Home
Reizen van Jan en Carla
ISRAËL
מדינת ישראל
VRIENDINNENREIS
MET OLGA
7 – 18 oktober 2019
Waarom deze reis?
In september 1954 kwam Olga bij mij in de tweede klas van de
‘Frater Andreasschool; opleidingsschool voor meisjes’ en werden wij vriendinnen.
(foto: 5e klas, ’57-’58). Onze 50-jarige vriendschap vierden we -enigzins verlaat- met een reisje naar Marokko. Inmiddels duurt deze vriendschap al 65 jaar en dat mag gevierd! We gaan er weer met z'n tweetjes op uit.
Waarom naar Israël?
Aanvankelijk leek het Cyprus te worden (ook leuk) en Jordanië kwam eveneens als mogelijk reisdoel langs. Maar na gezamenlijk wat googelen waren we het er al snel over eens dat Israël ons een interessante bestemming leek: een multiculturele bevolking, historische en religieuze bezienswaardigheden en vrijwel zeker mooi weer. De bijzondere geschiedenis van het land en onze katholieke achtergrond maken het land voor ons extra boeiend. En ook niet onbelangrijk: we zijn niet te lang weg (prettig voor het thuisfront) en het is niet al te ver.
Wetenswaardigheden Israël
• AlgemeenOfficiële naam: Staat Israël, hoewel Israël door enkele tientallen landen niet als zelfstandig land erkend wordt. Dit zijn vooral omringende Arabische landen zoals Iran, Syrië, Jemen, Libanon en Irak. Als zelfstandig land is Israël ontstaan op 14 mei 1948 toen de Joodse leider David Ben-Gurion de onafhankelijke Staat Israël uitriep.
Israël beschouwt zichzelf als een Joodse staat, waarmee het de enige Joodse staat ter wereld is en tevens de enige staat in het Midden-Oosten waarvan de meerderheid van de inwoners geen moslim is.
• Ligging
Israël ligt in het Midden-Oosten (Azië). Het land grenst in het noorden aan Libanon, in het noordoosten aan Syrië, in het oosten aan Jordanië, in het zuiden aan Egypte en verder aan de Palestijnse Gebieden, waarbij Israël sinds 1967 de Westelijke Jordaanoever, Gazastrook en de Golanhoogten bezet houdt en deels onder zijn bestuur heeft gebracht.
• Oppervlakte
De totale oppervlakte (inclusief Meer van Galilea en Dode Zee) is 22.072 km² en daarmee is Israël ongeveer half zo groot als Nederland. Het land is ± 470 kilometer lang en maximaal 135 kilometer breed.
• Geografie/landschap
Het zuidelijke deel (ongeveer 60%) is grotendeels woestijn, de Negev. In het uiterste noordoosten, op de Golanhoogten vind je bergen.
De oostgrens met Jordanië wordt gevormd door de rivier de Jordaan, welke uitmondt in de Dode Zee, die geen zee maar een meer is. In het westen van Israël ligt de Middellandse Zee.
• Weer en klimaat
Israël kent zowel een woestijn- als een mediterraan klimaat. In de zomermaanden is het heet en droog met temperaturen tussen de 25° en 40°. De wintermaanden zijn nat en zacht, rond de 10° tot 20°. De meeste regen valt aan zee in de winter en het voorjaar. In de bergen liggen de temperaturen lager en kan het in de winter af en toe sneeuwen.
• Hoofdstad: Jeruzalem.
Jeruzalem is een van de twintig oudste en tevens doorlopend bewoonde steden ter wereld. De stad ligt ongeveer in het midden van het land en in een van de meest omstreden gebieden ter wereld. De hele stad, zowel West- als Oost-Jeruzalem, wordt door Israël beschouwd als hoofdstad. Maar volgens de Palestijnen is Jeruzalem de hoofdstad van een toekomstige Palestijnse staat.
Daarnaast is Jeruzalem voor de drie grote religies een heilige stad: de bakermat voor het jodendom en het christendom. En binnen de islam wordt Jeruzalem, na Mekka en Medina, als derde heilige stad gezien.
Je zou dus denken dat Jeruzalem de drie geloven met elkaar zou kunnen verbinden, maar de stad is juist een belangrijke factor binnen de strijd tussen met name de joden en de moslims. De naam Jeruzalem, die ‘Stad van Vrede’ betekent, komt dan ook vrij cynisch over.
• Godsdienst
Officiële godsdienst: jodendom. Verder islam. Een heel klein percentage is christen of Druz.
Relatie tussen godsdienst en staat
De ultraorthodoxe bevolkingsgroep heeft, hoewel zij slechts 10% van de bevolking uitmaakt, veel invloed. Oorspronkelijk stond ze zelfs niet achter de oprichting van de Joodse staat in 1948. In de onafhankelijkheidsverklaring uit 1948 stond geschreven dat de Israëlische staat binnen enkele maanden een grondwet moest voltooien. Dat is nog steeds niet gebeurd, omdat de ultraorthodoxe groep stelt dat de wetten van God de grondwet vormen. Daarom heeft de eerste premier van Israël, David Ben-Gurion, een aantal concessies moeten doen. Deze maken het mogelijk dat invloedrijke ultraorthodoxe joden er nog steeds voor kunnen zorgen dat bepaalde joodse tradities, gewoontes en regels binnen de nationale wetgeving verwerkt worden, bijv. joodse spijswetten, sabbat, huwelijk, etc.. Seculiere joden nemen het Ben-Gurion met terugwerkende kracht kwalijk dat hij niet gezorgd heeft voor een scheiding van godsdienst en staat.
Haredim (of Chareidim)
Haredim (= zij die God vrezen) zijn de ultraorthodoxe joden waarvan de oorsprong teruggaat naar het 19e-eeuwse Oost- Europa. Een kleine groep rabbi’s drong erop aan terug te keren naar de oorspronkelijke interpretatie van het geloof, waarbij de geschriften van de Torah strikt nageleefd moesten worden. Velen vestigden zich later in Israël.
Veel mannen werken niet maar richten zich uitsluitend op het bestuderen van de Thora, de Talmoed of latere rabbijnse wetsopvattingen. Dit doen ze gemiddeld zeventien uur per dag, zes dagen per week. Hetzelfde geldt voor kinderen die de Torah leren op speciale scholen, zo’n tien uur per dag waarbij één uur wordt besteed aan niet-religieuze onderwerpen. Volgens hun geloof mogen vrouwen niet in de Torah lezen of hem zelfs aanraken(!). Vrouwen zijn meestal de voornaamste kostwinners. Ze hebben niet alleen een baan, maar doen ook de huishoudelijke taken en hebben de zorg voor de kinderen. De mannen ontvangen een overheidsbijdrage om hen het studeren mogelijk te maken.
Naast strikte gehoorzaamheid aan het woord van God volgen de haredim het woord van een rabbi. Dit verklaart het bestaan van talloze joodse bewegingen, gericht op de leer van een enkele rabbi (enigszins vergelijkbaar met de verschillende afscheidingen bij ons binnen de protestantse kerk). Haredim geloven dat het Hebreeuws een heilige taal is en alleen voor het gebed gebruikt mag worden; voor de gesproken taal wordt meestal Jiddisch gebruikt.
In 1947 waren er nog ± 30.000 haredim in Israël. Tegenwoordig is het ongeveer 10% van de bevolking en men verwacht dat het in 2050 meer dan een kwart van de bevolking zal zijn, vooral veroorzaakt door het hoge geboortecijfer in deze gemeenschap.
De haredim hebben zich ontwikkeld van een a-politieke gemeenschap tot een actieve, zowel in de landelijke als plaatselijke politiek. Velen koesteren streng anti-zionistische gevoelens, gelovend dat alleen God de staat Israël kon bewerkstellingen en zeker niet een seculiere Joodse beweging.
Haredim dienen niet in het Israëlische leger. In plaats daarvan bieden ze wel hulp aan slachtoffers: ze bemannen ambulances en verlenen eerste hulp. Lange tijd zijn de haredim gezien als de 'pure Joden', maar in Israël ontmoeten de haredim bij de overige inwoners steeds meer weerstand vanwege hun uiterst religieuze houding. Ze doen nauwelijks mee aan het openbare leven in de Israëlische samenleving; het is een in zichzelf gekeerde groep.
