JAPAN
(Nippon)
5 - 26 oktober 2012
Reisroute:
Fukuoka > Nagasaki > Kumamoto (Aso-vulkaan) > Beppu > Matsuyama > Kurashiki (Miyajima en Hiroshima) > Kyoto > Tokyo
WAAROM JAPAN?
Hoewel Japan ook in Azië ligt, is het toch heel anders dan China of de andere landen in het Verre Oosten. Japan is een land van tegenstellingen: cultuur en tradities gaan hier samen met een zeer moderne levenswijze. Naast hypermoderne steden zijn er landelijke dorpjes en naast hectiek, de stilte van tempels en Japanse tuinen. Daarnaast is het landschap vooral bergachtig, is het een schoon en zeer veilig land met een buitengewoon hulpvaardige en gedisciplineerde bevolking en, ook niet onbelangrijk: de Japanse keuken is heel bijzonder. Al eerder hadden we het plan opgevat om in het voorjaar van 2012 naar dit intrigerende land te gaan. Door onverwachte gebeurtenissen kwam het er niet van, maar een paar maanden later toch de oude voornemens weer van stal gehaald. Na het bestuderen van diverse reisgidsen en boeken, veel speuren op internet, bezoek aan een expositie van Japanse kimono's, etc. wordt het de hoogste tijd om zelf Japan te gaan ervaren.JAPAN /NIPPON:
Geschiedenis van Japan in vogelvlucht
Japan was oorspronkelijk bevolkt door verschillende clans en is pas sinds 645 een keizerrijk. In dat jaar kwam alle grond in handen van de staat. In de loop der eeuwen kregen de militaire leiders, die de titel Shōgun hadden, steeds meer de macht in handen en in feite was daarmee de situatie van de clans weer hersteld. De functie van de keizer werd een ceremoniële. Dat bleef zo tot 1868, toen de keizer weer alle macht kreeg. In de 16e eeuw stichtten de Portugezen handelsnederzettingen in Japan. Toen het de Japanners duidelijk werd dat de westerlingen niet alleen religieuze- en handelsmotieven hadden maar ook politieke, sloten ze Japan voor alle buitenlanders af. Alleen de Hollanders mochten blijven en handel drijven met Japan, omdat zij zich schikten naar de eisen van de Japanse leiders.Pas in de 50-er jaren van de 19e eeuw werd het land onder druk van Amerika weer opengesteld. In Kaganawa werd toen een handels- en vriendschapsovereenkomst getekend met de Verenigde Staten en weldra volgden een aantal andere landen. Met de openstelling van de grenzen kwamen ook de Westerse kennis en gewoonten het land binnen. Het gevolg daarvan was dat de politieke structuur van het land sterk veranderde; het keizerlijk gezag werd weer in ere hersteld. Binnen het tijdsbestek van één generatie kwamen 35 miljoen mensen terecht in een compleet andere tijd en Japan groeide uit tot een wereldmacht. In de 20e eeuw voerde Japan oorlog met China en Rusland. In WO-I vocht het aan de zijde van de geallieerden. In WO-II vocht het juist tegen hen. Aan die oorlog kwam een eind in 1945, toen de Amerikanen atoombommen op Hiroshima en Nagasaki gooiden. Japan bleef daarna nog onder controle van een Amerikaans bezettingsleger en pas in 1952 kreeg het zijn soevereiniteit terug. De Japanse keizer heeft sindsdien nog slechts een ceremoniële functie.
RELIGIE VAN JAPAN
Shinto: Shinto is het oudste (volks)geloof in Japan en is ook typisch voor Japan. Geen enkel ander land kent shinto. Het is waarschijnlijk ontstaan rond het begin van de christelijke jaartelling als een soort behoefte om te bidden of te bedanken voor een goede oogst. Maar shinto heeft ook wortels in het sjamanisme. Het is gebaseerd op vele goden, de kami. Kami zijn geesten die overal kunnen huizen, zoals in bijzondere stenen, bomen, bergen of gebieden. Shinto is gebaseerd op ontzag en bewondering voor alle natuurverschijnselen. De naam Shinto ontstond aan het eind van de zesde eeuw en werd gebruikt ter onderscheiding van het nieuwe, vanuit Korea en China geïntroduceerde, boeddhisme en betekent 'de weg van de goden'.Shinto kent geen stichter of leider, geen dogma's en geen heilig boek of heilige teksten. Shinto is een weg; het boeddhisme daarentegen is een leer.In de shintopraktijk bidt men dagelijks voor het eigen huisaltaar. Er zijn veel religieuze feesten, matsuri genaamd, die plaatsvinden rondom de talloze shintoheiligdommen. Deze lijken qua architectuur erg op boeddhistische tempels, echter de torii (poort) onderscheidt shintoheiligdommen van boeddhistische. Op het pad naar de ingang van het heiligdom staan altijd een of meer torii`s. Dit zijn poorten gemaakt uit twee staanders, met daarop twee dwarsbalken die aan de uiteinden iets omhoog buigen. De torii wordt gezien als de overgang van het heilige, de tempel, naar het profane, de gewone wereld. Een shintoheiligdom kent priesters. De taken van een priester bestaan voornamelijk uit het leiden van speciale ceremoniën en rituelen, zoals bijv. een trouwceremonie. De kleding van de shintopriester lijkt nog steeds erg op de kleding ten tijde van het vroegmiddeleeuwse hofleven: de priester draagt zwarte houten klompen en in de handen heeft hij, als teken van zijn waardigheid, een platte licht gebogen plank, de shaku. De priesters worden vaak geassisteerd door schrijnmaagden, die 'miko' heten. Het zijn jonge meisjes die met name verantwoordelijk zijn voor het opvoeren van een dans, de kagura. Vroeger geloofde men dat men stierf als de ziel het lichaam verliet. Om de ziel weer terug te halen werd de kagura opgevoerd. Priesterschap was vroeger erfelijk maar tegenwoordig kan iedereen daar een opleiding voor volgen en is het ook meestal een deeltijdbaan. Tot en met de Tweede Wereldoorlog had keizer Hirohito de status van goddelijke 'ikegami', Japans voor levende natuurgeest. In 1946 dwongen de Amerikanen hem zijn goddelijke status af te werpen en van toen af was hij nog slechts het symbolisch hoofd van de Japanse staat en van de eenheid van de natie.Combinatie shinto en boeddhisme:
Vanuit de geschiedenis zijn in Japan shinto en boeddhisme nauw met elkaar verbonden. Bij de komst van het boeddhisme is veel uitgewisseld Veel kami zijn als bosatsu's terug te vinden in het boeddhisme en omgekeerd. Thuis heeft men vaak twee huisaltaren: een shintoaltaar waar men dagelijks voor bidt en een boeddhistisch huisaltaar om de voorouders te eren. Er wordt wel eens gezegd: "de Japanner wordt als shintoïst geboren en als boeddhist begraven". Shinto wordt vaak gezien als het geloof voor tijdens het leven terwijl het boeddhisme gezien wordt als het geloof voor ná het leven. De geboorte van een kind wordt gevierd in een shintoheiligdom. Begrafenissen gaan meestal volgens het boeddhistisch ritueel. Shinto heeft niets te bieden voor na de dood. Mede om die reden kiest men dan voor het boeddhisme, dat immers verlossing uit dit leven vol lijden belooft.
VERSLAG VAN DE REIS:
dag 1 – vrijdag 5 oktober Vertrek Amsterdam Het regent; en niet te zuinig. We worden naar Zutphen gebracht en gaan verder per trein naar Schiphol. De rit verloopt zowaar (bijna) probleemloos en om 14.00 uur gaan we met Cathay Pacific de lucht in. Dat valt wat tegen: we zitten op de allerlaatste rij op de middelste stoelen, dus we moeten altijd iemand lastigvallen. Maar het ergste is het licht: de cabineverlichting loopt tot twee rijen voor ons en de leeslampjes doen het niet. Dus niet lezen of puzzelen en op de tast mijn lenzen in het doosje doen!
dag 2 – zaterdag 6 oktober Hong Kong > Fukuoka (Kyushu) Om 06.30 uur plaatselijke tijd landen we op de luchthaven van Hong Kong. Vanuit de transferruimte worden we met een onbemande trein snel naar de gate gebracht en 3 uur vliegen verder landen we dan eindelijk in Japan, op de luchthaven van Fukuoka.
Het eiland Kyushu is door zijn contacten met China, Korea, Zuidoost-Azië en Europa een belangrijke regio geworden. Via Kyushu bereikten in de 4e eeuw de Chinese en Koreaanse cultuur Japan, inclusief boeddhisme en het Chinese schrift. In de 16e eeuw brachten kooplieden en missionarissen uit Portugal, Spanje en Nederland op dit eiland het christendom, vuurwapens en medicijnen. Het eiland is erg vulkanisch; zo is de berg Aso de grootste caldeira ter wereld en zijn er veel warmwaterbronnen. Na de nodige formaliteiten gaan we met de shuttlebus naar een metrostation en vandaar per metro verder naar het hotel, waar we om 17.15 uur plaatselijke tijd arriveren. We zijn wel een beetje gaar van de lange reis en een nacht niet slapen, maar een douche doet wonderen. Wat de badkamer betreft: die heeft een toilet, wastafel en bad/douche en meet wel 1,5 bij nog geen 2 meter! Je kunt letterlijk je kont niet keren! 's Avonds eten we een simpele curryschotel, maken een kort wandelingetje in de omgeving van het hotel en drinken ter afsluiting nog een espresso bij Starbucks. Dan kruipen we vroeg in ons mandje, want het was een lange dag.
dag 3 – zondag 7 oktober FUKUOKA Fukuoka is een grote industrie- en havenstad aan de noordkant van het eiland Kyushu.Het huidige Fukuoka is de fusie van twee steden: de havenstad van Hakata en de voormalige kasteelstad Fukuoka. De stad is in de oorlog zwaar gebombardeerd, dus er zijn weinig historische bezienswaardigheden, moderne architectuur des te meer. Het is stralend weer met een heerlijke temperatuur. We gaan naar de wijk Tenjin, het stadshart met eindeloos veel winkels en waar zelfs hele lange ondergrondse winkelstraten zijn. Bij de enorm grote voedselafdeling van het warenhuis Mitsukoshi kijken we onze ogen uit. Ten eerste omdat de meeste produkten onbekend voor ons zijn, maar ook omdat alles er werkelijk schitterend uitziet. Alle etenswaren zijn ware kunststukjes en we mogen regelmatig van dit onbekende lekkers proeven. En hygiëne in de overtreffende trap, evenals de voorkomendheid trouwens.
In een klein park is er de jaarlijkse manifestatie van streekprodukten. We komen aan de praat met een paar oudere dames, die een stand hebben waar ze zelf gemaakte bakprodukten verkopen. Een van hen spreekt perfect Engels. Zij is helaas de eerste en de laatste die we tegenkomen en die zo goed Engels spreekt! We krijgen van haar, heel aardig, twee koeken als presentje mee. Dan lopen we verder naar het ACROS-gebouw met 4 ondergrondse en 12 bovengrondse verdiepingen en een terrastuin aan één van de zijdes van het gebouw. Hier worden regelmatig culturele evenementen gehouden, zoals tentoonstellingen, films, symposia, etc. Via de vele trappen aan de buitenkant van het gebouw klimmen we naar boven en hebben daar uitzicht over de stad tot aan de zee.Wat verderop is Canal City; ook al een enorm winkelcomplex met gebouwen in verschillende kleuren rond een kanaaltje en binnenplaatsen met fonteinen. Het is er erg druk met opvallend veel jonge mensen en we moeten even zoeken naar een plekje waar we kunnen lunchen. Alle Amerikaans fastfoodketens vind je hier.
Dan is het tijd voor wat rustigers, een shinto heiligdom. Er worden vandaag verschillende baby's naar het heiligdom gebracht om voorspoed over het kind af te smeken. Er is een speciale dienst, maar die is besloten en er mag niet gefotografeerd worden. Op een steenworp afstand is een tuin met een theehuis. In de tuin wordt op dat moment een fotoshoot van een meisje gemaakt. Wanneer jongens en meisjes 20 jaar worden is dat een belangrijke mijlpaal: ze worden dan ceremonieel volwassen verklaard. Meisjes dragen op die dag traditoneel een kimono en vaak worden er staatsiefoto's gemaakt. In het theehuis krijgen we een kom groene thee. Uiteraard schoenen uit en op de grond zitten op de tatamimatten (matten van rijststro). Een vrouw serveert de thee op haar knieën met veel buigingen. Die thee is een beetje bitter en daarom krijgen we er twee zoetigheidjes bij. Gezien het jaargetijde hebben deze de kleuren van de herfst: groen, oranje en geel. De thee heeft de kleur (en naar mijn mening ook een beetje de smaak) van spinaziesoep. Niet echt lekker. Maar wel een bijzondere ervaring. Niet ver van het hypermoderne Canal City ligt Kawabata, een overdekte winkelgalerij die in oude stijl gebouwd is. Het is wel duidelijk dat Japan een welvarend land is. Dan gaan we op zoek naar de Shofuku-ji. Deze tempel ligt in een park met meerdere tempels en zou de eerste boeddhistische zentempel van Japan zijn. De tempel is gemaakt van prachtig cederhout en binnen zien we drie heel grote boeddha's. Opvallend is dat het haar van deze figuren kobaltblauw is. Nu willen we ook nog naar de Kushida-jinja, maar voordat we daar zijn horen we tromgeroffel. Nieuwsgierig als we zijn gaan we op het geluid af en stuiten dan op een tempelterrein waar verschillende groepen optreden. We blijven even kijken en luisteren naar een aantal trommelaars. Verder nu. We hebben een beetje haast, want het begint al te schemeren. Naar het Kushida schrijn, het voornaamste heiligdom van Hakata en deze is zeer de moeite waard. Voor het heiligdom hangt een hele grote strokabel (kenmerkend voor shinto-heiligdommen). Ook zijn er verschillende praalwagens te zien die gebruikt worden tijdens het Fukuoka festival. We vinden deze shinto schrijn veel mooier dan die we vanmiddag zagen. Inmiddels is het weer tijd voor het avondeten. We willen naar een van de vele yatai, eettentjes die bij het vallen van de avond worden opgesteld langs de oever van de rivier. We eten heel gezellig en lekker, maar ook behoorlijk duur. Het valt niet mee om in het donker het hotel terug te vinden en we moeten dan ook verschillende keren op de kaart kijken en/of vragen. Lastig als de meeste straten geen naam hebben en er nauwelijks Engels wordt gesproken.
dag 4 – maandag 8 oktober FUKUOKA via Karatsu en Okawachiyama > NAGASAKI Vanmorgen vertrekken we uit Fukuoka en rijden we langs de kust van de Nakazee. Even voor het plaatsje Karatsu lopen we een klein stukje door een pijnboombos, waarvan veel bomen meer dan 350 jaar oud zijn, en lopen dan over het strand verder.
