Emil en ik naar de bakker en de bank. Daarna wordt een en ander in de auto geladen. Hiermee kan hij overigens iedere dag weer úren bezig zijn. We rijden door een prachtig landschap en stoppen even bij Kneza. Dan rijden we langs een onwaarschijnlijk blauw meer. Even verder zwemmen we in de Soca. We stappen nog diverse keren uit bij schitterende plekjes: de rivieren zijn blauw en groen en stromen kolkend tussen de rotsen. Er boven vaak oude en soms gammele bruggetjes

In Bovec doen we nog wat boodschappen. Uiteindelijk komen we in Triglavski Narodni Park, waar we naar de bron van de Soca klimmen; het laatste stuk langs een staalkabel.

Weer verder over de Vrsic pas. Rond 21.00 uur eten en drinken we wat bij de berghut Tamar (1611 m.). We kunnen nog net ‘het mooiste meisje van de bergen’ zien. Dit is een rotspartij die iets weg heeft van een meisjeshoofd.

Daarna over een weg met 46 bochten naar Kranjska Gora, waar we zullen overnachten. Hier hadden we niet op gerekend en het is weer typisch Emil: bedenkt wat er gedaan gaat worden en kent vervolgens de anderen hier niet in. Zijn appartement is een soort sousterrain van een appartementengebouw, niet groot maar voldoende.

29 juli
De grens van Italië blijkt heel dichtbij te zijn. We gaan naar een grote skischans, waar ook de wereldkampioenschappen worden gehouden. We klimmen naar boven, het laatste stuk letterlijk op handen en voeten. Boven gekomen realiseer je je van welke hoogte de skiërs naar beneden suizen.

                

Daarna komen we weer in Triglavski Narodni Park. We lopen eerst met z’n vijven naar een watervalletje. Weer terug besluiten we dat Emil, Jan en ik naar een andere waterval zullen klimmen. Marjana en Mateja zullen op ons wachten. De waterval is smal en komt van grote hoogte naar beneden kletteren. Het is erg heet die dag en Jan neemt een douche: twee seconden!

We zien de sneeuw in de verte en Emil stelt voor daarin het bier koud te zetten. Dat wordt een echte klim en afzien: we komen geen mensen tegen, er is geen pad en op het (=zijn) gevoel gaat het over stenen, door struiken, etc. Dan is daar de sneeuw. Het valt niet mee er te komen, want de stenen naast de sneeuw liggen op een ijslaag en je glijdt zo meters naar beneden. Het is een vreemde gewaarwording om je eind juli met sneeuw in te zepen ter verkoeling.

We eten en drinken wat en gaan dan terug naar Marjana en Mateja. We zijn dan ruim 3,5 uur weg geweest.
We rijden weer richting Kranjska Gora; aan het riviertje Sava Dolinka zullen we picknicken. Er moet nog dood hout gezocht worden voor de barbecue. We eten worstjes en geroosterd vlees met brood en drinken bier. Het is uiterst eenvoudig, maar het heeft wel wat.

Als we klaar zijn en alles is opgeruimd rijden we naar Podkoren. Een kennis van Emil heeft daar een gasthaus met ‘zwarte keuken’. Het is een prachtig oud pand met veel antieke voorwerpen erin, heel sfeervol. De zwarte keuken is de oude originele keuken, waar bij kaarslicht nog op open vuur soep gekookt wordt en in de oven brood wordt gebakken. Naast een moderne keuken wordt deze keuken nog gebruikt als attractie voor de gasten.
In Podkoren blijkt die avond het jaarlijkse brandweerfeest te zijn. Het is een echt dorpsfeest in de open lucht met een bandje onder de lindenboom. En natuurlijk wordt er gedanst op de traditionele Sloveense muziek: wals en polka. Natuurlijk moet ik ook dansen. Een man met een groot stuk kaas geeft Jan ook een stuk; zoiets kan je je in Nederland niet voorstellen. Het is wel gezellig.

Ook Marjana danst met Jan, zij het na enig aandringen. Emil koopt een suikerhart voor me: een beetje aangeschoten?
Als we weer in Kranjska Gora zijn zal Emil nog een slaapmutsje maken: ‘café valdostana’, dat is een mengsel van koffie, suiker, verschillende verse vruchten en grappa. Het recept is afkomstig uit de bergen rond Aosta. Het wordt gedronken uit een pot met verschillende tuiten, ieder om de beurt een slok. Een idiote vertoning!