• Vlag
De vlag van Israël toont een blauwe davidster op een witte achtergrond tussen twee blauwe strepen. De tint van het kleur blauw is niet specifiek vastgelegd en kan dus variëren. De vlag van Israël stelt een davidster op een ‘talliet’ voor, een vierhoekige omzoomde sjaal die al in de oudheid bij het joodse ochtendgebed gedragen werd
• Munteenheid en economie
Munteenheid: Nieuwe Israëlische Sjekel (NIS). 1,00 Sjekel is ± € 0,30 (okt. 2019)
Economie: de Israëlische economie draait steeds meer op geavanceerde technologie. De agrarische sector staat op een hoog niveau, ondanks een continu aanwezig waterprobleem en een beperkte hoeveelheid land dat geschikt is voor intensieve landbouw. Het aantal toeristen neemt bijna jaarlijks toe en daarmee ook de inkomsten.
• Bevolking
Het land telt bijna 9 miljoen inwoners (2019).
Multiculturele staat
Een groot deel van de huidige Israëlische bevolking bestaat uit Joden (of hun voorouders), die vanuit tientallen landen wereldwijd naar Israël geëmigreerd zijn. Dat kan op basis van de 'Wet op Terugkeer' die in 1950 van kracht werd. Deze wet bepaalt dat iedereen die van (gedeeltelijk) Joodse komaf is, ongeacht het land van herkomst, het recht heeft zich in Israël te vestigen en direct bij aankomst in Israël het staatsburgerschap kan krijgen.
De voornaamste bevolkingsgroepen zijn:
- de Joden (74,3%);
- de Palestijnen, Arabische Israëliërs; zij vormen samen 20,9%;
- andere kleine gemeenschappen, voornamelijk Druzen.
• Taal
Er zijn twee officiële talen in Israël: het modern Hebreeuws en het Arabisch. Het moderne Hebreeuws wordt door vrijwel de gehele Joodse bevolking gesproken, maar ook het Engels wordt veel gebruikt. Zo zijn alle verkeersborden drietalig. Een aantal groepen immigranten heeft daarnaast hun taal van herkomst behouden.
Het Jiddisch is in de middeleeuwen in Midden-Europa ontstaan en is een mengeling van Hebreeuws, Duits en een aantal Slavische talen. Na de uitroeiing van de Joden in Oost-Europa leek het Jiddisch te verdwijnen, maar het wordt nog steeds gesproken door een aantal immigranten. De Jiddische taal en literatuur worden zelfs nog op universiteiten onderwezen.
• Het Beloofde Land
Voor Joden geldt Israël als het Beloofde Land en binnen het jodendom wordt Israël ook als een heilig land beschouwd. Deze bijzondere status heeft ervoor gezorgd dat Joden van over de hele wereld naar Israël geëmigreerd zijn, vooral sinds 1948. Het gevoel dat dit hun thuisland is -waar ze verbonden zijn met andere Joden, met hun religie en met hun God- maakt dat het wonen in Israël grote aantrekkingskracht heeft.
• Het Arabisch-Israëlisch conflict
Het Arabisch-Israëlisch conflict is een conflict tussen meerdere bevolkingsgroepen in het Midden-Oosten, maar speelt zich voornamelijk af tussen de Joodse bevolking en de Palestijnen; met name vanaf vlak na de Tweede Wereldoorlog, toen de staat Israël werd opgericht. Deze situatie duurt nog steeds voort.
Zeer beknopte geschiedenis vanaf de Eerste Wereldoorlog
Vanaf ca. 1500 maakte Israël deel uit van het Ottomaanse Rijk, dat tijdens de Eerste Wereldoorlog viel. Op dat moment bestond 90% van de bevolking uit Arabieren. In 1922 werd Palestina ten westen van de Jordaan afgesplitst als Brits Mandaatgebied Palestina, het gebied ten oosten van de Jordaan werd Trans-Jordanië. Hierna verhuisden veel Joden naar Palestina (Brits) met als gevolg dat al vóór het begin van de Tweede Wereldoorlog de Joodse bevolking was toegenomen van 10% naar 35%.
Na de Tweede Wereldoorlog was Groot-Brittannië erg verzwakt en mede vanwege de vele gewelddadigheden tussen de inheemse Arabische bevolking en de Joodse immigranten wilden de Britten het bestuur over Brits Mandaatgebied Palestina beëindigen. Hiervoor werd de datum van 15 mei 1948 vastgesteld.
In november 1947 nam de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties het plan aan om het gebied te splitsen in een Palestijns gebied (± 43%), een Israëlisch gebied (± 57%) en Jeruzalem onder internationaal bestuur te plaatsen; dit zeer tegen de zin van de Palestijnen omdat deze 65% van de bevolking uitmaakten.
Enkele uren voordat het Britse mandaat officieel afliep riep de Joodse gemeenschap onder leiding van David Ben-Gurion op 14 mei 1948 de onafhankelijke Staat Israël uit. Direct hierna vielen troepen uit omringende Arabische landen Palestina binnen. Het Israëlische leger wist de Arabische troepen te verslaan en veroverde 78% van het grondgebied, waaronder West-Jeruzalem. Dit was aanzienlijk meer dan in het VN-Verdelingsplan voor een Joodse staat was vastgelegd.
In de volgende jaren ontstonden veel conflicten, waarbij Israël in 1967 tijdens de zes-daagse oorlog o.a. de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem in handen wist te krijgen. Nu wonen daar ruim 600.000 Israëlische kolonisten in meer dan 200 nederzettingen. De Palestijnen willen de gebieden terug om een eigen staat Palestina te stichten. Belangrijk is Jeruzalem, want de stad wordt geclaimd door beide partijen.
Verschillende belangen
- Joden
De Joden zijn in de loop der eeuwen veelvuldig slachtoffer geweest van vervolgingen, met als dieptepunt de holocaust. Vanuit hun perspectief biedt Israël een veilige haven en eigen plek om te wonen. In de Bijbel speelt Israël een grote rol en daarom zien de Joden zich als de oorspronkelijke bevolking.
- Palestijnen
Bij de Palestijnen is vooral veel angst ontstaan doordat in de 20ste-eeuw veel Joden naar Israël zijn geëmigreerd. Hun oorspronkelijke gebied werd door de Britten min of meer weggegeven aan de Joden, waarna de Verenigde Naties aan de Joden een eigen gebied toewezen. De Palestijnen hielden voor zichzelf de Westelijke Jordaanoever, de Gazastrook en Oost-Jeruzalem over. Deze gebieden zijn in 1967 door Israël binnengevallen, waardoor Israël nu vrijwel het gehele oorspronkelijke Palestijnse gebied bezet.
Israël en de Palestijnse Staat worden op dit moment niet door alle landen erkend. Er is dan ook onduidelijkheid over de grenzen.
Oplossing
De meest voor de hand liggende oplossing zou zijn dat zowel de Joden als de Palestijnen hun eigen land krijgen. In 1993 leek vrede dichtbij, maar de onderhandelingen mislukten
Huidige situatie
Israël noemt zichzelf het meest bedreigde land ter wereld vanwege de vijandelijke houding van een aantal Arabische landen. Het is niet voor niets dat Israël een dienstplicht kent voor zowel mannen (drie jaar)
als vrouwen (twee jaar).
en dat het Israëlische leger -ondanks de beperkte omvang van het land- tot de tien sterkste legers ter wereld gerekend mag worden. Er is een continue dreiging van aanslagen en zelfs een nieuwe oorlog ligt in principe altijd
op de loer.
In de afgelopen jaren heeft de aanwezigheid van Israël, binnen een regio met een duidelijke moslimcultuur, tot behoorlijk wat confrontaties gezorgd. Vooral het conflict met de Palestijnen, over welk stuk grond van wie is en de manier waarop Israël Palestijns grondgebied controleert, zorgt voor veel woede. Deze gespannen situatie heeft ervoor gezorgd dat Israël barrières aangelegd heeft tussen de Palestijnse en Israëlische gebieden. Volgens Israël heeft de Westoeverbarrière het doel om het land te beschermen tegen terroristen. Het risico op zelfmoordaanslagen zou rond de Westelijke Jordaanoever zo hoog zijn dat het een dergelijke afscheiding zou rechtvaardigen.
Voor de Palestijnse bevolking voelt het echter alsof ze opgesloten wordt. Het is voor hen lastig om van de ene naar de andere kant te reizen, waardoor ook familiebezoek bemoeilijkt wordt. Zij zien het als een pressiemiddel om de Palestijnen ertoe te bewegen om toch Palestina te verlaten, zodat Israël zich uiteindelijk ook de Palestijnse gebieden kan toe-eigenen. Ook rondom de Gazastrook is er een soortgelijke afscheiding.