Boven de stad zien we het in de 60-er jaren van de vorige eeuw herbouwde wit geschilderde kasteel liggen. Het wordt Maizuro-jo (=vliegende-kraanvogelkasteel) genoemd vanwege de kleur en ligging. Bij de haven staat een man met twee jongetjes te vissen en natuurlijk moeten de jongens, duidelijk tegen hun zin, van hun vader met de buitenlanders op de foto. Deze streek is bekend om zijn porselein. Het is een Chinese vinding en al erg oud. Porselein dankt zijn naam aan Marco Polo: die omschreef het in 1295 als “glad, hard en doorzichtig als het huis van de zeeslak porcella”. De belangrijkste grondstof voor porselein is kaolien, een speciale lichte klei, die o.a. in de heuvels ten noorden van Nagasaki wordt gedolven. Na een veldtocht in Korea namen de Japanners in de 16e eeuw pottenbakkers mee, die in dit gebied te werk werden gesteld. De feodale heren hielden hun pottenbakkers gevangen om te voorkomen dat hun vakkennis uitlekte naar concurrenten. Ze moesten er hun hele leven onder barre omstandigheden werken. Door deze maatregel floreerde de aardewerkproduktie lange tijd. Eind 17e eeuw verhuisden de pottenbakkers naar de nabij gelegen noordelijke kuststad Imari. Deze stad heeft zijn naam gegeven aan het blauwwitte aardewerk, dat bekend werd door de export via de Nederlandse handelspost van de VOC. Omdat dit porselein zo populair, maar ook erg duur was begonnen Chinezen het te imiteren en ook in Nederland vond imitatie plaats van Imari-porselein: vanaf de jaren tachtig van de 17e eeuw gebeurde datin Delft en in de 18e eeuw in Loosdrecht - het zogenoemde Loosdrechts porselein. We rijden verder richting Okawachiyama, maar eerst stoppen we bij een kleine supermarkt om onze lunch te kopen die we in de bus opeten. Hier trekken we voor het eerst een blikje uit de automaat met goed warme, zwarte koffie en die smaakt helemaal niet verkeerd. In Japan hoef je trouwens nooit lang dorst te hebben, want op bijna elke hoek staat een automaat met koude drankjes, inclusief koffie en thee. En vaak staat er ook een automaat met warme dranken. In Okawachiyama staat aan het begin van het dorp een brug met blauwe porseleinen tegels aan de zijkant. Op deze brug staat een mooi gedecoreerde vaas. Er zijn hier heel wat galerieën met de prachtigste voorwerpen van porselein, maar ook met prijzen die ver boven ons budget gaan. Maar kijken-kijken-niet kopen is ook leuk. Daarnaast kleine en grote winkels, vol gestouwd met schaaltjes, kommetjes, enz. Ook niet goedkoop.Net buiten het dorp ligt het kerkhof met daarop een 'piramide' met graven van Koreanen die hier lang geleden te werk werden gesteld; zij liggen er met hun gezicht richting Korea, hun vaderland. Er zijn in dit plaatsje nog steeds 20 ovens in bedrijf en bij een ervan hangt een mooi tegelplateau, waarop het vervaardigingsproces van porselein (van aarde tot eindprodukt) wordt afgebeeld. Het is hier dus alles porselein wat de klok slaat.
En zelfs de dames- en hereningang van de openbare toiletten zijn ook met een mooie tegel aangegeven; heel bijzonder. Omdat onze reisleider, Ben Steenkist, jarenlang in het themapark 'Huis ten Bosch' heeft gewerkt maken we daar een korte stop en kijken even rond in het gedeelte wat gratis toegankelijk is. Op deze manier krijgen we een indruk hoe de rest van het park is. We zien de Domtoren en Oude Gracht, compleet met werfkelders en nog zo wat bekende bouwwerken uit Nederlandse steden. Alles op een schaal van 1:1; een soort Madurodam, maar dan groot in plaats van klein. Voor ons hoeft dit niet zo, maar de Japanners lijken het geweldig te vinden. Nog één stop voordat we definitief naar Nagasaki rijden, namelijk bij een nieuwe en oude brug. Het water perst zich hier door een nauwe opening en, afhankelijk van het tij, vormen zich onder de brug grote draaikolken. Helaas niet als wij er zijn. We lopen over de nieuwe brug en dat is al indrukwekkend.
In de verte zien we drie grote schoorsteenpijpen, die tijdens de oorlog een vermomming waren voor drie zendmasten. Op 7 december 1941 werd vanuit deze masten het bericht doorgegeven "Beklim de berg Nitake". Dit was het sein om tot de aanval op Pearl Harbour over te gaan.
Tegen 18.00 uur arriveren we in Nagasaki. Het hotel ligt aan de rand van de Chinese wijk en is een stuk royaler dan het vorige. Het toilet in de badkamer is echt Japans: high-tech. Verwarmde wc-bril en knopjes voor waterstralen, gericht op voorkant of achterkant van het onderlijf, naar verkiezing hard/zacht en warm/koud! Op zoek naar een eetgelegenheid; en die zijn er in de Chinese wijk te over. Terwijl we zo rondlopen zien we een typisch Japans fenomeen: Pachinko, favoriet tijdverdrijf bij veel Japanners. In heel Japan zie je Pachinko hallen. Het zijn enorme ruimtes met mensen achter een soort fruitautomaten, maar dit is een spel met metalen balletjes die de kast in worden geschoten. Een enkele keer kan een bal gunstig rollen en krijgt men extra ballen of kan men een soort 'jack-pot' winnen, die uit ontstellend veel ballen bestaat. Hiermee kan doorgespeeld worden, maar deze ballen kunnen ook ingewisseld worden tegen goederen. We lopen zo’n hal in: een hels lawaai, je moet schreeuwen om elkaar te verstaan. En jong en oud achter de ratelende, flikkerende, van infantiele plaatjes voorziene kasten. De Japanners zijn er gek op! Wij verbazen ons alleen maar! Uiteindelijk vinden we een restaurant waar het redelijk vol is; altijd een goed teken. Hier eten we erg smakelijk, maar ook wat onhandig met die stokjes.
dag 5 – dinsdag 9 oktober NAGASAKI De havenstad Nagasaki ligt aan de westkant van het eiland Kyushu, is omgeven door heuvelland en ligt aan een diepe baai. Door zijn geografische ligging heeft de stad vanouds contacten gehad met buren als Korea en China. Maar ook met de eerste westerlingen die Japan aandeden en daarmee was Nagasaki de plaats die als eerste in aanraking kwam met het christendom. In de 17e eeuw was Nederland de enige (Westerse) natie die handel mocht drijven met Japan vanuit een handelspost op het eilandje Dejima in de baai van Nagasaki. Belangrijk is tegenwoordig de Mitsubishi scheepswerf (nu voornamelijk zware machines) en de visserij. Jan is er al vroeg uit: om 06.45 uur gaat hij naar het Nagasaki Kunchi festival kijken vlak bij de haven. Dat is mij te vroeg.
Het Nagasaki Kunchi wordt al meer dan 370 jaar gevierd en omvat verschillende aspecten van de Chinese en Nederlandse cultuur, die een rol hebben gespeeld in de geschiedenis van de stad. Van oorsprong echter is het een oogstfeest. De wortels van het festival liggen in het shinto. In het najaar kwamen de mensen van landelijke gemeenschappen samen bij een Shintoheiligdom om er de kami (goden) te aanbidden voor een vruchtbare oogst. Eind 16de, begin 17de eeuw kwamen eerst de Portugezen en daarna de Nederlanders in Japan. De Nederlanders waren vooral geïnteresseerd in het drijven van handel. Aan het eind van de 18de eeuw had Nagasaki een grote Chinese gemeenschap, die een bloeiende handel dreef met de Japanners. Uit dankbaarheid en respect voor hun handelspartners werd in 1789 voor het eerst een drakendans opgevoerd. Tegenwoordig duurt het festival drie dagen, van 7 tot en met 9 oktober. Een van de hoogtepunten van het festival is op de tempelgronden van het heiligdom Suwa Jinja. Delegaties van de verschillende wijken komen hier samen met hun versierde praalwagens, en voeren een dans op ter ere van de shinto-goden. Bewoners van de verschillende wijken rivaliseren onderling om een zo mooi mogelijke prestatie neer te zetten. Als Jan terug is ontbijten we en rond 10.00 uur gaan we samen op stap. Er is veel te zien in Nagasaki en vandaag houden we het bij het zuidelijk stadsdeel. Het is al behoorlijk warm. We lopen naar Dejima, het eiland vanwaar de VOC destijds handel dreef. Dejima is al lang geen eiland meer. De handelspost is gerestaureerd en er bestaan plannen om het gehele eiland in zijn oorspronkelijke staat terug te brengen in het Dejima Museum. De werken om Dejima te herstellen naar zijn oorspronkelijke vorm werden gestart in 1996 en zijn op dit moment nog aan de gang. Het is erg interessant en er is veel te zien: een maquette hoe het ooit was, en een openluchtmuseum met een aantal (pak)huizen waar je ook in kunt en die een aardig beeld geven van de VOC-handel in die periode. De Verenigde Oostindische Compagnie in Japan In 1600 strandde op de kust van het eiland Kyushu het Nederlandse schip de Liefde. Het was twee jaar eerder uit Rotterdam vertrokken en door slecht weer stuurloos geraakt. Negen jaar later arriveerden de eerste twee VOC-schepen bij Hirado, een Japans eilandje. In 1639 bouwde de VOC hier het eerste westerse pakhuis in Japan; met 3 verdiepingen en 29 m lengte stak het ver boven de huizen van de eilandbewoners uit. Dit verontrustte de Japanse leiders en toen de VOC ook nog in een gevelsteen de tekst AD (=in het jaar des Heren)1639 liet aanbrengen, was dit reden voor de Japanners om het gebouw te laten slopen. Het christendom was namelijk sinds 1612 verboden. De handelsfactorij verhuisde naar het eilandje Dejima. Nu heeft Hirado het pakhuis weer opgebouwd.
DEJIMA (eiland dat uitsteekt)
Dejima, in de baai van Nagasaki, is een waaiervormig kunstmatig eilandje. Het verhaal gaat dat toen aan de Shōgun werd gevraagd hoe het eiland aangelegd moest worden, hij antwoordde met het spreiden van zijn waaier. Zijn wil was wet, dus zó kwam Dejima eruit te zien.
Dejima was aangelegd om er de Portugese handelaren afgezonderd te huisvesten. De Japanners waren bezorgd voor de gevolgen van hun zendingsdrift. Maar in 1639 moesten alsnog alle westerlingen uit Japan verdwijnen. Alleen de minder fel-religieuze en meer op handel georiënteerde Hollanders mochten blijven. Wel werden ze van Hirado naar Dejima verbannen.
Het eiland bestaat niet meer want dit deel van de baai is drooggelegd. Het is een deel van de stad geworden en ligt nu 300 meter van het water af. Maar de geschiedenis rondom Dejima is nog levend: in Nagasaki hebben ze Dejima op dezelfde locatie helemaal nagebouwd en in de musea kun je objecten en prenten zien uit de tijd dat de Nederlanders op Dejima woonden. Ook moet je in Japan nog steeds Nederlands leren als je iets wilt weten over de geschiedenis van Japan, want de Nederlanders waren gewend om alles op te schrijven en redelijk goed te bewaren in allerlei archieven. Ook vanuit Dejima zijn dus heel veel verslagen via Batavia in de Nederlandse Archieven beland, waar ze nu door Japanners worden geraadpleegd.