30 juli
Na het ontbijt pakken we alles weer in. Eerst maken we nog een kleine wandeling in de buurt. Dan rijden we naar Vindgar. Hier stroomt de Radovna kolkend door een soort kloof. Het is behoorlijk diep en er zwemmen veel forellen. Daarna eten we in het restaurant verse forel.
Dan rijden we verder naar een hoog plateau met veel bos met enorme kaarsrechte stammen, genaamd Pokljuka, en lopen naar de Lipanca berghut. Hier blijven Marjana en Mateja achter.

Met z’n drieën klimmen we naar de top van de Mrezce op 1998 m. Onderweg een grote verscheidenheid van bloemen, o.a. arnica en wilde cyclaam. Na een flinke klim komen we op de top. Aan één kant gaat het loodrecht naar beneden, adembenemend! Ik ben verrukt van het landschap en tegelijk voel je je zo nietig.

                

Terug naar de auto. We rijden naar het Meer van Bohinj. Het is hier veel rustiger dan in Bled, veel minder bebouwing rond het meer. Je ziet meer van de natuurlijke omgeving. We rijden er omheen. Ernaast staat een mooi oud kerkje. Vervolgens rijden we naar Bled. Het is inmiddels 22.00 uur. Het kasteel en het kerkje op het eiland zijn verlicht. Het is nog erg warm. Op een terras drinken we wat en eten Kremna Rezina, een soort tompouce. Tot slot weer naar Ljubljana.

31 juli
’s Morgens, als iedereen nog slaapt, schrijf ik in mijn dagboek. Dan komt Marjana en samen hangen we de was op. Vervolgens ga ik met Emil wat boodschappen doen voor het ontbijt. Hij wijst me van alles en vertelt veel.
Na het ontbijt gaan we met Emil naar het centrum van Ljubljana naar een warenhuis. Eerst koopt hij twee cassettebandjes met Sloveense muziek voor Jans verjaardag. Dan lopen we door het hele warenhuis om een idee te krijgen van wat er zoal te koop is en van de prijzen. Onze indruk is dat je alles wel kunt krijgen, alleen de keuze is veel en veel kleiner dan bij ons. Op de parterre is de uitstalling leuk, echter op de etages typisch oostblok: somber, oud en weinig smaak. We krijgen nog een Sloveens bier en een zakje Turkse koffie mee.
’s Middags gaan we uit eten voor Jans verjaardag.

In het restaurant krijgt Jan zijn verjaarscadeautjes: een briefopener van Marjana en een flessenopener in de vorm van een vis van Mateja. Samen krijgen we van Emil een boekje over Slovenië. Weer thuis eten we een soort Berliner bol. Jan leert aan Mateja Yatzee. Emils moeder belt nog op om ons een goede thuisreis te wensen en Emil laat nog een paar filmpjes zien: skiën, de kinderen nog klein, verjaardagen, etc. We drinken een laatste glas wijn en dat is het eind van ons verblijf hier.

1 augustus, Duitsland
Om 10.30 uur vertrekken we met twee auto’s, want Emil, Marjana en Mateja zullen met ons tot Villach rijden omdat er uitverkoop is in Oostenrijk. In Kranjska Gora moet Emil nog geld wisselen. Dit duurt meer dan een half uur, slecht voor zijn zenuwen en bloeddruk.
In Villach, waar het erg druk is vanwege het slechte weer, gaan we voor het laatst met z’n allen eten. Daarna nog een kop koffie en dan is het moment van afscheidnemen aangebroken. Ze brengen ons naar de auto. Om 15.00 uur rijden we weg en zwaaien nog zo lang mogelijk: Auf wiedersehn!!
In de buurt van Ulm in Duitsland zetten we ’s avonds onze tent op.

2 augustus, Nederland
Om 08.30 uur zitten we weer in de auto. Het is erg druk op de wegen en werkelijk bloedheet. Rond 17.00 uur zijn we weer thuis in Den Haag.

 

Home Reizen van Jan en Carla