Internationaal is er grote zorg over de manier waarop Israël omgaat met de grensafscheiding. De nadrukkelijke vraag vanuit internationale hoek is vooral of er mensenrechten geschonden worden door de barrières.
Het besluit van de Amerikaanse president Trump om –zeer tegen de zin van de VN- Jeruzalem als hoofdstad van Israël te erkennen en om de Golanhoogvlakte --die in 1967 is veroverd op Syrië, dat het gebied terug wil- niet langer ‘bezet’ te noemen maar te erkennen als Israëlisch grondgebied, is een steun voor Netanyahu. De situatie wordt er daardoor zeker niet minder explosief door.
Verslag van de reis
Reisroute
AMSTERDAM > via Istanbul > TEL AVIV
TEL AVIV
TEL AVIV
Dag extra wegens Yom Kipur.
TEL AVIV > Caesarea > Haifa > AKKO
Was: Haifa > Akko. Vanwege de extra dag in Tel Aviv wordt het oorspronkelijke programma van dag 3 en 4 in één dag gedaan.
AKKO > Safed > Nazareth > TIBERIAS
TIBERIAS > Golanhoogte (Mount Beatitudes>Capernaum>Har Ben Tal>Banias)
TIBERIAS > Yardenit > Jericho > Olijfberg > JERUZALEM
JERUZALEM
JERUZALEM
JERUZALEM > Qumran > (En Gedi) > Masada > KRAMIM/ARAD
KRAMIM/ARAD > En Gedi > Dode Zee > TEL AVIV
TEL AVIV > via Istanbul > AMSTERDAM
Van dag tot dag:
Zondag 6 oktoberRUURLO - BADHOEVEDORP
Nadat we nog even naar het feestje van de buurman zijn geweest rijden we om kwart over vier naar het Ibishotel in Badhoevedorp. Het weer is vreselijk: een lucht die nooit meer lijkt open te breken en continu regen. We eten samen nog een hapje in het restaurant van het hotel en dan nemen we afscheid en gaat Jan weer terug naar Ruurlo.
Dag 1; maandag 7 oktober
AMSTERDAM > via Istanbul > TEL AVIV
Met de shuttlebus naar het vliegveld, waar Olga en Bart al in de buurt van de incheckbalies staan. De security geeft weer gedoe: Olga blijkt een metalen boekenlegger te hebben die ze eerst niet kunnen vinden en ik moet mijn rechterschoen -alleen de rechter(?)- uitdoen. We moeten overstappen in Istanbul op de vrij nieuwe luchthaven Sabiha Gökçen. Aardig weetje: het is vernoemd naar de eerste vrouwelijke piloot van Turkije en tevens eerste vrouwelijke gevechtspiloot ter wereld. Sabiha Gökçen was de geadopteerde dochter van Atatürk. Ook de rest van de vlucht gaat probleemloos. We landen om 21.00 uur plaatselijke tijd op vliegveld Ben-Gurion bij Tel Aviv. Het visum wordt niet in het paspoort gestempeld, maar is een los velletje. Dit voorkomt problemen als je naar andere landen in het Midden-Oosten wilt reizen. Het is een mooi vliegveld.
De bagage laat lang op zich wachten. Nog veel langer wachten we op een paar medereizigers. Na eindeloos wachten gaan we toch naar het hotel, waar blijkt dat ze al eerder aangekomen zijn! Kennelijk was de communicatie hierover tussen Djoser en de reisleidster niet optimaal. Eind van het liedje is dat we pas tegen twaalven op onze kamer zijn. Geen goede start.
Dag 2; dinsdag 8 oktober
TEL AVIV
Goed geslapen. Vanuit ons raam kijken we op de boulevard en het strand. Na het ontbijt lopen we naar de supermarkt om de hoek om eten in te slaan voor de lunch van morgen (daarover later meer). We schrikken ons te pletter: wat een prijzen! We schatten dat we anderhalf tot twee keer zo veel betalen als bij ons. Daarna is er een briefing van de reisleidster. De stemming binnen de groep is behoorlijk geïrriteerd. Morgen blijkt het Yom Kipur te zijn en dat heeft behoorlijke consequenties voor de reis.
YOM KIPUR (Grote Verzoendag) is de heiligste dag van het joodse jaar en daarmee de belangrijkste joodse feestdag. Deze dag is bedoeld om je ziel te zuiveren. Vroeger werden er tijdens Yom Kipur twee geiten geofferd. Een geit werd geslacht als offer voor God, de andere geit werd naar de woestijn gebracht om de zonden van het volk symbolisch weg te dragen. Hier komt dan ook het woord ‘zondebok’ vandaan. Gelovige Joden vasten op Yom Kipur en er mag niet gewerkt worden; zelfs auto rijden is verboden en dus trekken duizenden mensen er met de fiets op uit. Voor de religieuze joden in Israël is het verboden om te eten en te drinken, zich te wassen en seksuele omgang te hebben, te douchen of zelfs parfum op te spuiten. Ook mag de orthodoxe jood geen leren schoenen dragen.
Yom kipur duurt vanaf vanavond bij zonsondergang tot morgenavond na zonsondergang. Dan is alles gesloten. Dus geen winkels open, maar ook geen restaurants, musea, enz. He-le-maal niks! Dit is ook de reden dat het reisschema wordt omgegooid, want net als auto’s mogen ook bussen niet rijden. Het gevolg hiervan is dat we morgen niet verder reizen naar Haifa, waar we in een klooster zouden slapen, maar noodzakelijkerwijs een extra dag in Tel Aviv blijven, waar je niet veel anders kunt dan lopen. Het chagrijn zit ‘m voornamelijk in het feit dat dit alles al lang bekend was maar niet met de reizigers is gecommuniceerd.
Na dit gedoe lopen Olga en ik, deels via de boulevard, naar Jaffa. Het is een leuke wandeling.
JAFFA. Dit stadje ligt ten zuiden van Tel Aviv. In tegenstelling tot Tel Aviv zie je in Jaffa veel moslims.
Geschiedenis. Volgens de Joodse overlevering werd Jaffa gesticht door Jafet, de zoon van Noach. Volgens Griekse kooplieden, die lange tijd in de stad woonden, werd de nederzetting gebouwd door Joppa, de dochter van Aelos, de god van de winden. Jaffa, ook wel Yafo genoemd, bestaat al een aantal millennia en staat bekend als een van de oudste (haven)steden ter wereld. Jaffa heeft tot in de 20e eeuw een belangrijke rol gespeeld, afhankelijk van wie er op dat moment heerste over dit gebied. De stad werd aan het begin van de 19eeeuw opnieuw opgebouwd nadat ze door Napoleon grotendeels met de grond gelijk was gemaakt. De havenplaats heeft ook veel te lijden gehad in 1948 bij de onafhankelijkheid van Israël. Nu zijn veel gebouwen gerestaureerd.
We zien de oude Ottomaanse klokkentoren en slenteren wat door de oude straatjes. Bij een sapverkoper nemen we een mix van appel-sinaasappel-wortel-gember-limoen. Verrukkelijk!
We bekijken de St. Petruskerk en lopen via allerlei schilderachtige straatjes naar de oude haven. Deze is zo oud dat hij zelfs in het Oude Testament genoemd wordt in het boek Jona. Voor de oude havenmonding steekt de Andromeda-rots uit zee omhoog.
Volgens een Griekse legende werd Andromeda, dochter van koning Cepheus, door haar vader aan deze rots geketend als offer voor de zeegod Poseidon. Haar moeder had namelijk beweerd dat zij knapper was dan de mooiste zeegodin. Dit namen de zeebewoners niet en dus was een zoenoffer van het koningspaar noodzakelijk geworden. De zeegod Poseidon stuurde een zeemonster om de schone jonkvrouw te verslinden. Toen verscheen Perseus, de zoon van Zeus, op zijn gevleugelde paard. Hij doodde het zeemonster, verloste Andromeda van haar ketenen en trouwde met haar.
Inmiddels is het al rond het middaguur en lopen we via een andere weg terug naar Tel Aviv.
Tel Aviv
De naam betekent 'Lenteheuvel'. Tel Aviv ligt aan de Middellandse-Zeekust en is de tweede stad van Israël. In tegenstelling tot een aantal erg oude steden in dit land is Tel Aviv betrekkelijk jong. Het is dan ook vooral een stad van nieuwbouw en wolkenkrabbers.