Ons volgende doel is de Sofuku tempel. Uiteraard gaan we lopen want dan zie je het meest. Deze tempel heeft een dikke stenen toegangspoort. Er staat ook een enorme ijzeren kookpot waar in de 17e eeuw Chinese priesters voor 3000 tot 5000 mensen per dag pap kookten tijdens de hongersnood, als gevolg van een mislukte rijstoogst, Naast de tempel vinden we een mooie entree naar een begraafplaats. We lopen weer een eind terug en ik koop in een overdekte winkelgalerij een paar sokjes met één teen, zodat ik thuis, wanneer het wat kouder wordt, mijn teenslippers met sokken aan kan. Er wordt geen Engels gesproken dus id het hanen-en-voetenwerk om zeker te weten of het de juiste maat is. En met succes. Het is hier erg druk want de optocht vanwege het festival komt door het winkelcentrum. Dan staat de Megane-bashi op ons 'to-dolijstje'. In het oude stadsdeel ligt de Nakajima-rivier met veel verschillende bruggetjes. Een van de bruggen, de Megane-bashi (of brilbrug), is gebouwd in 1634 door de Chinese abt van de Kofukuji tempel. Het is de oudste stenen boogbrug van Japan en weerspiegeld in het water lijken de 2 bogen op een bril, vandaar de bijnaam 'Brilbrug'. Het is de hoogste tijd voor een siësta. Wanneer we een beetje bijgekomen zijn klimmen we weer in de benen en gaan op weg naar Glover Park, een paar kilometer verderop in het zuiden van de stad. In het Glover Park zijn een aantal historische 19de eeuwse westerse huizen, voornamelijk van handelslieden, uit de hele stad bij elkaar neergezet. Het Glover Huis heeft altijd hier op zijn oorspronkelijke plek gestaan. Dit was het huis van de Schotse ondernemer Thomas Glover, die dit huis in 1863 bouwde en de rest van zijn leven hier bleef wonen. Hij stichtte Japans eerste moderne scheepswerf, die later werd overgenomen door Mitsubishi, nog altijd aanwezig in deze havenstad. Glover trouwde een Japanse vrouw en kreeg 2 kinderen uit dit huwelijk. Misschien hierdoor associeren Japannners Glover en zijn huis altijd met de opera Madame Butterfly; een beeld van deze dame en van de componist staan in de tuin. Vanuit Glover Park heb je een mooi uitzicht over de stad en de haven, waar we toevallig het cruiseschip de ‘Amsterdam’ van de Holland Amerika Lijn uit de haven zien vertrekken. Op de terugweg lopen we over de Oranda Zaka (=Hollandse Hellingen) maar daar zijn we niet erg van onder de indruk. Vroeger stonden hier ooit houten Hollandse huizen. Omdat de Nederlanders lange tijd de enige buitenlanders waren is de term 'Oranda' gebruikt om buitenlanders mee aan te duiden. In Azië zijn immers de letters L en R vaak verwisselbaar. We eten bij een andere Chinees; we zitten per slot van rekening in de Chinese wijk. En weer erg lekker.dag 6 – woensdag 10 oktober NAGASAKI
Vandaag is het noordelijk stadsdeel aan de beurt. Met de tram gaanwe naar het vredespark, Heiwa Koen. Ze hebben er de funderingen laten staan van de gevangenis die daar in 1945 stond. Alle 134 medewerkers en gevangenen, waarbij ook een onbekend aantal Nederlandse krijgsgevangenen, zijn daar om 11.02 uur om het leven gekomen. Een zwarte zuil geeft de exacte plaats aan waar de atoombom is gevallen, die ca. 15.000 slachtoffers maakte. In het park staan verschillende beelden door diverse landen schonken. Het meest prominente is het Vredesbeeld, een 10 meter hoog beeldhouwwerk in het noorden van het park. Zijn opgestoken rechterhand symboliseert de bedreiging van atoombommen, terwijl zijn uitgestoken linkerhand eeuwige vrede voorstelt. Het opgevouwen rechterbeen en het staande linkerbeen staan respectievelijk voor meditatie en de wil om op te staan. Vervolgens gaan we naar het museum. Duidelijk is dat elk schoolreisje hier naar toe gaat: het wemelt er van de kinderen die ijverig aantekeningen maken. Het museum vertelt het verhaal van de bom. Opvallend: in de reeks gebeurtenissen voorafgaand aan de atoombom wordt nergens de directe aanleiding, nl. het weigeren van Japan om te capituleren, genoemd. Ook aan de bezetting van vrijwel geheel Z.O. Azië door Japan wordt vrijwel geen aandacht besteed; Japan in de slachtofferrol. Desalniettemin word je heel stil als je ziet wat een verschrikkelijke gevolgen deze atoombom heeft gehad. We gaan niet helemaal terug met de tram, maar stappen bij het station uit. Bij de Tourist Information halen we een overzichtelijk kaartje en gaan eerst even lunchen. Met de kaart in de hand lopen we naar het gedenkteken van de 26 martelaren. Dit bronzen bas-reliëf werd in 1962 geplaatst ter herinnering aan de heiligverklaring van 26 martelaren 100 jaar geleden. Het verhaal gaat dat in 1596 een Spaans galjoen op de kust van Shikoku schipbreuk leed. Nadat de kapitein gered was schepte hij op over de de vele gebieden in de wereld die Spanje veroverd had, dankzij de missionarissen en hun volgelingen. Toen de shogun, die al achterdochtig was t.a.v. de christenen, dit hoorde liet hij 26 christenen in Kansai arresteren. Ze moesten in de winter te voet de lange weg naar Nagasaki afleggen, waar ze in februari 1597 gekruisigd werden. Pal naast dit monument staat een met mozaïek beklede kerk. Deze is ook een eerbetoon aan de martelaren. Het is een kerk in ´Gaudi stijl´. Mijn lijstje is nog lang, dus weer verder naar de Fukusai-ji tempel, die is gebouwd in de vorm van een reusachtige schildpad met op zijn rug een 18 meter hoog standbeeld van de boeddhistische Godin Kannon. Ieder dag wordt de tempelbel geluid om 11.02, exact dezelfde tijd dat de atoombom viel op de stad. Bij de tempel is een regenketting te zien. Je ziet ze wel vaker in Japan. Ze zijn bevestigd aan overhangende dakgoten en bij regen loopt het water door de schakels.We passeren de Shofuku-ji, niet te verwarren met de Sofuku-ji die we gisteren zagen. Deze tempel heeft een schitterende houten toegangspoort. Het is inmiddels tropisch warm geworden. Terrasjes kennen ze hier helaas niet, maar gelukkig zijn daar de al eerder genoemde frisdrankautomaten. Dus ergens langs de kant van de weg een korte break met een blikje ijskoffie.
Het is even zoeken naar het Suwa heiligdom. Je komt hier door onder 5 torii door te lopen en een lange stenen trap te beklimmen van 227 traptreden, die leidt naar het hoofdgebouw. Dit heiligdom werd in 1629 gebouwd om het shintoïsme te bevorderen en het christendom te remmen. Het hoogtepunt van het Kunchi Festival is hier. Het valt een beetje tegen. De poorten en lange trap zijn indrukwekkend, maar verder lijkt het heiligdom na het festival een dagje vrij te hebben want alles is gesloten. Langs een idyllisch pad langs het riviertje lopen we richting hotel, waarbij we nog een omweggetje maken naar de Kofuku-ji tempel. Deze heeft een mooie binnenplaats met palmen en een prachtige houten gong in visvorm. Wanneer we weer richting rivier lopen komen we in een straatje waar ze bezig zijn met wegwerkzaamheden. Een kwestie van er omheen lopen zou je zeggen. Maar nee ... wij worden er met veel buigen en lachen, uiterst vriendelijk en hulpvaardig langs geleid! Alsof we het keizerspaar zijn!
Terwijl we op een bankje aan de rivier aan een Japans schepijsje likken, zien we een bruidspaar van wie een fotoreportage wordt gemaakt. Dus ook maar even de fotograaf uitgehangen en het stel op de plaat gezet. En dan is het weer de hoogste tijd om de benen te strekken. 's Avonds gaan we bij de Japanner eten. Gelukkig op normale stoelen en niet met de benen onder je gevouwen. En het eten met stokjes gaat ook al beter. Het is erg lekker.
dag 7 – donderdag 11 oktober NAGASAKI via Shimabara schiereiland > KUMAMOTO (Shikoku) Vandaag weer een reisdag. We rijden over Shimabara schiereiland; een mooie, maar smalle kustweg met aan de ene kant de zee en aan de andere kant de bergen.
Dan rijden we landinwaarts behoorlijk slingerend door Unzen-Amakusa Nationaal Park, waar we een korte wandeling maken. Langs de berghellingen zie je grote stoomwolken van de heetwaterbronnen en ook in het stadje Unzen komt via pijpen de hete stoom uit de grond. Na een korte oversteek met de ferry over de Ariake Zee komen we aan op de Amakusa-eilanden. Deze archipel van ruim 120 eilandjes is door zijn geïsoleerde ligging nog steeds een van de minst ontwikkelde gebieden van het land gebleven. We lunchen in een vissersplaatsje, hoe kan het anders, met verse vis. Voor het eerst een ‘bitterbal’ van zee-egel gegeten.
Het is mooi weer en we gaan voor de kust van het eilandje Tsuji-shima dolfijnen kijken. Zwemvesten aan en met een klein vissersbootje varen we een eind de zee op. Plotseling zien we ze. En niet een paar, maar vele, vele tientallen! Prachtig om te zien maar moeilijk om te fotograferen. Ze zijn razend snel, duiken steeds onder en de boot ligt ook niet stil, want de golven zijn behoorlijk. Als we van een hoge golf de diepte in gaan word ik zo ongeveer gelanceerd en tegen een houten paal gesmakt. Ik zal het nog bijna de hele vakantie in mijn rug voelen, maar ondanks deze pijnlijke ervaring had ik het schouwspel niet willen missen. Verder naar Kumamoto. We maken nog één keer een stop bij een uitkijkpunt en rijden dan langs de Amakusa Pearl Line, een bruggenroute over een zestal kleinere eilandjes, naar ons hotel buiten de stad. We zouden naar een ryokan, een Japans familiehotel gaan. Het is echter een groot hotel met warmwaterbaden maar wel kamers in Japanse stijl, d.w.z. schoenen uit bij binnenkomst, tatamimatten op de vloer. Een tatami is een rechthoekige mat, ongeveer 180x90 cm groot, en gemaakt van dichtgeweven rijststro. Ze vormen vaak de vloerbedekking van Japanse huizen. De maat van een kamer of van een huis wordt aangeduid door het aantal tatami: bijvoorbeeld een zes tatami kamer of een vijftien tatami huis. Verder een tafel met korte poten en kussens om op te zitten (gelukkig staan er aan de zijkant nog een paar 'westerse' stoelen) en de yukata's liggen klaar.
Een yukata is een soort kimono van katoen en niet van zijde en wordt ook wel zomerkimono genoemd. Deze wordt m.n. veel gedragen als mensen naar de warmwaterbaden gaan. Door het hele hotel zie je Japanners in yukata en op slippers door de gangen schuifelen, op weg van of naar het bad. Het restaurant ziet er erg ongezellig uit en heeft veel weg van een kantine. Bovendien is het schreeuwend duur. Dus eerst naar de buurtsuper om voor morgenochtend ons ontbijtje in te slaan en vervolgens naar 'Otto Motto', waar je voor weinig geld meeneemmaaltijden kunt kopen. We nemen witte rijst met een groenten-vleesgerecht, alles vers gewokt. Terug op de kamer blijkt het lage tafeltje opzij geschoven te zijn en zijn er twee dunne matrasjes met dekbed (futons) op de vloer gelegd. Een beetje een kampeergevoel: eten uit een plastik bakje en slapen op de vloer!
dag 8 – vrijdag 12 oktober KUMAMOTO via Aso-vulkaan en Kurokawa > BEPPU Japan heeft meer dan 240 vulkanen, waarvan nog steeds meer dan 50 actief zijn. De Aso is de grootste caldeira ter wereld. Naar schatting zo’n 300.000 tot 850.000 jaar geleden is bij een gigantische uitbarsting het dak van de vulkaan ingestort. Daarna zijn er nieuwe kleinere kraters ontstaan. De oude krater is 18 km. breed en 24 km lang. Het plaatsje Aso ligt in deze krater. Het gebied rond Aso is een grote vallei in de oude krater, met 5 kleine kraters. Hiervan is de grootste en actiefste de Nakadake (1592 m.). Rook en stoom ontsnappen al sedert miljoenen jare; de laatste uitbarsting was in 1993. Als hij niet teveel spuwt, rookt en de wind goed staat, kun je met een gondelbaan naar de kraterrand.
Door een prachtig landschap rijden we naar het parkeerterrein bij de Asovulkaan. Maar als we aan de wandeling naar boven willen beginnen blijkt het pad afgesloten. We blijven nog even wachten maar de informatie luidt dat er een giftige wolk boven de krater hangt en men niet weet wanneer deze verdwijnen zal. Jammer, heel erg jammer, want boven zou je een prachtig uitzicht hebben op een blauw gekleurd kratermeer en de verschillende kleine kraters.
Als alternatief rijden we een stukje terug naar het vulkaanmuseum. Maar omdat ik ergens gelezen heb dat er geen uitleg in het Engels bij is laten we het museum voor wat het is en gaan we een eindje lopen. De weg naar Beppu is lang en daarom maken we onderweg nog een paar stops.
Bij een uitzichtpunt staan een paar mannen met camera ons op te nemen wanneer we de bus uitstappen. En ja hoor, een meneer met microfoon komt op me af voor wat je noemt een 'diepte-interview': waar ik vandaan kom, wat ik van Japan vind en hoe lang ik blijf (grote verbazing als ik zeg dat we hier drie weken zijn), etc. Staat hier de nieuwe TV-ster van Japan? We pauzeren In Kurokawa, een klein plaatsje aan een riviertje, wat het moet hebben van toeristen die hier voor de warme baden komen. Het dorpje heeft mooie schilderachtige plekjes, maar die worden vaak ontsierd door de buizen die het warme water aanvoeren. We lunchen in een popperig klein restaurantje en worden op de foto gezet om straks, duidelijk zichtbaar voor de cliëntèle, in een digitale fotolijst op de bar te pronken. We doen het goed vandaag!! Verder worden onderweg nog een antiquariaat (ik noem het uitdragerij) en het Valkenburg van deze streek aangedaan. Rond 17.30 uur zijn we in in Beppu. Het is weer een ryokan, d.w.z. met tatamimatten, enz.
De stad Beppu, aan de oostkust van het eiland Kyushu, is het grootste kuuroord van Japan. Hier bevinden zich 2849(!) warme bronnen en 1 geiser. Er zijn veel onsens. Een onsen is een Japanse badgelegenheid met water gevoed door een warmwaterbron. Zo zijn er openlucht- en binnenshuisbaden. Een onsen kan openbaar zijn, beheerd door een gemeente, of deel uitmaken van een hotel of ryokan. Meestal ga je er met meerderen in (zoals bij ons de sauna), maar niet gemengd. Het is erg populair om met vrienden in een onsen te ontspannen. In Beppu is zelfs een badhuis dat 24 uur per dag geopend is! De oudste onsen heet Takegawara, en is gehuisvest in een mooi houten gebouw uit 1879. Takegawara biedt niet alleen heetwaterbaden, maar hier kan men ook een zandbad nemen, “suna-yu”. Het zand wordt verhit door de hete stoom uit de bronnen.
Ik wil me wel aan zo'n zandbad wagen maar Jan past hiervoor. Ik krijg enkele anderen zo gek om het te proberen. Gelukkig loopt onze reisleider even mee om te vertalen, want van de uitleg vooraf in het Japans snappen we echt niets. We moeten ons uitkleden en een kimono aan doen. Uiteraard kleedkamers van mannen en vrouwen gescheiden. Dan komen we in een grote ruimte met grof, zwart lavazand en moeten daarin gaan liggen. Houtblokje als steun in de nek. Dit onderdeel is niet gescheiden. Een paar stevige dames met grote scheppen schoffelen ons vakkundig, tot onze nek toe, onder het warme zand. Alleen ons hoofd steekt uit. Het zand is zwaar en warm, maar niet tè warm en het is zeker niet onaangenaam. Na een minuut of twintig mag je jezelf bevrijden. De kimono is dan helemaal nat van de stoom. Vervolgens douchen en weer samen in een lekker warm bad. Al met al een hele aparte ervaring. Na afloop van mijn zandbad gaan Jan en ik bij de Koreaan om de hoek eten: flinterdunne, heerlijk gemarineerde plakjes vlees die we boven een vuurtje roosteren. Als afsluiting van deze dag nemen we bij Starbucks een beker koffie.
dag 9 – zaterdag 13 oktober BEPPU via Usuki > MATSUYAMA Het zonlicht maakt ons al vroeg wakker; het blijft maar mooi weer! We zorgen dat we helemaal klaar zijn voor de rit van vandaag en hebben dan nog even tijd voor een wandelingetje. Terug naar het badhuis van gisteravond om de fraaie buitenkant te fotograferen en nog een stukje lopen over de boulevard. Nou ja ..., het is meer een wandelpad langs zee van twee meter breed. Overal in de stad komt stoom uit de grond. Het is fascinerend dat de vulkanische bronnen dag en nacht heet water/stoom leveren. Het vele warme water, dat met temperaturen van 40 - 100°C boven komt, wordt ook aangewend voor huishoudelijke en industriële doeleinden, in viskwekerijen, enz.