Tel Aviv wordt de Witte Stad genoemd, omdat in het centrum van de stad bijna alle architectuur wit is en gebouwd volgens de bouwstijl uit de jaren ’30. Na de Eerste Wereldoorlog ontwierpen geïmmigreerde architecten veel huizen en kantoren, waarbij zij zich lieten inspireren door o.a. Walter Gropius en Le Corbusier en het 'Nieuwe Bouwen' van de Bauhaus-school. De stijl hier is wel afwijkend van de Europese stijl, omdat schaduw en koelte gecreëerd moesten worden vanwege het klimaat. Qua architectuur van de jaren ’30 heeft de stad de meeste gebouwen ter wereld en staat op de Unescolijst.
Geschiedenis
Tijdens de eerste immigratiegolf van Russische Joden in 1887 werd ten noordoosten van het Palestijns-Arabische havenstadje Jaffa de wijk Neve Zedek gebouwd. Het inwonersaantal lag in 1910 op ca. honderd maar de bevolking groeide gestaag en in de daarop volgende jaren werden meer wijken gebouwd. In 1950 is Tel Aviv samengegaan met Jaffa, als gemeente Tel Aviv-Yafo of Tel Aviv-Jaffa.
Tijdelijke hoofdstad. Vrijdag 14 mei 1948 was Tel Aviv wereldnieuws: precies om vier uur 's middags riep David Ben-Gurion de onafhankelijke staat Israël uit. Dat was één dag voordat het Britse mandaat zou eindigen en de Britten het toenmalige Palestina zouden verlaten. Tijdens de oorlog die hierna volgde is Tel Aviv één jaar de hoofdstad van Israël en de vergaderplaats van Israëls tijdelijke parlement geweest, totdat in 1949 Jeruzalem (in feite West-Jeruzalem) werd aangewezen als hoofdstad.
Moord op premier Yitzhak Rabin. Op 4 november 1995 vond in Tel Aviv tijdens een vredesmanifestatie de moord plaats op de Israëlische premier Yitzhak Rabin. Hij werd vermoord door een Joodse extremist. Rabin had in oktober 1994 samen met PLO-leider Yasser Arafat en minister Shimon Peres van buitenlandse zaken de Nobelprijs voor de Vrede ontvangen voor de vredesakkoorden in Oslo.
Kennelijk gaat de zon (vanwege Yom Kipur) in Tel Aviv heel erg snel onder, want bij de Carmelmarkt, waar we aan het begin van de middag zijn, is men al aan het opruimen. Rond tweeën komen we bij een restaurantje om te lunchen. Mooi niet! De keuken is al gesloten vanwege … jawel, Yom Kipur! Dan maar naar de boulevard bij een strandtent proberen. Daar eten we een overheerlijke Libanese sandwich, heerlijk gekruid, met een salade en een sapje. We blijken net op tijd te zijn, want mensen na ons vangen bot; de tent gaat sluiten. Ik vind dit wel een hele lange aanloop naar het feest van morgen!
Verder naar het hotel, want we zijn toch wel een beetje moe van dat geslenter bij meer dan 30°; we moeten nog wennen aan deze temperatuur. In de lounge van het hotel werk ik mijn dagboek bij en wisselen we ervaringen uit met enkele groepsleden. Aan het eind van de middag gaan we nog even naar het strand om naar de zonsondergang te kijken.
Omdat nergens een restaurant open is heeft de reisleidster geregeld dat er een warme maaltijd voor ons in het hotel is. Heel fijn, maar achteraf belachelijk duur (buffet, zonder drankjes, €60,00 p.p.).
Dag 3; woensdag 9 oktober
TEL AVIV
Uitgeslapen. Half negen ontbeten en een uur later lopen we weer langs de boulevard, maar nu in noordelijke richting. Als we naar een gesloten restaurant wijzen stopt er een man op een fiets en zegt (Engels) dat het restaurant dicht is vanwege Yom Kipur. Maar dat wisten we al. Hij heeft door dat we uit Nederland komen en spreekt dan verder in gebroken Nederlands. Hij legt uit wat de traditie is met Yom Kipur en dat hij niet gelovig is, maar bepaalde tradities wel in ere probeert te houden Ook vertelt hij over de plaatsen waar hij in Nederland geweest is. Even is er enige spraakverwarring over de plaats ‘Liesé’ (??). Het is Lisse! Hij vertelt ook dat we pas vanavond vanaf acht uur kunnen eten en beveelt ons een visrestaurant met schappelijke prijzen aan. Dit was niet het verhaal van een gladde jongen die ons ergens naar toe probeert te sturen. Het was gewoon een erg leuke ontmoeting.
We lopen verder naar de jachthaven van Tel Aviv, waar veel plezierboten liggen. En even verderop maak ik voor de vriendinnen van de leesclub een foto van het Hilton-hotel, dat een grote rol speelt in het boek Donker Woud van Nicole Krauss. Ook zien we een stuk strand dat hermetisch met een muur is afgesloten en bestemd is voor de orthodoxe Joden. Hier baden mannen en vrouwen gescheiden.
De stranden zijn hier trouwens erg leuk. Er zijn ‘huisjes’ -vier palen met een dak- waaronder je in de schaduw kunt zitten. Er zijn stoeltjes en parasols te huur. Verder fitnesstoestellen, speeltuintjes, hier en daar hangmatten, voet- en gewone douches, volleybalnetten en het is er vooral heel erg schoon. We zagen zelfs een kunstwerk op het strand en een mobiele bibliotheek!
Het is wel een beetje vreemd, een grote stad zonder autoverkeer. Hordes fietsers op de weg, net als bij onze autoloze zondag. Na drie uur lopen zijn we terug bij het hotel, waar we op bed verre van comfortabel picknicken met de spullen die we gisteren kochten. Leve Yom Kipur!!
’s Middags gaan we nog eens een aantal uren in de benen, want het is òf lopen òf in het hotel hangen. Dan is de keus snel gemaakt. We gaan op zoek naar de huizen in Bauhausstijl, waar Tel Aviv zo bekend om is. Ze zijn er vooral op en om de Rothschildboulevard.
Maar eerst passeren we de Grote Synagoge, aan de buitenkant een modern maar niet erg mooi gebouw. Via de Rothschildboulevard lopen we verder naar het Rabinplein, waar we ons een ongeluk zoeken naar het monument ter nagedachtenis aan de moord op Rabin. We lopen het plein een aantal keren van links naar rechts over, maar het is niet te vinden terwijl het er volgens de beschrijving toch moet zijn. Wel zien we op het plein het opvallende Holocaustmonument met de geometrische vormen. Dan lopen we via de Dizengoffstraat naar het Dizengoffplein met de beroemde fontein. Achteraf waren we op het verkeerde plein en dus ook bij de verkeerde fontein, maar we hebben de puf niet meer om naar de goede plek te zoeken.
’s Avonds lopen we naar het ons aanbevolen visrestaurant. Helaas gesloten, zoals trouwens meer restaurants. Uiteindelijk komen we bij een piepklein Italiaans restaurant, maar het eten is groots!
Dag 4; donderdag 10 oktober
TEL AVIV – Caesarea – Haifa - AKKO
We verlaten Tel Aviv en rijden naar Caesarea.
Caesarea.
Geschiedenis. Caesarea is ontstaan uit een klein havenstadje, dat bekend stond als ‘Strato’s Toren’. Rond het jaar 20 v.C. begon de toenmalige koning van Israël, Herodes, met het uitbreiden van de stad en vernoemde deze naar de Romeinse keizer Caesar Augustus. Onder Herodes kwamen er indrukwekkende bouwwerken en Caesarea werd een van de mooiste havensteden in die tijd. Ook de Romeinse stadhouder Pontius Pilatus heeft hier gewoond. In de 12e-eeuw kwam de stad in handen van de Kruisvaarders en in de eeuw erna bouwde Lodewijk IX van Frankrijk een muur om de stad. Kort daarna werd de stad veroverd door Egypte en compleet verwoest.
De opgravingen zijn een stuk minder indrukwekkend dan bijv. in Butrint in Albanië. Waarschijnlijk ben ik een beetje verwend! Vooral het amfitheater valt erg tegen: de zitplaatsen zijn duidelijk niet authentiek en bovendien zijn de aanwezige klapstoeltjes en apparatuur voor een optreden nogal storend. We zien de resten van het paleis van Herodes, dat direct aan zee ligt. Het was een zeer luxe woning met zelfs een zwembad. De renbaan is ook interessant. Deze is ongeveer zestig meter breed en meer dan tweehonderd meter lang en duidelijk is te zien hoe de paarden liepen. Ook de badhuizen zijn nog herkenbaar en zien we een aantal vloermozaïeken. Bijzonder is natuurlijk dat dit alles bewoond is geweest door zowel koning Herodes als Pontius Pilatus.
Even buiten Caesarea nog een fotostop bij het aquaduct, waarmee water vanuit de bergen naar Caesarea getransporteerd werd zodat de stad voorzien werd van drinkwater. Het werd gebouwd door Herodes de Grote en in de 2e eeuw gerestaureerd door Hadrianus. Het aquaduct is grotendeels intact en maar liefst achttien kilometer lang!
Verder naar Haifa.
Haifa
In Tel Aviv wordt gedanst, in Jeruzalem gebeden, maar in Haifa wordt gewerkt!
Haifa ligt aan zee in het noordwesten van Israël en aan de voet van het Karmelgebergte. De stad is het centrum van zware industrie en internationale handel. Het is de belangrijkste havenstad van het land en komt qua grootte op de derde plaats na Jeruzalem en Tel Aviv.
In Haifa wonen behalve Joden en moslims veel christelijke Arabieren. Gezien de vele religies zijn de grenzen tussen de feestdagen vaag in Haifa.
De stad bestaat uit drie delen: het laaggelegen deel bij de haven, het middelhoge deel op een hoogte van zestig tot honderdvijftig meter en het hoogste gedeelte op een hoogte van honderdvijftig tot driehonderd meter. De drie stadsdelen zijn verbonden door de ‘Carmelite’, een bijna twee kilometer lange ondergrondse metroverbinding.
Geschiedenis.
Haifa kent een lange geschiedenis met heel veel overheersers, o.a. de oude Egyptenaren, Grieken, Ottomanen en de Perzen. Als deel van het Byzantijnse rijk maakte Haifa in het eerste millennium n.C. een bloeiperiode door. Daaraan kwam rond elfhonderd een einde: christelijke kruisvaarders uit Europa onder leiding van Richard Leeuwenhart onderwierpen zowel joden als moslims. Pas in de tweede helft van de 19e eeuw krabbelde Haifa uit het dal en mede dankzij de industriële revolutie groeide Haifa snel.
De bekendste bezienswaardigheid in Haifa is de Wereldtempel van Bahai, een wit gebouw met een gouden koepel.
Het BAHAI-geloof is een monotheïstische religie die in de negentiende eeuw gesticht is in Perzië. De Bahai-godsdienst ziet alle religies als één, ze hebben alleen andere boodschappers (o.a. Abraham, Mozes, Buddha, Krishna en Mohammed). In het El-Babmausoleum ligt een van de grondleggers van de Bahai begraven
Het bouwwerk is omgeven door mooie, Perzische tuinen met paadjes en terrassen met allerlei bloemen. Slechts een fotostop bovenaan de tuin.
Later rijden we beneden langs, waar je een veel mooier zicht op de tuin hebt. Maar hier kan niet gestopt worden dus rijdt de chauffeur met de bus drie keer de rotonde zodat we toch foto’s kunnen nemen. Maar dat gaat natuurlijk niet uit een rondrijdende bus met getinte ramen. Geen tijd om de tuinen of de rest van de stad te bezoeken, want we moeten nu in één dag doen wat we anders in twee dagen zouden doen. Dit door de extra dag in Tel Aviv. Gggrrr …!!
We rijden verder naar het Stella-Marisklooster, waar we zouden slapen. Achteraf blijkt dat we hier sowieso niet hadden kunnen slapen vanwege een verbouwing. We bekijken het kerkje bij het klooster en als douceurtje mogen we even de kloostertuin in, waar ook een kruisweg is. Maar niet verder dan de eerste statie, want er wordt onderhoud gepleegd. Een zuster komt met een grote sleutel speciaal het hek open maken. Ik vind dit wel een aardig plaatje en vraag of ik een foto van haar mag maken. Maar de non begrijpt me verkeerd, begint te lachen en slaat een arm om me heen om samen op de foto te gaan. Dit was absoluut niet mijn bedoeling.
En dan gaat het weer verder naar Akko.
Akko
Akko, vroeger Acre, ligt ten noorden van Haifa en bestaat uit een ondergrondse en een bovengrondse stad. Het is een van de steden in Israël met een overwegend Arabische bevolking.
Geschiedenis.
Akko is gebouwd op een landtong in de baai van Haifa, de perfecte locatie voor een havenstad en daarom ook veroverd door Alexander de Grote, uitgebouwd door Koning Herodes en in 1104 belegerd door de kruisvaarders onder Richard Leeuwenhart, die de forten en havens vergrootte. Twee eeuwen later viel Akko in handen van de Mamelukken die toen over Egypte heersten. De stad werd volledig verwoest en verlaten. Om te voorkomen dat ze opnieuw door de kruisvaarders gebruikt zou worden, werden de overgebleven gebouwen opgevuld en overdekt met aarde. In de daarop volgende eeuwen is het huidige Akko er bovenop gebouwd. In de 16e eeuw namen de Ottomanen (het bovengrondse) Akko in en lieten het weer verder vervallen. Ook Napoleon Bonaparte heeft geprobeerd om Akko te veroveren, maar slaagde hier niet in. De resten van de christelijke stad bleven ondergronds totdat in 1994 archeologen een tunnel onder Akko ontdekten. Het bleek een tunnel te zijn van de ridderorde der Tempeliers, gebouwd om van hun fort in de stad naar zee te kunnen vluchtgen. Onder de citadel van Akko hebben archeologen de afgelopen jaren doorlopend opgravingen gedaan. Ze vonden er een complete kruisvaardersstad, die nog volledig intact is.
In principe is er hier veel te zien, maar ja … weinig tijd. Dus bekijken we de ondergrondse kruisvaardersstad. Van de beschrijving, die zeer veelbelovend was, hebben we vrijwel niets teruggevonden. In de grote ridderzaal staan kleine souvenirshops en vitrines met historische voorwerpen, waardoor het indrukwekkende van deze ruimte volledig teniet wordt gedaan. En in de andere ruimtes veel grote geluidsapparatuur, snoeren en druk doende mensen. Een behoorlijke tegenvaller dus. We lopen door de tempelierstunnel en komen uit op een deel van de bazaar en vervolgens aan zee met verderop de haven met veel vissersbootjes. Dat Akko een van de steden in Israël is met een overwegend islamitische bevolking is o.a. te zien aan een aantal huizen die met fresco's versierd zijn. Vaak zie je afbeeldingen van Mekka en/of de Rotskoepel in Jeruzalem boven de huisdeur. Het laat zien dat de mensen die hier wonen de bedevaart naar Mekka al hebben gedaan.
We lopen een stuk langs de oude stadsmuur en zien daar het kleine orthodoxe kerkje van St. Johannes de Doper. Mooi door eenvoud. En tot slot door de kleine schilderachtige straatjes met overwegend moslimbevolking naar de bus om naar het hotel te gaan.
Aangezien onze sandwich die we vanmiddag aten weer enorm was hebben we geen trek meer om ’s avonds nog eens ergens te gaan eten. Bovendien ligt het hotel buiten Akko en is het nog een eind lopen naar een restaurant. We hebben nog crackers. Bij het winkeltje van een tankstation aan de overkant van het hotel halen we ter aanvulling nog wat yoghurt en vruchtensap en daar doen we het mee.
Dag 5; vrijdag 11 oktober
AKKO – Safed – Nazareth – TIBERIAS
Vanmorgen rijden we naar Safed. We zijn inmiddels in Galilea en het wordt een beetje bergachtig.
Safed
Safed ligt in het noorden, in de bergen van Galilea. Samen met Jeruzalem, Hebron en Tiberias wordt Safed in de Talmoed genoemd als één van de vier heilige steden. Safed is behalve een belangrijk religieus centrum ook de hoogstgelegen stad van Israël, ongeveer negenhonderd meter boven zeeniveau. In de winter ligt er vaak sneeuw. De hoge ligging geeft een prachtig uitzicht op o.a. het Meer van Galilea. Vanwege dit fraaie uitzicht noemde men de stad ‘Tsafo’ (= uitkijk), wat later verbasterd werd tot Safed. Het hoog gelegen stadje is blauw geschilderd. “Zo denken de engelen dat ze nog in de hemel zijn als ze afdalen naar de aarde”, aldus de bewoners.