Umi-jigoku is een erg mooi en verzorgd park, waar het water in verschillende kleuren, afhankelijk van de mineralen, en geuren uit de grond komt. Om te demonstreren hoe heet het water is hangt er een mandje met eieren in. Deze gekookte eieren kun je later kopen. Ook is het mogelijk een voetenbad in warm bronwater te nemen. En aangezien je alles moet proberen doe ik dat. Er is overal aan gedacht: een handdoekje kun je uit een atuomaat trekken en er hangen plastik zakjes waarin je het natte lapje mee kunt nemen. Japanners laten zich allemaal voor de stomende bronnen fotograferen; de jongeren steevast het V-teken makend.
We rijden verder naar het plaatsje Usuki. Dit is de vindplaats van 59 veelal in de rotsen uitgekerfde maar soms ook gegraveerde boeddhabeelden, waaronder het meest gave Boeddha-beeld van Japan, de Dainichi Boeddha. Er is alleen maar bekend dat hier vroeger een tempel stond, maar wie opdracht tot dit grootse werk op zo'n afgelegen plek gaf is tot op de dag van vandaag niet bekend. De beelden hoefden niet te worden uitgehouwen, maar konden worden uitgekerfd in de zachte steen van één van de erupties van de berg Aso. De boeddha's in de rotsen zijn heel mooi en zeer de moeite waard. (Usuki is trouwens ook de plaats waar op 19 april 1600 het eerste Nederlandse schip 'Liefde' Japan bereikte, met nog 18 van de 110 opvarenden die twee jaar eerder uit Rotterdam waren vertrokken.) Na de lunch varen we met de veerboot in ruim een uur naar het havenplaatsje Misaka op het eiland Shikoku.
Via een mooie kustweg over een hele lange smalle uitloper van het eiland rijden we richting Matsuyama en stoppen bij het voorlichtingscentrum van een nabij gelegen kerncentrale, waar we een aardig 3-D filmpje zien over de werking van de kerncentrale.
Het eiland Shikoku is door de Japanse Binnenzee eeuwenlang behoorlijk geïsoleerd geweest van de rest van Japan. Maar ondanks de drie bruggen die inmiddels over de Binnenzee gebouwd zijn heeft het zijn plattelandskarakter gehouden. Het landschap bestaat uit akkers en bergen. Belangrijk zijn tegenwoordig de havens en de assemblage van auto's en elektronica.
Verder over de kustweg. We passeren een piepklein eilandje, eigenlijk meer een groot rotsblok in zee, met een koord erom heen en waarop een tempeltje. Geen idee of ooit iemand bij dat tempeltje kan komen. Rond etenstijd arriveren we bij het hotel, westers ingericht deze keer. Al snel gaan we op zoek naar een eetgelegenheid. Het is maar goed dat je vaak op plaatjes kunt aanwijzen wat je wilt eten, want de teksten zijn veelal in het Japanse schrift en men spreekt geen woord Engels. Maar ook met de plaatjes weet je niet altijd wat je krijgt want je hebt geen idee wat het is. Je kiest iets wat er lekker uitziet en hoopt er dan het beste van. Dit kan voor (on)aangename verrassingen zorgen.
dag 10 – zondag 14 oktober
MATSUYAMA
Al weer een prachtige dag. We hebben gehoord dat niet ver van het hotel een bakkerzaak is waar je ook koffie kunt drinken. Dus vanochtend eerst op zoek naar de bakker. Ze blijken er de heerlijkste broodjes te hebben en erg goede koffie. We besluiten dan ook meteen een paar broodjes mee te nemen voor de lunch, dan zijn we straks niet zo veel tijd kwijt aan het zoeken naar een eetgelegenheid. Na het ontbijt nemen we de tram richting kasteel, waar we vroeg, al om 09.00 uur, aankomen. Er is een mogelijkheid om met de kabelbaan naar boven te gaan, maar we gaan lopen want dat duurt precies even lang.
Het kasteel heeft een typisch Japanse bouw en is zeker imponerend. Schoenen uit. Er zijn sloffen, maar wij doen het liever op onze sokken. De bouw begon rond 1600 en duurde 26 jaar. Het bouwwerk werd eerst door blikseminslag en later door brand verwoest, maar na de tweede wereldoorlog is het gerenoveerd. Er is een museum in gevestigd waar je een aardig beeld krijgt van het feodale Japan in vroeger eeuwen. Boven in de donjon heb je een mooi uitzicht over de stad.
Terug naar het hotel met het trammetje. Achter instappen, voor eruit. Daar staat een apparaat waar je het geld (één vaste prijs) in een gleuf gooit. Je moet met gepast geld betalen, maar er zit ook een wisselautomaat op. Bij elke halte staat de trambestuurder op, buigt als je uitstapt en prevelt een paar woorden. Ook voordat hij aan zijn rit begint buigt hij naar de passagiers! Maar voordat we naar onze kamer gaan maken we eerst nog even een omweggetje naar de bakker voor een kop koffie, want die beviel goed deze ochtend. Inmiddels is de bewolking ook toegenomen. Rond het middaguur rijden we naar Uchiko, 50 km van Matsuyama. Tot omstreeks 1930 onttrok men hier was aan een bepaald soort bessen en was dit het voornaamste plaatselijke produkt. De opbrengst voorzag in ongeveer eenderde van de nationale behoefte aan kaarsen en krijt. Het is een heel rustig plaatsje waar de oude koopmanshuizen nog te zien zijn.
We bekijken het wasmuseum, dat heel aardig is. Verderop zien we een kaarsenmaker die, zoals al generaties lang in zijn familie, samen met zijn zoon de kaarsen met de hand maakt. Dit gaat anders dan bij ons en het is een enorm arbeidsintensief werk. Opvallend: de kaarsen zijn smal van onder en breder van boven. Natuurlijk willen we zien hoe Uchiko-za, het houten kabuki theater uit 1916 dat werd gebouwd ter gelegenheid van de troonsbestijging van keizer, er van binnen uitziet. Het heeft een capaciteit van 650 personen. Het kabuki theater is niet zo makkelijk te vinden. We vragen het aan twee tienermeisjes in de hoop dat zij wat Engels verstaan. Niet dus. Maar uiteindelijk begrijpen ze wel waar we naar toe wilen, staan op en brengen ons er naar toe. Helaas heb ik maar één stel Hollandse porseleinen klompjes in mijn tas, maar ze zijn er blij mee. In het theater geen stoel te zien, alleen kussentjes. Voor een westerling zal het niet meevallen een voorstelling 'uit te zitten'. Vroeger werd het theater uitsluitend gebruikt voor kabuki en voor traditionele poppenspeluitvoeringen, maar nu wordt het ook gebruikt voor tal van culturele evenementen En dat is vandaag ook het geval: aan de zijkanten en op het podium staan tafeltjes met kunstvoorwerpen. Hierdoor wordt de aanblik van het theater helaas behoorlijk verstoord. Op het podium is een cirkel die kan draaien, zodat je letterlijk een mise-en-scène krijgt. We mogen ook onder het toneel kijken en zien daar hoe deze draaischijf oorspronkelijk met mankracht bediend werd; interessant. Wat later kopen we in de hoofdstraat een hoed voor onze verzameling. Vervolgens gaan we, over een werkelijk schitterende maar ook uiterst smalle en bochtige weg door de bergen naar de Iwa-ji, tempel nr. 45 van de tempelroute. Shikoku O-Henro is een religieuze reis langs 88 tempels op het eiland Shikoku en is een heel klein beetje vergelijkbaar met de pelgrimsroute naar Santiago de Compostela in Spanje. De Grote Zenmeester Kukai (na zijn dood bekend als Kobo Daishi=Grote Meester) en stichter van het Shingon Zen-Boeddhisme (een stroming binnen het Japanse boeddhisme), liep in de 9e eeuw langs 88 tempels op Shikoku-eiland om verlichting te krijgen. In shingon is 88 het aantal zonden dat de mens kan begaan en als je elke tempel bezoekt ben je vrij van zonden. Het doet denken aan het aflaatsysteem binnen de katholieke kerk, waar straffen voor al vergeven zonden kunnen worden kwijtgescholden. Het heeft dus geen zin om de route meerdere keren te doen. Wie wil boeten voor een slechte daad legt de pelgrimstocht in tegengestelde richting af.
Route:
De hele route bestaat dus uit 88 tempels en is ±1400 km lang. Sinds de 9e eeuw trekken volgelingen van Kukai langs deze heilige pelgrimsroute. Voor Japanners is dit een tocht die je één keer in je leven zou moeten maken. Jaarlijks leggen ongeveer 100.000 pelgrims
de hele tocht af, talloze anderen doen in hun schaarse vrije dagen een deel. De moderne pelgrims doende route per bus, auto of fiets, maar een minderheid gaat ook nog gewoon, zoals vroeger, lopend en doet er dan ± twee maanden over.
Pelgrims beginnen en eindigen hun tocht bij tempel 1, de Ryozen-ji. Hier kun je ook alle benodigdheden voor de tocht kopen, o.a. de typische outfit. De bewegwijzering gaat via kleine symbooltjes langs de weg. Heel devote pelgrims beginnen op de berg Koya, op het eiland Honshu ten zuiden van Osaka, waar Kukai zijn Zen-kloostergemeenschap stichtte die nu nog steeds bestaat. Dan is de tocht 1647 km. Op deze berg bevindt zich ook het mausoleum van Kukai. De pelgrims brengen daar eer aan de Grote Meester, steken vervolgens per boot over naar Tokushima op Oost-Shikoku en beginnen daar aan hun tocht langs de 88 tempels. Enkelen keren zelfs terug naar Mt. Koya om de cirkel rond te maken.
.
Pelgrims:Nu is het het nog een stevige klim van 250 m naar boven. Via een steil pad met trappen gaat het omhoog. Langs dit pad vlaggen die de naam en nummer van de tempel aanduiden. Onderweg zien we een paar pelgrims. Sommigen in de outfit zoals boven beschreven, maar ook een paar jonge Fransen, in korte broek en met rugzak, die deze tempelroute lopen.
En veel jizu-beelden, soms in rijen van tientallen of honderden, vaak met rode muts en/of met een rood slabbetje. Jizu is de beschermer van de zielen van overleden kinderen: doodgeboren en jong gestorven kinderen, maar ook kinderen die door een miskraam of abortus op de wereld zijn gekomen. De ouders kleden deze beeldjes vaak aan met zelf gebreide kleertjes en hangen speelgoedjes om het beeld. Door het verzorgen van een Jizo verzorgen de moeders zo indirect hun geaborteerde of doodgeboren kind. Volwassenen bouwen tijdens hun leven met goede daden karma op. Bij hun overlijden bepaalt dat of je naar hemel of hel gaat. Babies en kleine kinderen hebben te kort geleefd om karma te kunnen opbouwen. Daardoor komen zij in de ruimte tussen hemel en hel terecht. Als je tot Jizu bidt, dan vraag je hem om het kinderzieltje onder zijn hoede te nemen. Letterlijk en figuurlijk, want hij smokkelt deze zieltjes onder zijn mantel mee de hemel in en redt ze zo van de Japanse hel. Overigens is Jizo zo'n typische mengvorm van boeddhisme en shinto, want hij wordt ook als kami in shintoheiligdommen aanbeden. En dan zijn we er. De tempel ligt aan de voet van een hele grote rots. Je kunt nog met een houten ladder omhoog naar een nis in de rotswand om te bidden. Een aantal pelgrims staat bij de tempel hun mantra te zeggen/zingen. Het is inmiddels eind van de middag en het wordt al een beetje donker. Bovendien begint het te regenen, dus snel weer naar beneden. In Matsuyama, bij het oudste badhuis van Japan: Dogo Onsen Honkan, stappen we uit. Niet ver hier vandaan is een klok, die geplaatst is ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van het badhuis. Elk heel uur komen er beeldjes uit de klok te voorschijn. Uiteraard wachten we hierop. En dan gebeurt het..: de klok rijst omhoog en aan alle kanten komen er figuren te voorschijn, o.a. mensen in bad. Het zijn figuren uit een beroemde roman. Erg leuk.Naast de klok ligt een rotsblok waarop de voetafdrukken staan van een witte reiger. Volgens de legende werden de geneeskrachtige kwaliteiten van het bronwater voor het eerst opgemerkt toen een witte reiger op wonderbaarlijke wijze van een gebroken poot genas door deze in het hete water te steken. Op het dak van het badhuis staat ook een houten witte reiger. Door de overdekte winkelgalerij lopen we terug naar het badhuis. Hier, en ook gewoon op straat, zie je de mensen in hun yukata's lopen met een rieten mandje aan de arm waarin hun handdoekje zit. In het oude badhuis gaan we het keizerlijk bad en de keizerlijke vertrekken bekijken. Overigens is de keizer hier slechts twee keer geweest! We krijgen een rondleiding door een Japanner die Engels spreekt. Nou ja ... Engels ... De man heeft slechts drie tanden in zijn mond en is daardoor in combinatie met zijn zwaar Japans accent vrijwel onverstaanbaar. Het werkt een beetje op onze lachspieren! Na dit stukje cultuur is het al tegen 20.00 uur en we kunnen in de buurt geen geschikt restaurant vinden. We besluiten met de tram terug te gaan naar het hotel en daar in de buurt iets te zoeken.
dag 11 – maandag 15 oktober MATSUYAMA via Onomichi en Tomo-no-Ura > KURASHIKI (West-Honshu) We ontbijten weer bij het bakkertje. Daarna rijden we over de Shimanami-highway, de meest westelijke verbindingsweg van het eiland. Wat is Japan toch een prachtig land met die bergen en het water!
De eilanden Shikoku en Honshu zijn, omdat er nog wat kleine eilandjes tussen liggen, verbonden door 7 bruggen met een totale lengte van 54 km. We maken een stop bij de eerste en tevens langste brug (1606 m). Er is hier ook een kleine tentoonstelling met filmpjes over de bouw van deze brug. Grotendeels langs het water rijden we naar het tempelstadje Onomicho op het hoofdeiland Honshu.