Geschiedenis.
De stad is rond het jaar 66 n.C. gesticht en wordt genoemd in de Talmoed, een van de belangrijkste geschriften van het jodendom. Safed was destijds dankzij de strategische ligging een belangrijke verdedigingsplaats en werd daarom versterkt met forten. Ook voor de kruisvaarders speelde Safed een grote rol; zij bouwden er in de 12e eeuw kastelen en verdedigingswerken. Vanaf de 16e eeuw vestigden veel kabbalisten zich in Safed. Kabbala is de joodse mystieke leer waarbij God benaderd kan worden aan de hand van een symbolische en occulte studie van heilige teksten. Later werd het stadje overheerst door Mammelukken, Ottomanen, Egyptenaren en door het Britse Mandaat.
Vandaag de dag wonen er veel immigranten in de stad. Hun komst begon al in 1492 toen veel Spaanse Joden hun land ontvluchtten vanwege de Reconquista.
Eerst gaan we naar de Ha’Ari synagoge van de Asjhenazische joden. Het is een kleine en eenvoudige synagoge.
Ook bezoeken we de tunnels, waar nog resten te zien zijn van huizen en zelfs een synagoge. Safed is duidelijk heel joods. Veel mannen en jongens met pijpenkrullen en in het zwart gekleed. Vrouwen met sjaal of pruik en meisjes met geheel bedekte benen ondanks de hitte.
Als je goed oplet zie je aan veel deurposten van huizen een versierd buisje hangen. De naam van dit buisje is mezuza.
MEZUZA. Dit is een tekstkokertje dat volgens traditioneel Joods gebruik op deurposten wordt aangebracht. Het bevat een tekst uit Deuteronomium (Dewariem). De woorden worden met de hand met onuitwisbare inkt op een strook perkament geschreven. Op de achterzijde schrijft men Sjaddai, een van de Bijbelse namen van God. Het perkament wordt dan zo opgerold dat de eerste letter van Sjaddai (de letter shin ש) zichtbaar wordt. De mezuza vindt men rechts op alle deurposten die leiden naar de woon-, werk-, en slaapkamers, deurposten van bedrijven, enz. Ook op de poort van Jeruzalem bij de Klaagmuur bevindt zich een mezuza. Het is gebruik van veel Joden om bij binnenkomst van het vertrek de mezuza aan te raken en vervolgens de vingers naar de lippen te brengen.
Je kunt aan dit kokertje dus zien dat er Joden wonen. Wij zagen ook bij een aantal van onze hotelkamers een mezuza aan onze kamerdeur. En als herinnering aan deze vakantie zullen we een paar dagen later in Jeruzalem een kleine zilveren mezuza als hangertje kopen.
Dan rijden we naar Nazareth.
Nazareth
Nazareth ligt eveneens vlakbij het Meer van Galilea. De meerderheid van de bevolking behoort tot de Israëlische Arabieren, van wie een derde christen en twee derden moslim is. Daarmee is Nazareth de grootste Arabisch stad op Israëlisch grondgebied. Doordat Jezus in Nazareth opgroeide, is de stad erg geliefd bij pelgrims.
Nazareth in de Bijbel. Nazareth heeft in de Bijbel een grote rol gespeeld. Hier vertelde de engel Gabriël aan Maria dat ze zwanger zou worden van Jezus. In Lukas-2 staat beschreven hoe Jozef en Maria vanuit Nazareth naar Bethlehem reisden voor de volkstelling. Vanuit Bethlehem vluchtte het gezin naar Egypte en keerde later terug om in Nazareth te gaan wonen, waar Jezus opgroeide. Ook heeft Jezus in de plaatselijke synagoge gepreekt.
Eerst even lunchen. Het wordt mijn eerste kennismaking met een pittabroodje falafel. Heel smakelijk.
Even verderop ligt de Basiliek van de Aankondiging. Zowel rond de kerk als in de boven- en benedenkerk hangen mozaïeken van Maria, al dan niet met kind. Alleen buiten tel ik er al minstens vijftig. Ze zijn geschonken door landen van over de hele wereld, behalve Nederland. Ons land heeft de glas-in-loodramen gedoneerd en ook de deur.
DE BASILIEK VAN DE AANKONDIGING is een wit gebouw dat is te herkennen aan de bijzondere toren. De kerk is gebouwd op fundamenten uit het Byzantijnse en Kruisvaarderstijdperk. Het markeert de plek waar de aartsengel Gabriël de geboorte van Jezus aan Maria verkondigde. De huidige, in 1964 gebouwde kerk, is de grootste van het Midden-Oosten en heeft twee verdiepingen. Zowel in de boven- als benedenkerk worden missen opgedragen. Vanuit de benedenkerk kom je via een trap bij de de grot van de aankondiging.
Op deze plaats zou de engel Gabriël aan Maria verteld hebben dat ze zwanger zou worden (een andere plek die hiervoor wordt genoemd is de Kerk van St. Gabriël).
Het is een indrukwekkend grote kerk. En hoewel er veel beton in verwerkt is, maakt het de kerk naar mijn mening niet lelijk. In de kerk ook veel Mariamozaïeken. Mooi om te zien dat in een aantal afbeeldingen de gelaatstrekken van het betreffende land zijn te herkennen.
Tijdens ons bezoek wordt in de bovenkerk een mis opgedragen voor een groep Japanse pelgrims. Achter het hoofdaltaar bevindt zich een enorm mozaïek, een van de grootste ter wereld, die de ‘ene, heilige, katholieke en apostolische kerk’ weergeeft.
Van het ene gebedshuis naar het andere: we lopen langs de Witte Moskee en nu we er toch zijn lopen we even binnen. Erg sober. Het is de oudste van de drie functionerende moskeeën van de stad en is ruim tweehonderd jaar oud. Verderop komen we langs een ‘protestmuur’ met protesttekeningen. Deze schijnen regelmatig door andersdenkenden verwijderd te worden, waarna er weer nieuwe protesttekeningen komen.
Aan een groot plein ligt de Grieks-orthodoxe St. Gabriëlkerk, de andere plaats die zegt ‘dè plek’ te zijn waar de engel verscheen. Het is een mooie, niet al te grote kerk.
Hierna drinken we op het plein op een terras een glas granaatappelsap, dit keer gemengd met sinaasappelsap.
Al lopend door de stad komen we langs een lange blinde muur, waarin een kleine onopvallende deur. Hier achter ligt, een paar treedjes lager, een hele grote oude kruiden- en specerijenwinkel. Naast specerijen ook noten en gedroogde vruchten. Het is een lust voor oog, oor en neus! En later ook voor de mond (bekertje espresso).
Aan het eind van de middag stappen we weer in de bus om naar Tiberias te rijden. Maar eerst onderweg nog een stop bij de supermarkt, want het is niet helemaal zeker of het hotel nog wel eten serveert als wij er aankomen en de Joodse restaurants zullen gesloten zijn: de sabbat is begonnen.
SABBAT ook shabbat of sjabbes, van vrijdagavond zonsondergang tot vijfentwintig uur later op zaterdagavond, is de wekelijkse rustdag in het jodendom. Volgens het eerste boek van de Thora – Genesis – rustte God op deze dag uit van zijn schepping die hij in de zes dagen daarvoor tot stand had gebracht. De zaterdag is de zevende dag van de joodse week en dient in de eerste plaats te worden gevierd door een onthouding van alle arbeid (en dat gaat soms héél erg ver!). De sabbat wordt strikt in acht genomen: ook winkels sluiten en het openbaar vervoer komt tot stilstand.
Dag 6; zaterdag 12 oktober
TIBERIAS – Mount Beatitudes – Capernaum – Har Ben Tal - Banias
Van Tiberias zullen we niets zien de komende dagen. Het is slechts een overnachtingsplaats op deze reis. We beginnen vandaag met ‘het heilige Roomse leven’ bij Mount Beatitudes.
Mount Beatitudes/Berg van de Zaligsprekingen
Deze berg aan de noordwestelijke oever van het Meer van Tiberias is volgens de overlevering de plaats waar Jezus de Bergrede uitgesproken heeft, die begon met de bekende woorden van de acht zaligsprekingen: "Zalig zijn de armen van geest, want hunner is het Koninkrijk der hemelen." (Matth. 5-7).
Op het parkeerterrein staan enorme rijen bussen, dat belooft wat! Er staat een achthoekig kerkje. Het aantal hoeken staat symbool voor de acht zaligheden.