Honshu is het grootste van de Japanse eilanden en wordt verdeeld in West-Honshu, Centraal Honshu en Noord-Honshu. West-Honshu is het culturele centrum van Japan. Hier vestigden zich de eerste keizers van Japan.
Het is lekker warm weer, rond de 28°. Via een smal wandelpad lopen we naar boven, naar het Senko-ji tempeltje. Tijdens deze wandeling heb je een mooi uitzicht op de rivier en de stad beneden. We lopen nog verder naar boven langs het literatuurpad, zo genoemd omdat langs dit pad stenen staan, waarop Japanse dichters in haiku's de schoonheid van deze plek bezingen. Op de top is er een observatorium waar je 360 graden kan rondkijken. Weer beneden eten we in een uitstekend Frans restaurant met uitzicht op de rivier en haven. Gezien de temperatuur wordt het een wafel met vers fruit en ijs.
Onderweg naar Kurashiki maken we een stop in het vissersdorp Tomo-no-Ura. Voor het dorp ligt in zee een eiland met een kleine tempel. Het is een rustig en aangenaam plaatsje met nog veel oude donkerbruine houten huizen. We bekijken een tempel, lopen langs het vissershaventje met zijn oude vuurtoren en dwalen wat door de straatjes. En dan zijn we de weg even kwijt. Een jonge vrouw aan wie we de weg vragen door ons plattegrondje te laten zien kan ons echter niet helpen: ze kan alleen Japanse karakters lezen! Aan het eind van de middag komen we in Kurashiki. Vrijwel direct lopen we naar de oude Bikanwijk, die er in de schemering en later in het donker heel romantisch uitziet. Morgen nog maar eens bij daglicht bekijken. We slenteren wat door de zijstraatjes en vinden een Japans restaurant.
Probleem: geen Engelse menukaart, geen voorbeelden in de etalage en ook geen plaatjes. Wat te kiezen? Na een loopje langs de verschillende tafeltjes om te zien wat anderen eten wijzen we iets aan. Achteraf blijkt het okonomiyaki te zijn: iets tussen een pannenkoek en een pizza. Verrassend en ook erg lekker. Op de terugweg halen we nog even wat te drinken voor op de kamer.
dag 12 – dinsdag 16 oktober KURASHIKI Dit is het eerste hotel inclusief ontbijt. Hoewel het niets bijzonders is profiteren we er toch maar van. We nemen de trein naar het plaatsje Soja waar we fietsen huren voor een tochtje over de Kibivlakte. Het is wederom een graadje of 27 en er is nauwelijks wind: dat is heerlijk fietsen. Net buiten Soja zien we een tempel met een lange overdekte galerij en maskers. Daarna rijden we door de rijstvelden, waar men bezig is met de oogst. Onderweg zien we een paar tempels, waarvan één met een fraaie pagode en één met een hoge trap met veel witte lampions en een mooie tuin.
In het dorpje Bizen leveren we de fietsen weer in en gaan met de trein naar de stad Okayama. In de winkelgalerij bij het station kopen we een paar lekkere broodjes en wat te drinken en op het stationsplein, lekker in het zonnetje bij een mooie fontein, smikkelen we dat op. Erg rustig zitten we er niet want de duiven zijn behoorlijk hinderlijk. Ze vliegen letterlijk in je gezicht als je een hap van je broodje neemt: echt smerig! Nog nooit eerder meegemaakt.
Als de broodjes op zijn gaan we een paar haltes met de tram naar de Koraku-en, een landschapstuin die algemeen wordt beschouwd als een van de drie mooiste tuinen van het land. Het is eigenlijk meer een park. Hij is zeker wel mooi, maar we raken er niet echt opgewonden van. Japanners zullen wel andere maatstaven aanleggen. Terug met tram en trein terug naar Kurashiki. Een conducteur loopt door de trein. Hij buigt als hij de coupé binnenkomt. Wanneer hij naar de volgende coupé gaat draait hij zich om en buigt naar de reizigers alvorens de deur achter zich te sluiten. In de volgende coupé herhaalt dit spelletje zich. De treinen zijn erg lang, dus veel coupés, dus héél veel buigen!
In Kurashiki lopen we rechtstreeks van het station naar de oude Bikanwijk om bij daglicht wat rond te kijken en eventueel nog wat plaatjes te schieten. Kurashiki heeft een klein middeleeuws centrum. Nog steeds staan witgepleisterde rijstpakhuizen met zwart-witte tegelpatronen op de voorgevel langs het door wilgen geflankeerde kanaal. Hier werd vroeger de rijst van de boeren opgeslagen. De handelaren verscheepten de rijst via het kanaal naar de haven van de stad. Kurashiki betekent 'een stuk grond met pakhuizen'.
Bij een winkel hangt een grote bal buiten, die gemaakt is van inmiddels bruin geworden coniferentakjes. Zo'n bal geeft aan dat je bij een sakewinkel bent. Inmiddels toch wel een beetje moe lopen we rond 17.00 uur weer naar het hotel. Een paar uur later hebben we geen puf meer om helemaal naar het centrum terug te lopen om te gaan eten. Dus doen we dit bij het steakrestaurant tegenover het hotel. Ook goed.
dag 13 – woensdag 17 oktober KURASHIKI (Miyajima en Hiroshima) Het mooie warme weer lijkt voorbij: het is somber buiten. We gaan vandaag naar Miyajima en Hiroshima. Al snel begint het te regenen. Als we bij de veerboot aankomen, die ons naar het eiland vaart, kopen we nog snel twee paraplu's.
Miyajima wordt beschouwd als een van de drie mooiste plekken in Japan en betekent letterlijk 'tempeleiland'. Het is een eiland in een baai van de Japanse Binnenzee ten zuidwesten van Hiroshima. Op het eiland staat één van de heiligste shinto heiligdommen van Japan, het Itsukushina-jinja Schrijn, gewijd aan drie zeegodinnen. De tempel met aan weerszijden overdekte loopgalerijen dateert uit de 6e eeuw, maar kreeg zijn huidige vorm in de 12e eeuw.
De bij de tempel behorende kamferhouten torii, de 16 m hoge poort, ligt 160 meter verderop en rijst prachtig op uit het water. De poort werd in 1875 voor de 8e keer herbouwd De beroemde rode 'drijvende poort' symboliseert de scheiding tussen de stoffelijke wereld van de mensheid en het spirituele domein van de goden die op het eiland wonen.Vroeger was de grond van het eiland zó heilig, dat gewone mensen alleen in het schrijn mochten komen. Ze bereikten het schrijn per boot door de torii. Bij vloed staat de poort namelijk in het water. Deze poort is waarschijnlijk de meest gefotografeerde in heel Japan en is net als de Fuji-berg een van de meest herkenbare symbolen van Japan. Over het met pijnbomen begroeide eiland dwalen overal tam geworden hertjes (reeën) rond. Miyajima was vroeger alleen toegankelijk voor boeddhisten. Vandaag de dag is Miyajima toegankelijk voor iedereen zolang je je maar aan een aantal regels houdt. Zo mag je bijvoorbeeld niet bevallen of overlijden op het eiland (?!) en ook het kappen van bomen is verboden. Japan wil op deze manier de puurheid van deze heilige plek waarborgen. Wanneer we op het eiland aankomen stortregent het. Dat doet het natuurlijk bij ons ook wel eens, maar dit blijft uren duren. We lopen naar de beroemde torii, schuilen een tijd onder een afdak en zijn zo langzamerhand, ondanks de paraplu's, behoorlijk nat. We vluchten een winkelstraatje in waar we een warm custardcakeje op een stokje eten. Dat je ijsjes of vlees/vis van een stokje kunt eten wisten we, maar custardcake ...Thee kunnen we er zelf bij nemen. Het smaakt goed en iets warms kunnen we wel gebruiken.
De regen komt nog steeds met bakken uit de lucht. Dit is echt niet leuk meer. De top van Mount Misen kunnen we niet eens zien, dus daar hoeven we zeker niet naar toe en de lust vergaat ons om de verschillende tempels te gaan bekijken. Het water staat hoog en het Itsukushina heiligdom staat blank. Monniken lopen met opgetrokken kleding door het water en de tempel is gesloten. We gaan dan maar op zoek naar het museum, want daar zijn we tenminste droog! Dit blijkt helemaal geen slechte keus. Wel jammer van de andere tempels. Als verzopen katten gaan we terug naar de ferry. Vervolgens rijden we naar Hiroshima. Na de oorlog verrees de stad als een phoenix uit de as en is nu een welvarende stad met 1,2 milhoen inwoners.
De atoombommen op Hiroshima en Nagasaki:
Aanleiding
Na de overgave van Nazi-Duitsland was Japan was nog steeds in oorlog met de geallieerde landen. De Verenigde Staten, Engeland en China eisten op 26 juli 1945 in de verklaring van Potsdam, dat Japan zich onmiddellijk zou overgeven. Bij weigering zou het land direct en totaal worden verwoest. Bij Japan was hier grote weerstand tegen, o.a. omdat in de verklaring niets werd gezegd over de rol van de keizer.Om het land tot capitulatie te dwingen zetten de Amerikanen uiteindelijk hun geheime wapen in: de atoombom. De keuze voor het bombardement viel op Hiroshima. Deze stad had een belangrijke industriële en militaire betekenis en was tijdens de voorafgaande bombardementen redelijk gespaard gebleven. Een ander ook niet onbelangrijk argument was, dat dit de enige grote Japanse stad zonder krijgsgevangenenkamp was, zodat er geen slachtoffers onder de eigen troepen zouden vallen.
Hiroshima
Op 6 augustus 1945 viel op Hiroshima een uraniumbom (Little Boy). Tijdens de aanval had de stad ongeveer 255.000 inwoners. Toen de bom om 8:15 uur 's morgens op zo'n 600 meter hoogte explodeerde veroorzaakte dat een enorme hitte, straling en drukgolven. Vrijwel alles in een straal van enkele kilometers was in één klap weg. Vlakbij het punt waar de bom ontplofte, werd het 3 seconden lang zo’n 4.000 graden. In de uren daarna brandde alles wat nog niet verwoest was tot op de grond toe af en en er kwamen vrijwel direct 78.000 mensen om. Bijna hetzelfde aantal mensen raakte gewond en in de daaropvolgende dagen en jaren stierven nog eens veel mensen als gevolg van stralingsziekte. Maar ook na dit bombardement was Japan nog steeds niet van plan zich over te geven. De Japanners wilden namelijk aan de overgave een aantal voorwaarden stellen, met name het behoud van de goddelijke positie van de keizer.
Nagasaki
Capitulatie
Bij het kindervredesmonument staan we stil. Dit monument is geïnspireerd door het meisje Sasaki Sadako. Ze overleefde het bombardement, maar kreeg op twaalfjarige leeftijd, tien jaar na de bom, leukemie als gevolg van de radioactieve straling. Het verhaal gaat dat ze geloofde dat ze zou blijven leven als ze 1000 papieren kraanvogels zou vouwen, een oude Japanse traditie om een wens te laten uitkomen. Kraanvogels zijn namelijk het symbool voor hoop en/of een lang leven en geluk. Toen ze 644 kraanvogels af had overleed ze. De kinderen van haar school vouwden de overige 356 en ze werd begraven met haar 1000 kraanvogels. Dit verhaal is echter niet waar. Sasaki overleed op 25 oktober 1955 aan de gevolgen van haar leukemie. In de vele maanden dat ze in het hospitaal verbleef had ze al meer dan 1300 kraanvogels gevouwen. Na haar dood publiceerden haar vrienden en klasgenoten een verzameling van haar brieven om zo geld in te zamelen voor alle kinderen, die leden onder de gevolgen van de atoombom. Een beeld van Sasaki, waarbij ze een gouden kraanvogel vasthoudt, is in 1958 toegvoegd aan het Vredespark in Hiroshima. Op het beeld staan de woorden "Dit is onze Schreeuw. Dit is ons Gebed. Vrede op Aarde".
Nog elk jaar komen duizenden schoolkinderen uit het hele land met kraanvogels naar deze plaats. waarbij ze eerst met gebogen hoofd denken aan Sasaki Sadako en de wereldvrede en vervolgens een lied zingen (of, toen wij er waren een stukje blokfluit speelden) en hun kraanvogels bij de andere leggen als eerbetoon aan haar. Het is heel ontroerend.
De A-bomb Dome is wel het bekendste monument. Dit is het gebouw dat gehavend maar wonderlijk overeind gebleven is tijdens de aanslag met de atoombom. Op deze plek, aan de noordzijde tegenover het Vredes Park, stond tot 6 augustus 1945 de Industrie Promotie Hal, een westers gebouw van een Praagse architect. Ca. 100 m ten zuiden hiervan lag het episch centrum van de bomexplosie. Doordat de luchtdruk hier verticaal was bleven de muren en de koepel van de hal grotendeels staan. Deze resten zijn nu een monument, een herinnering aan de tragedie van die dag. De ruïne wordt 's avonds verlicht en ervoor liggen bergen kleurrijke van papier gevouwen kraanvogels. Zij zijn het symbool van de hoop dat kernwapens nooit meer zullen worden gebruikt. In het vredespark hangt evneeens een grote klok, die je kunt laten luiden ter nagedachtenis. Het geluid is mooi en indringend. We lopen weer terug richting musseum en passeren de vredesvlam, die niet zal worden gedoofd zolang er nog kernwapens op aarde zullen bestaan.
Iets verderop staat de cenotaaf, een grafteken dat al sinds de klassieke oudheid wordt opgericht ter nagedachtenis aan overledenen van wie het stoffelijk overschot elders verkeert of onvindbaar is. Dit grafmonument bevat alle namen, voor zover bekend, van de slachtoffers van de bom. Jaarlijks worden er nog namen aan toegevoegd. Het heeft de inscriptie: "Rust in vrede. We zullen deze fout nooit meer maken".
We ontmoeten de anderen weer om deze keer gezamenlijk te eten: okonomiyaki, de lokale specialiteit. Wat gaat er zoal in dit gerecht? Niet schrikken: dun flensje, kool, kruiden, tauge, zeewier, spek, lenteuitjes, noedels, ei, vlees/vis/garnalen/inktvis/kaas naar smaak en tot slot gaat er nog een sausje overheen. Dit alles wordt op de bakplaat stevig samengedrukt en gaar gebakken. Met twee plamuurmessen hak je de pannenkoek in stukken en eet hem op.
Het loopt al naar 22.00 uur als we weer terug zijn bij het hotel in Kurashiki. Het was een erg natte, maar vooral heel emotionele dag.dag 14 – donderdag 18 oktober KURASHIKI via Himeji > KYOTO Vandaag gaan we de voorlaatste stad op deze reis, naar Kyoto. Maar eerst maken we nog een stop in Himeji. We rijden voor een groot deel langs de kusten van de Binnenzee. Het is bewolkt, maar droog. In Himeji bezoeken we Shirasagi-jo, het witte reigerkasteel, dat al een aantal jaren een grondige renovatie ondergaat. In de tuin bij het kasteel zitten scholieren te picknicken; in schoolunifor, op een kleedje en de schoenen er netjes naast. Het bijzondere is dat dit een van de weinige kastelen is die nog in originele staat bewaard is gebleven, want op het eind van de 19e eeuw werden veel kastelen vernield door de keizerlijke troepen en na de val van het shogunaat raakten veel kastelen in verval. In Kasteel Himeji werden de film Shōgun en verschillende samurai-films opgenomen.
Na bezichtiging besluiten we eerst een hapje te gaan eten alvorens verder te gaan. In een restaurant krijgen we van een vriendelijk krom dametje een kom thee en twee bakjes met lekkers. In het ene bakje zitten onbekende zoetige nootjes (geen idee wat voor nootjes) en in het andere donkere zachtzure reepjes. De reepjes blijken een soort paddestoelenchutney te zijn. Erg lekker en het zou bij een blokje Hollandse kaas ook heel best smaken. Een rondgang door de bij behorende winkel leert echter dat een kleine verpakking een tientje kost en ik heb geen idee hoe lang dat spul goed blijft. Dus maar niet kopen.Daarna gaan we naar een Japanse tuin: Koko-en. Het blad begint hier en daar te kleuren. Eigenlijk zijn we te vroeg: over een paar weken moet het prachtig zijn. Desondanks is het een mooie, zeer rustgevende Japanse tuin waar we met veel genoegen een tijd in ronddwalen. We drentelen nog wat rond en kijken een paar winkels. De basisschool gaat uit: uniform, gekleurd petje op (kleur is afhankelijk van de klas) en er is kans op regen, dus hebben ze bijna allemaal een parapluutje bij zich. Dat zie je in Nederland toch niet. De kinderen gaan naar verschillende verzamelpunten waar ze worden opgehaald door hun moeder. Dit om te voorkomen dat het bij school een grote verkeersddrukte geeft. En dan is het tijd om naar Kyoto te vertrekken waar we vroeg in de avond arriveren. We gaan een paar haltes met de bus om nog even door Gion te lopen, een van de twee centra in Kyoto voor het traditionele nachtleven, waarin geisha's de hoofdrol spelen. Het andere is Pontocho, langs de oever van de rivier. Hier zie je smalle straatjes met lagen houten gebouwen die met rode lantaarns (die hebben niet de betekenis van onze rode lampjes) versierd zijn. Er zijn vrijwel alleen bars en restaurants. Geisha's zijn inmiddels een bijna uitgestorven fenomeen. We eten weer erg lekker in een Japans restaurant: lage tafels en kussens op de vloer. Maar gelukkig is er onder de tafels nog een ruimte zodat we niet in kleermakerszit hoeven te eten. Da's toch fijn voor die stijve oude Hollandse benen.
dag 15 – vrijdag 19 oktober KYOTO Kyoto is de culturele hoofdstad van Japan: meer dan 1800 tempels, honderden heiligdommen, historische gebouwen, schitterende tuinen enz. Kyoto, wat hoofdstad betekent, is bijna 1000 jaar de keizerlijke hoofdstad van Japan geweest. Het stadsplan is gebaseerd op die van Chinese steden, met een oost-west, zuid-noord stratenpatroon, en het keizerlijk paleis in het centrum. Kyoto is de enige stad die door de Amerikanen gespaard is gebleven tijdens de Tweede Wereldoorlog, waardoor de stad nog veel typisch Japanse kenmerken heeft. Het hedendaagse Kyoto is grotendeels een moderne Japanse metropool, maar zonder de hoogbouw of de drukte van Tokyo.
De lucht is blauw en de zon schijnt weer volop. Vandaag wordt het een 'tempeldag'. Als eerste is de Kinkaku-ji, beter bekend als de 'Gouden Tempel' aan de beurt. Het uit de 14e eeuw daterende gebouw werd in 1950 verwoest omdat een leerlingmonnik het in brand had gestoken. Het huidige gebouw dateert van 1955 en is een nauwkeurige kopie van het oorspronkelijke gebouw. De 'Gouden Tempel' is waarschijnlijk de bekendste tempel van Kyoto, aangezien de wanden van de verdiepingen bedekt zijn met bladgoud. Het dak wordt bekroond met een bronzen feniks. Je mag de tempel alleen op afstand bekijken. Hordes scholieren (niet overdreven) en andere bezoekers maken dat het razend druk is en we zijn dan ook blij als we er weer weg zijn.
Als tweede is de Ryoan-ji of 'Vredige-Draaktempel' aan de beurt. Hij heeft de meest beroemde zandtuin van Japan. Naast deze beroemde zandtuin heeft de Ryoan-ji een parkachtige tuin met vijver, een enorme houten gong en mooie schilderingen op de schuifdeuren in de tempel. Hier is het rustig en er hangt een gewijde sfeer. Zandtuinen zijn ontworpen door zen-monniken. Het zand wordt elke ochtend volgens een vast en onveranderd schema aangeharkt in een patroon dat de golven van de zee symboliseert. Deze tuin is in de helft van de 15e eeuw ontworpen. Vijftien rotsen zijn gegroepeerd in een zee van grijs-wit zand. Deze 15 stenen worden beschouwd als de ultieme weergave van het zen-boeddhisme. De tuin ter grootte van een tennisbaan wordt aan drie zijden omringd door een muur. Aan de vierde zijde is de veranda van de tempel, vanwaar je het beste zicht op de tuin hebt. Waar je ook staat of zit in Ryoan-ji, je zult altijd maar veertien rotsen tegelijkertijd zien; de vijftiende zit in je ziel. Alleen zij die de ultieme staat van Zen bereiken, zien vijftien stenen tegelijk. Vijftien is compleet, vijftien is Zen.
Nummer drie is de Fushimi Inari Taisha. Dit is de belangrijkste van alle ca 40.000 heiligdommen in Japan, die gewijd zijn aan de kami (=god) Inari, de god van de rijst, sake en voorspoed. De Inari-heiligdommen zijn herkenbaar aan de stenen vossen met een slab. Men gelooft dat de vos de bode van Inari is.
De tempel is opgericht in het begin van de 8e eeuw en is indrukwekkend door zijn vele torii, geschonken door gelovigen. De tempel is ook bijzonder, met name door de vermiljoen rode kleur. Nadat we hier uitgebreid rond gekeken hebben halen we in een kleine supermarkt een drinkyoghurt en iets te eten.
En dan naar de Sanjusangen-do, gesticht in 1132. De naam van de tempel is ontleend aan het aantal ruimten tussen de pilaren (sanju-san=33). Hij is beroemd om zijn meer dan 1000 beelden van de boeddhistische godheid Kannon die aan weerszijdeden van het grote beeld van een 1000-armige Kannon staan. Deze is in 1254 gesneden door een 82-jarige beeldhouwer. Op het hoofd staan nog tien andere koppen. Kannon zou 33 verschijningsvormen hebben. Ik weet al niet meer hoeveel Kannons hier zijn , gezien het grote aantal hoofden en armen en wil het ook niet weten! Maar voor de Japanners zijn deze getallen magisch. Op de zondag voor de Dag van Volwassenwording (in januari) wordt er in de tempel een boogschietwedstrijd gehouden voor jonge vrouwen, die pijlen van de ene kant van de hoofdzaal naar de andere schieten. En dat is een heel eind, want het is een hele lange tempel (120 meter), gemaakt van donker hout. Er mag niet gefotografeerd worden. De toegangsprijs is niet misselijk en ook de prijzen voor kaarsen, wensplankjes, en andere religieuze artikelen liegen er niet om. Maar ondanks deze commercie blijft het schitterend.
Tempel nummer vijf voor vandaag: de Kiyomizudera Tempel (de Helder-Watertempel), uit 1663. Ook deze tempel wordt druk bezocht. De grote hal is bijzonder omdat deze op een klif is gebouwd. De hal steekt 11 m uit de rotswand en is gebouwd op 139 pilaren. Je hebt er een fantastisch uitzicht over een groot deel van de stad en de bergen.
Vlak naast de Kiyōmizu-dera staat de Jishu Shrine. Er staan 2 grote, gladde keien 18 m uit elkaar. Als je met je ogen dicht van de ene kei precies naar de andere kunt lopen dan zou je geluk in de liefde vinden. Lukt het niet om precies bij de tweede steen uit te komen, dan zal je verlangen naar liefde niet vervuld worden. Het laat zich raden dat hier veel giechelende meiden met dichte ogen deze lijn proberen te lopen, aangemoedigd door hun vriendinnen. Bij het kleine winkeltje worden liefdesamuletten verkocht. Het klinkt saai, maar ook de Kiyomizudera Tempel is erg indrukwekkend en we lopen er dan ook lang rond.
Als je het het tempelcomplex verlaat begrijp je de naam van de tempel. Je komt dan langs de heilige Otowa-waterval waar gelovige Japanners elkaar verdringen om een slok water. Deze ligt aan de voet van de grote zaal. Het water is verdeeld in drie afzonderlijke stromen. Er wordt gezegd dat elke stroom een ander voordeel geeft: namelijk een lang leven, succes op school/werk en een gelukkig liefdesleven. Echter, het drinken uit alle drie de stromen wordt als hebberig gezien. Dat wordt dan moeilijk kiezen! Via het Theepotlaantje, een sfeervol steil klinkerstraatje straatje met oude huizen waarin nu winkeltjes en restaurantjes zijn, lopen we naar de bushalte. Ook daar staat een grote tempel. Maar nu even niet, we hebben genoeg tempels gezien voor vandaag!
dag 16 – zaterdag 20 oktober KYOTO Nara is net als Kyoto, ooit hoofdstad van Japan geweest. Het was van 710-784 de eerste permanente hoofdstad van Japan. Daarvoor verplaatste men na de dood van de keizer telkens de hoofdstad. Tijdens de Nara-periode kwam het boeddhisme naar Japan en daarmee invloeden op de kunst en de cultuur. Nara wordt daarom beschouwd als de bakermat van de Japanse cultuur. De tempels liggen grotendeels in een bosrijk park waar ca. 1500 tamme herten lopen. Deze dieren worden als boodschappers van de goden beschouwd.
We gaan met de metro/trein naar Nara, ruim 40 km van Kyoto. Als eerste gaan we naar de Kofuku-ji, die in 710 gebouwd werd. Eens bestond de tempel uit 175 gebouwen, maar die zijn inmiddels allemaal afgebrand. De huidige `hondo' (hoofdzaal) dateert uit 1819. De pagode van vijf verdiepingen stamt uit 1426 en is de op één na hoogste van Japan.
Vervolgens naar de Todaiji Tempel. Oorspronkelijk uit de 8e eeuw. De grote zaal van de Todai-ji werd verschillende malen herbouwd. Het huidige gebouw uit 1709 beslaat slechts 2/3 van het origineel, maar is nog steeds een van de grootste houten bouwwerken ter wereld. Deze tempel maakt op ons een overweldigende indruk: wat een machtig bouwwerk!! Eerst de enorme poort, en dan de tempel zelf. Ook De fraaie 8-hoekige bronzen lantaarn is een origineel uit de 8e eeuw.
Binnen torent de bronzen zittende Big Buddha (Daibutsu) hoog boven iedereen uit. Het is een kolos van 16,15 m hoog, weegt 550 ton waarvan 100 kg goud, stamt uit de 8e eeuw en is de grootste ter wereld. Zijn open hand is zo groot als een mens en zijn gezicht alleen al is 5 m hoog! Eenmaal per jaar, op nieuwjaarsdag, gaan de houten deuren boven de ingang open, zodat je op afstand boeddha's hoofd kunt zien.
Een populaire attractie is de dikke pilaar rechts van de Daibutsu met een gat in de basis. Er wordt gezegd dat aan hen die zich door deze opening heen kunnen persen verlichting zal worden verleend in hun volgende leven. Dus alleen voor zeer slanke mensen of kleine kinderen! Buiten het gebouw bevindt zich een houten beeld van een leerling van boeddha. Mensen strijken met hun handen erover in de hoop gezondheid te krijgen. Als we verder gaan en ik omkijk verrast de grootte van het gebouw me weer. Het is werkelijk een geweldig imposant en fraai bouwwerk.
De hertjes zijn overal en wachten tot de mensen 'hertenkoekjes' kopen om ze te voeren. We zagen er een die dacht dat het zelfbediening was. Hij stak zijn neus in de zakjes met koekjes bij een verkoopstalletje, waardoor hele stapels koekjes op de grond vielen. Verkoopster niet blij, maar ja ... ze zijn heilig die dieren! Waarom zijn deze herten hier? Het verhaal gaat dat toen een rijke belangrijke famile in de 8e eeuw een familieschrijn oprichtte zij een machtige god van een andere schrijn uitnodigden. Deze god zou naar Nara zijn gereden op de rug van een wit hert. Sindsdien worden de herten gerespecteerd en beschermd en door de plaatselijke bevolking gezien als goddelijke boodschappers.
Voor de laatste tempel die we in Nara gaan bekijken lopen we naar het Kasugataisha-Heiligdom, beroemd vanwege zijn beboste omgeving en lampionnen. De weg naar het heiligdom wordt omgeven door maar liefst 1000 stenen lantaarns, sommige zo groot als een mens. En er zijn er ook nog 870 van brons. Die hangen aan de gekrulde hoeken van de verschillende gebouwen. Tweemaal per jaar worden ze allemaal aangestoken, in februari en augustus. Dat moet werkelijk sprookjesachtig zijn! Alle lantaarns zijn giften van families en van bedrijven. Dit voornaamste gebouwen werden, zoals de shinto traditie voorschrijft, elke 20 jaar ritueel afgebroken en op identieke wijze herbouwd. Bij deze tempel gebeurde dat in de loop der eeuwen 56 keer. Het huidige gebouw staat hier echter al sinds 1893. In het heiligdom is een huwelijksceremonie. Daar mogen we niet bij zijn. Er lopen bij de tempel veel kinderen gekleed in kimonoojtes, wel vertederend.