Deze staan ook te lezen op elk van de acht ramen in de kerk. In de parkachtige tuin er omheen zie je veel groepen bedevaartgangers. Sommigen zingen of bidden hardop. Verder zie je verschillende overdekte plekken met bankjes. Groepen waarbij een priester aanwezig is kunnen de benodigde attributen lenen en daar de mis opdragen. We zien dat er op verschillende plaatsen gebruik wordt gemaakt van deze ‘openluchtkerkjes’. Ze komen van over de hele wereld: Afrikanen, Japanners, Amerikanen, Indiërs, etc. etc. Dat verklaart al die touringcars.
Na al deze devotie rijden we verder naar Capernaum. Maar eerst stoppen we onderweg even bij de rivier de Jordaan. Nou ja, rivier … we zagen een riviertje vergelijkbaar met de Slinge bij ons in de Achterhoek.
Capernaum(of Kafarnaüm).
Gevonden munten tonen aan dat het stadje al in de 2e eeuw v.C. bestond; in die tijd lag het aan de karavaanroute naar Syrië. Vandaar dat er ten tijde van Jezus een Romeins legioen lag en men er tol hief. Deze stad wordt regelmatig in het Nieuwe Testament genoemd: toen Jezus Nazareth verlaten had trok hij met grote regelmaat naar dit vissersdorp aan de oever van het Meer van Galilea; hij logeerde meestal in het huis van Petrus, waarvan men de resten heeft teruggevonden; Jezus onderwees er in de synagoge; genas er zieken, verlamden en bezetenen; hield er een toespraak waarin hij vertelde: “Ik ben het brood des levens”’ en bracht hier op het meer de wind tot bedaren. Jezus ontmoette in Capernaum de tollenaar Mattheüs. Hij was een van de twaalf apostelen die door Jezus werd geroepen. Hij wordt traditioneel gezien als de schrijver van het Evangelie naar Mattheüs. Ook andere apostelen werden volgens het Nieuwe Testament in Capernaum geboren, waaronder de broers Simon Petrus en Andreas, en de broers Jacobus en Johannes.
Het is hier minder druk dan bij Mount Beatitudes, maar evengoed nog veel groepen. Er is een moderne kerk, die veel weg heeft van een ufo: rond, en staand op betonnen palen. De kerk zweeft als het ware boven het huis van Petrus. Door de glazen vloer in het midden van de kerk heb je zicht op de resten van het huis waarvan men zegt dat het ooit van Petrus was. Omdat Capernaum behoorlijk verwoest werd wordt er getwijfeld aan de exacte locatie van vroeger. Binnen is de kerk in mijn ogen heel erg simpel en zelfs lelijk.
Buiten liggen op dit terrein nog veel meer opgravingen. Tegenover de kerk is een synagoge, niet die waar Jezus zijn leerlingen onderrichtte, want het gebouw stamt uit de 4e eeuw n.C. en is gebouwd in Grieks-Romeinse stijl. Een aantal zuilen staat nog overeind. Het is wel goed mogelijk dat deze synagoge gebouwd is op de plaats waar de oorspronkelijke heeft gestaan.
Zowel de kerk als de synagoge liggen aan het Meer van Tiberias/van Galilea. Jammer dat het vandaag heiig is.
MEER VAN TIBERIAS/MEER VAN GALILEA. Het meer heeft een oppervlakte van 165 km en is genoemd naar de stad Tiberias, de grootste plaats die aan dit meer ligt. Het is het belangrijkste zoetwaterreservoir van Israël en wordt gevoed vanuit Noord-Israël en Zuid-Libanon. Het watert naar het zuiden af via de rivier de Jordaan, die eindigt in de Dode Zee.
Het meer in de Bijbel. Het meer is ook belangrijk omdat zich hier veel plekken bevinden, die terugvoeren naar bijbelse verhalen: hier liep Jezus over het water, kalmeerde hij de storm en zorgde hij voor de wonderlijke visvangst. Rondom het meer riep Jezus zijn discipelen en genas hij veel mensen. Ook sprak hij de menigte die hem volgde hier toe vanaf een bootje op het meer.
Naast de stad Tiberias liggen aan de oevers van het meer o.a. de plaats waar de broodvermenigvuldiging zou hebben plaatsgevonden en Capernaum (Kafarnaüm) waar Jezus veel van zijn tijd door heeft gebracht, nadat hij Nazareth had verlaten. Ook de Berg van de Zaligsprekingen, waar Jezus zijn bergrede zou hebben gehouden ligt aan dit meer.
Dit was voor vandaag de portie bijbelse geschiedenis. We rijden verder naar de Golanhoogten. Een bijzonder belangrijk, maar ook omstreden gebied.
DE GOLANHOOGTE in het noorden van Israël, heeft indrukwekkende bergen zoals de 2114m hoge Mount Hermon waar je een korte periode van het jaar zelfs sneeuw hebt.
De Golanhoogvlakte was tot de zesdaagse oorlog in 1967 in handen van Syrië. Begin 1974 kwam er een bufferzone tot stand onder toezicht van de Verenigde Naties. In 1982 besloot premier Begin dit gebied te annexeren. Syrië eiste het gebied terug. De regering Rabin (1992) liet doorschemeren onder zeer bepaalde voorwaarden evt. bereid te zijn de Golanhoogvlakte aan Syrië terug te geven. De meeste inwoners van de nederzettingen op de hoogvlakte waren het daar volstrekt niet mee eens en worden tegenwoordig in hun opvattingen gesteund door de huidige Israëlische regering.
Naast de Israëlische joden wonen er ook Druzen, een kleine religieuze gemeenschap die bewust veel van haar gebruiken geheim houdt.
Belang van de Golanhoogten
1. Strategisch belang
Dit gebied is van groot strategisch belang, zowel voor de Israëlische als de Syrische defensie aangezien de afstand tot belangrijke steden zoals Haifa (Israël) en Damascus (Syrië) niet meer dan enkele tientallen kilometers bedraagt.
2. Economisch belang
-Water.
De Golanhoogten zijn voor de watervoorziening van groot belang voor alle omliggende landen: Syrië, Jordanië, Israël en de Westelijke Jordaanoever. Water stroomt uit drie bronrivieren vanaf de hoogvlakten naar de Jordaan en in het Meer van Tiberias. De strijd om water is een belangrijke oorzaak van veel conflicten. In de oorlog van 1967 veroverde Israël het gebied van Noord-Galilea mèt de bronnen waarmee Israël voor meer dan een derde van water wordt voorzien.
-Grond
De grond op bepaalde delen van de Golan is zeer geschikt voor o.a. de druiventeelt t.b.v. de wijnproductie. Ook andere landbouwproducten worden hier verbouwd en er is wat veeteelt.
-Olie en gas
Een gebied in het zuidelijk deel van de Golanhoogten bevat een enorme hoeveelheid olie en gas. In 2013 gaf Israël aan een Amerikaanse bedrijf een licentie af met exclusieve rechten om te boren in het gebied. Dit omvat ook het gebied dat in 1973 aan het eind van de Oktoberoorlog door de VN was aangewezen als gedemilitariseerde bufferzone tussen de twee landen.
-Toerisme
De Golanhoogvlakte trekt veel toeristen. In dit natuurgebied zijn er watervallen en bijzondere planten en dieren, ruïnes, hete bronnen, je kan er in de winter skiën en in de zomer naar het strand aan het Meer van Tiberias.
Bemoeienis van Amerika
Op 25 maart 2019 ondertekende de Amerikaanse president Donald Trump eenzijdig een verklaring dat de Verenigde Staten de bezette Golanhoogten erkennen als deel van Israël. Hiermee brak Trump met het beleid van de VS van de afgelopen halve eeuw. In 2013 had de Israëlische regering al aan een Amerikaanse bedrijf een licentie afgegeven met exclusieve rechten om daar naar olie en gas te gaan boren. Het besluit van Trump ging in tegen het standpunt van de Verenigde Naties, die annexatie door Israël van dit gebied nooit hebben erkend. De Verenigde Naties, Europese en Arabische staten verklaarden dat de Golanhoogten Syrisch staatsgebied zijn, ongeacht wat de VS daarover hebben besloten. De Syrische minister van Buitenlandse Zaken reageerde dat Syrië alle middelen zal aanwenden om de Golan te bevrijden van de bezetting door Israël.
Har ben Tal (de berg Bental).
Mount Bental is een inactieve vulkaan vlakbij de grens met Syrië. Vanaf Mount Bental overzie je het Syrische land en de toppen van de Golanhoogten in Israël.