Voordat we aan de terugreis beginnen eten we eerst nog een hapje in de overdekte winkelgalerij. Tegen 16.00 uur zijn we weer in Kyoto waar we uitstappen bij Kyoto Central Station, want we willen niet alleen tempels maar ook moderne architektuur zien.
Het Kyoto Station werd geopend in 1997, ter herdenking van de 1200e verjaardag van Kyoto. Het is een enorm gebouw: 70 m hoog en 470 m breed en heeft een vloeroppervlakte van 238.000 m2. Het futuristische station is geheel van glas en staal gemaakt. Vanaf een uitkijkplatform op de 11e verdieping hebben we een groots uitzicht over de stad. Een hotel, een theater, een sportcentrum, een ondergronds winkelcentrum, overheidsgebouwen en verschillende restaurants behoren tot het complex. Evenals een gigantisch warenhuis, waar Jan een poging doet een nieuwe batterij voor zijn horloge te kopen. Maar deze actie mislukt. Ook de buitenkant van het complex is helemaal van glas. We vinden een koffiezaak waar de bediende ons uiterst vriendelijk in de overvolle ruimte naar een tafeltje loodst. Daarna pakken we de metro verder naar het hotel.
Gisteren hebben we in de buurt een klein sushi restaurant gezien, dus maar eens kijken. Het piepkleine etablissement wordt gerund door een Japanner en zijn vrouw. Schoenen uit en op de kussentjes aan de bar, dichies bij dichies met drie Japanners. Jan vertrouwt het aanvankelijk niet erg. Toch maar een paar soorten sushi besteld met een glas sake. De keus blijkt goed: de sushi smaakt heerlijk en mevrouw is erg vrolijk en goedlachs.
dag 17 – zondag 21 oktober KYOTO In alle vroegte brengen we de grote tassen naar de receptie. Deze zullen rond het middaguur met een bodedienst naar het hotel in Tokyo worden gebracht, zodat we morgen alleen maar een klein rugzakje in de trein hoeven mee te nemen. We kopen meteen een dagkaart voor de bus bij de receptie. Nog snel even geld pinnen bij de 7-eleven supermarkt en dan stappen we op de bus.
We gaan naar de Gingaku Tempel. Deze tempel werd in 1489 gebouwd als een zomerverblijf voor de shogun en werd na diens dood in een tempel veranderd. Het was oorspronkelijk de bedoeling om de wanden met zilver te bedekken (Gingaku betekent Zilveren Paviljoen), maar dat is nooit uitgevoerd. Het is een elegant gebouw en de tuin er omheen is heel erg mooi. Het geheel maakt op ons meer indruk dan die zo veel beroemdere Gouden Tempel.Ook is de zandtuin hier heel anders dan die we vrijdag zagen: strakke rechte patronen en een gladde zandberg, de 'zicht-op-de-maanberg'. We blijven ons verbazen over de poëtische namen die Japanners aan allerlei zaken geven, want dit is niet meer dan een keurig afgewerkte zandheuvel van misschien 1,25 meter hoog.
Na een kop koffie en wat later een gefrituurde aardappelspiraal lopen we het Filosofenpad. De wandeling dankt zijn naam aan Nishida Kitaro, een professor in de filosofie. Hij liep de route dagelijks om zich gezond te houden. De route van ongeveer 2 km gaat langs een smal kanaal dat geflankeerd wordt door kersenbomen en ligt aan de voet van de HIgashiyama (oostelijke bergen). We kunnen ons goed voorstellen dat in de tijd van de kersenbloesem het hier sprookjesachtig moet zijn. Het is prachtig weer en nog heerlijk rustig; genieten dus. We passeren een klein heiligdom waar nu eens geen vossen, maar muizen en apen staan. Nog niet eerder tijdens deze reis gezien.
Verder gaan we, nu naar het Heian-schrijn. Het Heian-Jingu Heiligdom werd in 1895 gebouwd ter herinnering aand de 1100ste verjaardag van Kyoto als hoofdstad van Japan. Het is een herbouw op kleinere schaal (60%) van het paleis uit 794. Jammer genoeg werd een deel van de gebouwen in 1976 bij een brand verwoest; de grote hal en enkele bijgebouwen zijn dus in feite van recente datum.
Bij het schrijn staan witte bloesemboompjes, maar dichterbij blijken het geen bloesems, maar wensboompjes met witte papiertjes te zijn. Als kinderen een maand oud zijn gaan de ouders ermee naar het shinto heiligdom om te bidden voor een lang en gelukkig leven.
Later, jongetjes met 5 jaar en meisjes met 3 en 7 jaar, wordt dit herhaald. De kinderen zijn mooi aangekleed in traditionele kleding.
Het heiligdom heeft een uitgebreide en mooie tuin met prachtig aangelegde vijvers met de bekende schilpadden en koikarpers en een verscheidenheid aan bomen. Verder liggen er stenen in de lelievijver waar je over kunt lopen. Prachtig! Dan zoeken we een restaurant op voor de lunch. Aan de overkant is een budoschool (Japanse vechtsporten), waar we even binnen lopen. We zijn net te laat, want er blijkt even ervoor een demonstratie geweest te zijn. Jammer. We vereren het Kyoto Handycraft Center met een bezoekje en kopen hier een ansichtkaartenboekje met tekeningen van de bekende blokprintkunstenaar Hiroshige. Ook een zwarte yukata met rode bloemen voor mij wordt aan de boodschappen toegevoegd.
We zoeken de bus weer op om naar het Nijo Kasteel te gaan. Dit werd gebouwd in 1603 door de stichter van het Tokugawa Shogunaat. Zeer bijzonder zijn de architektonische details van het enorme hoofdgebouw van het complex, waaronder de beroemde nachtegaalvloer die `zingt' wanneer iemands gewicht mechanismen onder de vloer activeert (dit mechanisme is geïnstalleerd om de bewoners voor binnendringers te waarschuwen).Grote zalen, bedekt met bladgoud waar schilderingen op aangebracht zijn. Helaas mogen er binnen geen foto's worden genomen. En daar wordt streng op gecontroleerd! Maar oh, wat is dit mooi, wat een rijkdom! Ook de de grote tuin binnen de muren en slotgrachten is heel fraai en we slenteren er op ons gemak doorheen. Dan is het mooi geweest voor vandaag en we nemen de bus terug naar het hotel. Het was een heerlijke ontspannen dag. Na vrijwel een hele dag lopen hebben we weinig puf om weer met de bus te gaan om een eetgelegenheid te zoeken, dus eten we uitstekend in het hotel.
dag 18 – maandag 22 oktober KYOTO > TOKYO (Centraal Honshu) Vandaag vertrekken we naar de laatste stad op deze reis; zelfde letters andere volgorde: Tokyo. Maar eerst gaan we naar Jidai-matsuri. Dit Festival van de tijdperken begon in 1895 om het moreel hoog te houden nadat de keizer Kyoto voor Tokyo had ingeruild. Sindsdien wordt elk jaar op 22 oktober de verjaardag van Kyoto als hoofdstad van Japan in 794 gevierd. Centraal bij dit festival staat de processie van het Keizerlijk paleis tot het Heian-schrijn; een gigantische optocht van honderden mensen. Alle deelnemers dragen traditionele kostuums uit Kyoto's keizerlijk verleden, te beginnen in 1868 (toen de hoofdstad verplaatst werd van Kyoto naar Tokyo) en eindigend bij 794 (toen Kyoto hoofdstad werd). Ongeveer 150.000 mensen staan langs de route om de stoet te bekijken. De stoet vertrekt om 11.30 uur, maar we zijn er al eerder. Er zijn voor ons gereserveerde stoelen. Voordat de parade begint is er eerst nog een ceremoniet bij het keizerlijk paleis. Dan trekt de historische optocht met zo'n 2000 deelnemers aan ons voorbij. Het duurt 2,5 uur voordat iedereen langs gekomen is. Het is tropisch warm (30°) en op het heetst van de dag, maar het is ook heel mooi om te zien hoe al deze mensen, jong en oud, met ernstige gezichten in deze eindeloze stoet mee lopen. Opvallend is dat het geen vrolijke optocht is: vrijwel alles voltrekt zich in doodse stilte.
Daarna gaan we met de metro naar het station en stappen daar op de Skinhansen (hogesnelheidstrein). Deze brengt ons in 2 uur en 20 minuten naar Tokyo, ruim 500 km verderop. Deze treinen rijden heel frequent: tijdens de spits vertrekt er gemiddeld om de 5 minuten een trein! De trein heeft comfortabele vliegtuigstoelen met een zee aan beenruimte. Een prima manier om te reizen dus. Onderweg vangen we nog een glimp op van de Fujivulkaan.
En waar ter wereld komt de controleur de wagon binnen met een diepe buiging, om zich vervolgens te verontschuldigen voor het ongemak dat het knippen van je kaartje met zich meebrengt? Tussen Kyoto en Tokyo is Centraal Honshu het meest contrastrijk: aan de kust liggen twee van de vier grootste steden van Japan en in het binnenland zijn hoge, vrijwel onbewoonde bergen. Tussen deze uitersten ligt een gebied met nog veel tradities, oude architectuur en festivals. In Tokyo is het razend druk, maar het is dan ook spitsuur. We logeren in de wijk Ueno. De hotelkamer is klein en de badkamer is helemaal mini-mini. We eten met een paar reisgenoten in een Japans restaurant en bestellen een fles sake. Dat gaat ongeveer zo: "Sake .... Sake!" Er lijkt weinig begrip. Na enige tijd dringt het door. Dan wijzen we met de handen de grootte van een fles aan. "...???? ..." Dan tekenen we een fles op een papiertje al roepend "Sake!, Sake!" Na veel twijfelen van het dienstertje lijkt het kwartje dan toch te vallen. Lastig dat Japans!
dag 19 – dinsdag 23 oktober TOKYO De stedelijke agglomeratie van Tokyo is het dichtst bevolkte gebied ter wereld. In tegenstelling tot andere wereldsteden heerst er hier geen chaos. Integendeel: straten en parken zijn brandschoon en in de volle metrostellen heerst complete stilte (bellen met je mobieltje is verboden, dus wordt er alleen ge-sms't). Wel valt het op dat er hier rond de stations zwervers zijn, dat hebben we in andere steden nog niet eerder gezien.Tokyo heeft vrijwel geen historische gebouwen omdat de stad tijdens de oorlog zeer zwaar werd gebombardeerd. De 'oude' tempels en heiligdommen zijn dus allemaal van na de oorlog.We beginnen de dag om 07.30 uur met een loopje naar het station, want gisteravond hebben we daar een bakker gezien om te ontbijten. Wat later kopen we een dagkaart (¥1000,- = ± €10,-) voor de metro en gaan dan naar de Senso-ji of Asakusa Kannon Tempel; deze vormt het centrum van de wijk Asakusa. Het is tevens de meest populaire tempel van de stad en gewijd aan Kannon, de boeddhistische godin van genade. Omdat de tempel in de oorlog vernietigd werd zijn de huidige gebouwen relatief recente reconstructies. Volgens de legende vonden twee broers in het jaar 628 in de Sumidarivier een gouden Kannonbeeld. Elk van hen droomde dat de godin hem vroeg een tempel te bouwen. Niet lang daarna is de bouw begonnen en was de tempel in 645 voltooid. En, hoewel vaak herbouwd, is dit daarmee de oudste tempel van Tokyo.
Je komt de tempel binnen via de Kaminari (Donder Poort) met zijn rode lantaarn, gekleurd in rood en zwart om het idee van donderwolken en lichtflitsen te geven. Veel mensen blijven hier even staan om een foto te maken van de grote papieren lantaarn. De poort bevat aan de rechterkant een beeld van de God van de Wind, en aan de linkerkant de God van de Donder. De Donderpoort, de eerste van twee grote toegangspoorten en meer dan 1000 jaar geleden gebouwd, is het symbool van Asakusa. Daarachter ligt een winkelstraat van meer dan 200 m, genaamd Nakamise Shopping Arcade. In deze winkelstraat zijn typisch Japanse souvenirs en tal van religieuze artikelen te koop. Ook worden er overal koekjes gebakken. De winkelstraat heeft een geschiedenis van enkele eeuwen. Via de winkelstraat kom je via de Hozo-monpoort bij de eigenlijke tempel en een vijf verdiepingen pagode. Onder het gouden binnenste schrijn achter het hoofdaltaar in de hoofdhal zou het originele beeldje van Kannon zijn begraven. Niemand heeft het echter ooit gezien.
Tussen de winkelstraat en de Hozo-monpoort bevindt zich de Nade botokesan-boeddha. Men wrijft hem over zijn hoofd om zo geluk en een goede gezondheid af te dwingen. Tussen de Hozo-monpoort en het hoofdgebouw, staat een groot wierookvat. Japanners geloven dat de rook van de wierook gezondheid en voorspoed brengt. We kopen koekjes, vers gebakken en nog warm. Ze lijken gemaakt te zijn van een soort cakedeeg gevuld met zwarte-bonenpasta. Jan voert nog een vrolijk gesprek met een tandeloze en lichtelijk aangeschoten Japanner. Ze hebben er beiden lol in. We pakken de metro weer; nu naar de wijk Shinjuku. Het is inmiddels regenachtig weer geworden. Shinjuku is het moderne zakencentrum, het ‘Manhattan van Tokyo’. Het gecombineerde trein- en metrostation Shinjuku vormt een belangrijk transferpunt. Dagelijks verwerkt dit station een stroom van twee miljoen reizigers!
Dit is ook het station waar in het spitsuur de reizigers door spoorwegpersoneel (met witte handschoenen, dat wel) letterlijk de wagons in gestouwd worden. Sommige vrouwelijke passagiers vinden het lichamelijk contact in de overvolle metro's niet fijn en daarom zijn er in de wagons deuren, die alleen voor vrouwen bestemd zijn. Deze worden met een tegel in het perron aangegeven.
Het gebied ten westen van het station wordt gekenmerkt door veel wolkenkrabbers, o.a. het stadhuis. Het gebied is geologisch stabiel en heeft nauwelijks last van aardbevingen. Vandaar dat hier de wolkenkrabbers van Tokyo zijn geconcentreerd.
We lopen naar het Tokyo Metropolitan Government Building (1990). Het door de beroemde architect Tange ontworpen gebouw is tussen alle wolkenkrabbers één van de meest opvallende gebouwen van Tokyo. Het 243 meter hoge gebouw heeft twee torens, met elk een observatorium. Van hieruit zou je een fantastisch uitzicht over de stad hebben.
We zoeven met de lift naar de 45e verdieping op 202 m, om van hieruit over Tokyo te kijken. Zoals gezegd: het is regenachtig, dus de stad laat zich niet echt goed zien. Desondanks krijg je toch een indruk van de enorme metropool. Op de begane grond is het Tourist Information Center, waar we horen dat de Tsukiji vismarkt op de 3e woensdag van de maand gesloten is. Jammer, want daar wilden we morgenochtend naar toe. In de kelder van het gebouw is een metrostation. Daar stappen we in. Shibuya: in deze wijk vormen vooral tieners de doelgroep. Er zijn dan ook veel fast-food en goedkope restaurants en amusementscentra, maar eveneens trendy winkelstraten en warenhuizen.Voor het Station Shibuya staat het standbeeld van de hond Hachiko. Het beeld wordt nog altijd druk bezocht. Hachiko was de hond van een hoogleraar aan de universiteit van Tokyo die zijn baas elke avond bij het Shibuya-station opwachtte. Dit deed hij ook toen zijn baas, die na een hartstilstand niet terugkeerde van zijn werk, nog negen jaar lang; een verhaal dat voor de oorlog diende voor de propaganda van toewijding, plicht en discipline. Toen de hond in 1935 stierf was dat voorpaginanieuws in Japan. Als symbool van toewijding en trouw kreeg hij een standbeeld op de plaats waar hij zo veel jaren had gewacht. Het is een bekende ontmoetingsplaats voor de jeugd geworden.
Bij dit station ligt ook het beroemde kruispunt met de diagonale zebrapaden, het is het drukste kruispunt ter wereld. Per dag zo'n 2,5 miljoen mensen! Het kruispunt is zwaar versierd met neonreclame en gigantische videoschermen en wordt overspoeld door voetgangers iedere keer als het voetgangerslicht op groen gaat. We gaan aan de overkant, bij Starbucks op de 1e etage lunchen en kunnen zo mooi op het kruispunt kijken. Op dit tijdstip valt het mee met de drukte. Het is goed te merken dat dit een wijk voor jongeren is: schreeuwerige reclames en uit elke winkel schalt geluid. Eigenlijk is er overal veel lawaai. We lopen even het 109-Building in, een kledingzaak die vooral gericht is op excentrieke jonge mensen. Als je naar het personeel kijkt weet je niet wat je ziet: wat kunnen die meiden er idioot bij lopen! Helaas mag er niet gefotografeerd worden. Na al deze drukte nemen we even een kijkje in de wijk Omote Sando, die een heel andere sfeer heeft: sjieke winkels, geen schetterende geluiden. We lopen naar een modern gebouw wat tegen een paar 20-er jaren appartementen is aangebouwd. Het ziet er binnen schitterend uit met veel dure winkels.
Weer verder met de metro (wat een ideaal vervoermiddel is dit toch) gaan we naar Ginza. De Ginza wijk wordt het hart van Tokyo genoemd. Al in de Edo periode was deze wijk de plaats waar de elite van de Japanse maatschappij uitging en boodschappen deed en dat geldt nog altijd. Hier vind je de belangrijke warenhuizen Seibu, Isetan en Mitsukoshi. Maar ook een pandje met de naam 'Manneken' en waar het zoetig ruikt. Ze verkopen hier echte Belgische wafels! Op zondagen zijn vrijwel alle straten in Ginza autovrij, waardoor het aangenaam winkelen is. In het Sony Building vergaapt Jan zich in de showroom aan de nieuwste produkten van Sony terwijl ik beneden probeer uit te vinden hoe we per metro morgen naar andere bezienswaardigheden kunnen komen. Omdat het nog steeds dreigt te gaan regenen en de middag al ver gevorderd is, besluiten we het voor vandaag hierbij te laten. Wel lopen we nog even het warenhuis Mitsukoshi binnen, waarvan de geschiedenis terug gaat tot het jaar 1673. Twaalf verdiepingen met luxe. Hierbij vergeleken is onze Bijenkorf wel heel erg gewoontjes! Hier laat Jan op de horlogeafdeling een nieuwe batterij in zijn horloge zetten. Dat gebeurt niet bij de reparatieafdeling maar bij de 'watch and clock clinic' (!). En natuurlijk kijken we weer even op de etage met de 'food-garden'. Wat een feest om hier rond te kijken. En nu dus echt terug naar het hotel. Om 17.30 uur kunnen we de voeten eindelijk rust gunnen.
's Avonds gaan we op zoek naar een sushi restaurant. We vinden er een waar de kok aan een stuk door verschillene sushi's staat klaar te maken. Hij zet deze op schoteltjes op een lopende band en je pakt er het bordje af waar je trek in hebt. Op het eind tellen ze de bordjes en weten ze hoeveel je moet betalen. Als we weer naar huis lopen giet het. Gelukkig hebben we paraplu's.
dag 20 – woensdag 24 oktober TOKYO Weer naar het station (een kleine 10 minuten lopen) voor een vers broodje met koffie. Vandaag proberen we een andere bakker: hier zijn de broodjes werkelijk krakend vers. Voordat we van start gaan kopen we weer een dagkaart voor de metro.
Ons eerste doel is het Meji Jingu heiligdom, een van de meest populaire shrines in Tokyo gewijd aan de zielen van keizer Meiji en zijn vrouw keizerin Shoken. Zij regeerden van 1867 tot 1912 en in die tijd maakte Japan een enorme verandering door: van geïsoleerd feodaal land naar een wereldmacht. Als plek werd gekozen voor een natuurgebied waar de keizer en zijn vrouw wel eens kwamen voor hun dood. Tijdens de oorlog werd het gebouw verwoest maar werd daarna vrij snel weer opgebouwd door middel van een inzamelingsactie. Het gebouw is opgetrokken uit cipressenhout en heeft een met koper bewerkt dak. Voor De twee Torii naar de schrijn zijn twaalf meter hoog en de grootste in Japan. Ze zijn gemaakt van prachtig cypressenhout van 1700 jaar oud. Van eind mei tot begin juli bloeien in het park duizenden irissen.
Voordat je bij de tempel komt zie je grote aantallen vaten met sake en Franse wijn. Deze worden jaarlijks geschonken door groothandelaren ter nagedachtenis aan de keizer. We pakken de metro weer en rijden naar het keizerlijk paleis, d.w.z. we zien het op afstand. Het paleis is slechts twee dagen per jaar voor het publiek open, op 2 januari (Nieuwjaar) en op 23 december, de verjaardag van de keizer. Het huidige paleis dateert uit 1968. Het vervangt de oude gebouwen uit de Meiji-tijd (eind 19e eeuw), die door bombardementen in de Tweede Wereldoorlog zijn verwoest. Oorspronkelijk stond op deze plek het Edo-kasteel van de shoguns. Hiervan zijn alleen nog de muren en grachten over.
Voor het paleis is een groot plein, vanwaar je naar de Nijubashi Brug (1888) loopt die uitkijkt op het paleiscomplex. In feite zijn er twee bruggen, de grotere is de Niju-bashi. Deze brug is een symbool van de keizer geworden en vóór deze brug laten Japanners zich dan ook graag fotograferen. Wij spelen vandaag Japannertje en doen hetzelfde.
Van hieruit lopen we naar het Tokyo International Forum, maar eerst maken we een stop voor een kop koffie. Hier hebben ze ook overheerlijke broodjes, quiches, enz. en dus besluiten we onze lunch voor morgen in de trein naar het vliegveld hier in te slaan. Het ultramoderne Tokyo International Forum is de moeite van het bekijken waard. Het gebouw lijkt op een gigantisch schip dat gebouwd is in een glazen doos. Of, kijkend naar de witte ribben, voel je je Jonas in de walvis. Het atrium is 60 m hoog en de hal is 208 m lang. Dit openbare gebouw is vrij toegankelijk en huisvest ondermeer theaterzalen, een station en het toeristisch informatie- centrum.
Na dit moderne bouwwerk lopen we naar de westelijke ingang van het Centraal Station van Tokyo. Er wordt gezegd dat het een kopie is van het Amsterdamse Centraal Station. Dat vinden we niet helemaal waar, maar het werkt wel een beetje bevreemdend om een bakstenen gebouw in 19e eeuwse stijl te zien met op de achtergrond de glazen wolkenkrabbers. Dan zoeken we de metrolijn op die ons naar de opstapplaats van de waterbus kan brengen.
Hier halen we eerst een beker koffie en met een broodje erbij zitten we heerlijk in het zonnetje met uitzicht op de Tokyo Skytree en de Asahi Beer Hall, een van de grootste bierbrouwers van het land. De Tokyo Skytree is een nieuwe (2011) TV-toren. Met een hoogte van 634 m is het nu het hoogste gebouw in Japan en het twee na hoogste in de wereld. Vanaf platforms op 350 en 450 m hoogte kun je over Tokyo kijken, maar dat schijnt wel een paar centen te kosten. De Asahi Beer Hall is een ontwerp van Philippe Starck. Het gebouw lijkt een beetje op een glas bier: goudgeel met een witte 'schuimkraag' aan de bovenkant. En dat is natuurlijk ook de bedoeling. Daarnaast een wat vreemd goudkleurig object, de 'flamme d'or', door de Japanners spottend 'de gouden drol' genoemd. Met de waterbus varen we ongeveer 40 minuten over de Sumidarivier. Vanaf de boot krijg je een heel andere kijk op de stad. We stappen uit bij Hama-Rikyu Tuinen, een rustige groene oase midden in het stadsgewoel.
In de buurt van de uitgang van de tuin zien we een blokprintkunstenaar bezig met zijn werk. De tekening wordt in houtblokken gekerfd en elke kleur wordt apart op het papier gedrukt. Dit is een heel precies werkje. Hoe meer kleuren, hoe moeilijker het is om de kleuren op de juiste plaats te krijgen. Leuk dat we dit gezien hebben. Inmiddels is het eind van de middag. We voelen de voeten en snakken ernaar even te douchen en op bed te gaan liggen. Dus snel de metro richting hotel gepakt. Maar dan valt het even tegen: de kamer is nog niet gedaan, alles ligt overhoop, lakens van de bedden, enz. We krijgen als goedmakertje een kop slappe koffie en de kamer wordt met spoed in orde gemaakt. Het is bijna 18.00 uur als we er eindelijk in kunnen.
dag 21 – donderdag 25 oktober Vertrek TOKYO > Hongkong Onze laatste ochtend in Tokyo. Na ons ontbijtwandelingetje pakken we op ons gemak de tassen in en brengen ze beneden.
We lopen naar Benten-do, een tempeltje in Uenopark dat midden in een grote vijver met lotusplanten (helaas uitgebloeid) ligt. We nemen ook even een kijkje bij de Kiyo-mizu Kannon-do tempel met de Kosodate Kannon, de god van de conceptie. Vrouwen met een kinderwens laten hier een pop achter. De opeengestapelde poppen worden op 25 september ceremonieel verbrand. Ook hier fotograferen verboden, maar we zien nog wel een glimp van een aantal poppen. Dan gaan we naar het Shitamachi Historisch Museum. Zoals de naam van het museum al aan geeft (shitamachi = de benedenstad) biedt dit museum een reconstructie van het Fukugawa-district (het oude Edo) in 1840. Op de 1e verdieping het leven van de edekko, bewoners van de benedenstad van Edo en Tokyo. Op de begane grond gereconstrueerde winkels, werkplaatsen en huizen uit vroegere periodes. Ze geven een zeer realistisch en gedetailleerd beeld van het leven uit die tijd. Een (verstaanbaar) Engels sprekende mevrouw leidt ons rond en vertelt ons veel wetenswaardigheden. Bij het gereconstrueerde tempeltje trekken we uit een koker een nummertje. In een laadje met hetzelfde nummer zit een papier met een voorspelling. Gelukkig krijgen we een Engelse vertaling erbij, want dit papiertje zegt ons helemaal niets. Uiteraard is de voorspelling zeer algemeen en redelijk gunstig. Wanneer we het museum verlaten krijgen we als presentje een doosje en tolletje, beide kunstig origami gevouwen. Zo zachtjesaan hebben we erge trek in koffie en lopen in de winkelstraat een luxe tearoom binnen, die iets weg heeft van een Weense salon. Eindelijk weer eens koffie uit een kopje in plaats van uit een kartonnen beker met deksel. Dan mag het ook wat kosten: €5,25 voor een kop zwarte koffie. Maar het gebakje dat we erbij nemen (vooruit ... laatste ochtend in Japan!) smaakt super. We lopen ook nog even een winkel in waar ze behalve kimono's ook de bij behorende attributen verkopen, zoals geta's (Japanse teenslippers), obi's (ceintuurs voor kimono's), tasjes, haarversierselen, enz. Leuk om te zien en de vriendelijkeverkoopster wijst aan waartoe een aantal, ons onbekende, objecten dienen.
Het is lekker weer en we lopen terug naar het Ueno park om daar nog even te genieten. Dat idee hebben meer mensen, want er is veel volk. Schoolmeisjes eten op de rand van een plantsoentje hun lunch uit een zgn. bento-box; da's wel even wat anders dan een paar boterhammen in een trommeltje. En dan is het tijd om te vertrekken. We halen de bagage op bij het hotel, lopen naar het station waar we tegen tweeën op de trein stappen die ons in vijf kwartier naar Narita Airpoort brengt. Hier nemen we afscheid van Ben Steenkist, die fijne, rustige reisleider die zo veel vertelde van het Japanse leven. En nu maar wachten. Het is al weer donker als we om 18.20 uur plaatselijke tijd vertrekken naar Hong Kong (4 uur 20 minuten), waar we twee uur overstaptijd hebben.
dag 22 – vrijdag 26 oktober Vertrek Hongkong > aankomst AMSTERDAM Inmiddels is het al middernacht geweest. Het vliegtuig heeft een uur vertraging. Bijna negenenhalfduizend kilometers verder en bijna 12,5 uur later, landen we een half uur later dan gepland dan eindelijk op Schiphol. Een beetje moe zijn we wel: eerst een halve dag Tokyo, vervolgens ± 27 uur onderweg en dan kom je aan het begin van weer een nieuwe dag in het vaderland. Gelukkig komt de bagage snel van de band en staan Stef en Femke ons al op te wachten. En dan gaat het heel vlot: nog voor 09.30 zitten we met z'n vieren in Ruurlo aan de koffie. En hiermee is er echt een eind gekomen aan een ± 1500 km lange reis door Japan. Een landschappelijk erg mooi, heel schoon, uitermate efficiënt, zeer traditierijk, soms tikkie vreemd, kortom: geweldig fascinerend land.
Koning Aap
Home Reizen van Jan en Carla