Op de top is een restaurant, waar we wat drinken en iets voor de lunch kopen om later, ergens anders, op te eten. Vanaf het parkeerterrein is er een pad met aan weerszijden objecten, gemaakt van de resten van onklaar geraakte wapens. Dit is het werk van een Nederlandse kunstenaar. Vanaf Mount Bental heb je mooie uitzichten over Israël en Syrië. Niet ver hier vandaan houden soldaten van de Verenigde Naties de neutrale zone in de gaten.
Dan rijden we naar Banias, eveneens op de Golanhoogvlakte.
Banias
Banias is de plaats waar een van de drie bronnen van de Jordaan ontspringt. In een scheur onder een grote grot ontspringt de Nahr Banias. Hier werd de god Baäl vereerd. De Grieken vereerden hier later hun god Pan, die bekend stond als de god van de natuur en de schaapherders. De huidige naam Banias is een Arabische verbastering van de naam Paneas (Pan).
Eerst eten we, heerlijk onder de bomen, onze lunch die we eerder kochten en maken daarna een mooie wandeling met twee reisgenoten. Onderweg diverse opgravingen. Vervolgens een heel kort busritje en dan maken we een nog veel mooiere wandeling, nu naar de waterval Banias. Door de warmte is het een pittige tocht, maar zo mooi!
Als we terug zijn in Tiberias is het nog steeds sabbat en zijn de Joodse winkels en restaurants (de meeste dus) nog gesloten. Omdat we vandaag al veel gedaan hebben en geen zin hebben om te zoeken naar een restaurant dat wel open is, besluiten we ’s avonds als sabbat voorbij is in het hotel te eten; matig.
Dag 7; zondag 13 oktober
TIBERIAS – Yardenit – Jericho – Olijfberg – JERUZALEM
Vandaag is het reisdoel Jeruzalem. Maar eerst langs andere bezienswaardigheden.
Yardenit.
In het zuidelijke deel van het Meer van Galilea/Tiberias, op de plek waar de Jordaan het meer verlaat, bevindt zich de doopplaats Yardenit. Deze site werd in 1981 aangelegd om christelijke bedevaartgangers te dopen. In het water zijn ijzeren leuningen aangebracht, zodat dopelingen - gekleed in witte gewaden- in het stromende water van de Jordaan kunnen gaan om daar gedoopt te worden. Op de wanden achter de doopplaatsen zijn panelen met daarop geschreven het verhaal van Marcus 1:9-11. De teksten zijn geschreven in verschillende talen waaronder Nederlands en Zuidafrikaans.
Waar of niet waar?? Zowel Israël als Jordanië claimt de exacte doopplaats van Jezus op zijn grondgebied te hebben. De Jordaniërs stellen dat uit archeologische vondsten en historische documenten onomstotelijk zou blijken dat Jezus niet aan de westelijke oever van de Jordaan is ondergedompeld door Johannes, maar aan de oostelijke oever. Bovendien wijzen de Jordaniërs erop dat zowel paus Johannes Paulus II als paus Benedictus XVI op bezoek is geweest bij hun doopplek bij Al-Maghtas, in de bijbel ook bekend als ‘Bethanië over de Jordaan’. De Jordaanse claim wordt in ieder geval bevestigd door UNESCO die de Jordaanse plaats op de Werelderfgoedlijst heeft gezet. Maar onomstotelijk bewezen is het nooit.
Of je nu aan de Israëlische zijde of aan de overkant in Jordanië staat… het water is van dezelfde Jordaanrivier, toch? In de grote souvenirshop kunnen de witte hemden voor het doopritueel gekocht/gehuurd (?) worden. Dezelfde groep Japanners die we al in de kerk in Nazareth zagen laat zich hier dopen. Natuurlijk eerst de gebruikelijke groepsfoto, het blijven per slot van rekening Japanners. Vooraf zingen ze gezamenlijk een lied. So far so good. Maar dan wordt het -in mijn ogen althans- een vertoning. De priester draagt, behalve zijn witte hemd, een enorme zwarte baret alsof het carnaval is. Er worden veel foto’s gemaakt, gelachen en gilletjes geslaakt; weinig verheffend. Ook maakt de priester geintjes tijdens het dopen. Er zullen ongetwijfeld groepen zijn waar het er wat serieuzer aan toe gaat, maar dit was voor mij een lachertje. Ik heb ook niet het gevoel dat ik me indiscreet gedraag als ik foto’s van dit ritueel neem.
We rijden verder naar Jericho. Onderweg zien we veel fruitteelt, zoals mango’s en bananen. Maar vooral hele grote dadelpalmpercelen. We rijden een stuk vlak langs de grens met Jordanië. Zelfs mijn telefoon zegt dat ik op Jordaans grondgebied ben.
Jericho.
Op de Westelijke Jordaanoever, ongeveer vijftien kilometer van de Dode Zee, ligt Jericho, de oudste nog altijd bewoonde stad ter wereld! Er zijn dan ook veel opgravingen gedaan.
Geschiedenis.Jericho is waarschijnlijk ouder dan 10.000 jaar! Er zijn al die tijd nederzettingen geweest op verschillende plaatsen. Daarnaast is de stad ook meerdere keren totaal verwoest. Door opgravingen werd duidelijk dat Jericho ooit ommuurd was.
Jericho in de Bijbel. Jericho wordt in de Bijbel meerdere keren genoemd. Het bekendste bijbelverhaal is dat van de ‘Val van Jericho’ waarin de muren van de stad werden verwoest door bazuingeschal en het juichen van de Israëlieten. Verder staat in het Oude Testament dat de profeet Elisa een van de zoutwaterbronnen veranderde in een zoetwaterbron door er zout in te gooien. Vandaag de dag is er nog steeds een fontein te zien die de Bron van Elisa wordt genoemd.
Jezus is ook verschillende keren in Jericho geweest. Hier gaf hij een blinde weer zicht en ontmoette hij de tollenaar Zacheüs. Ook liet hij hier zijn discipelen weten dat hij in Jeruzalem verraden zou worden.
De bekendste bezienswaardigheid van Jericho is de berg waarop Jezus volgens de bijbel veertig dagen en nachten vastte. Je kunt natuurlijk naar boven lopen maar gezien de temperatuur maken we gebruik van de kabelbaan.
Vanaf de berg heb je uitzicht over Jericho en omgeving. Boven zijn een paar restaurantjes en souvenirwinkeltjs. En natuurlijk het Grieks-Orthodoxe klooster, St. George.
Maar daarvoor moet er na de kabelbaan nog een fikse klim via trappen gemaakt worden voordat we daadwerkelijk bij het klooster zijn. En dat bij een temperatuur van ± 33°! Maar de inspanning is de moeite waard.
Via een opening, die zo nauw is dat wat grotere mensen klem komen te zitten, kom je bij een grot waarin mensen bidprentjes, munten, enz. gooien. Het zou de plaats zijn waar Jezus veertig dagen gebeden en gevast zou hebben.
Het orthodoxe kerkje (verboden foto’s te maken) is klein maar fijn.
Dan weer alle trappen af, met enig leedvermaak de hijgende mensen aanschouwend. Onderweg drinken we een lekker granaatappel-grapefruitsapje en dan weer met de gondel naar beneden.
Op het parkeerterrein loopt een man met een kameel waarop je tegen betaling een kort rondje mag rijden. Hoe gezellig tussen alle geparkeerde auto’s en bussen! En het is ook echt een kort ritje; meer dan twee minuten duurt het niet. Tot mijn verbazing heeft hij klandizie genoeg.
Na de lunch met een broodje falafel rijden we verder richting Jeruzalem. Maar eerst maken we nog een korte stop op de Olijfberg, waar je een mooi uitzicht hebt op de muren van de Oude Stad en de begraafplaats.
De Olijfberg
De Olijfberg is een deel van de bergrug ten oosten van Jeruzalem. De berg dankt zijn naam aan de olijfbomen die ooit op de berg groeiden.
Deze plaats is belangrijk voor christenen: hier werd Jezus ten hemel opgenomen. Aan de voet van de berg ligt Gethsemane, de plaats waar Jezus werd overgeleverd aan de Romeinen.
Maar ook voor de Joden is de Olijfberg een belangrijke plaats. Hier ligt de oudste en een van de grootste joodse begraafplaatsen ter wereld, die tot vandaag de dag in gebruik is. Naar schatting zijn er zo'n 150.000 graven op de Olijfberg, waaronder die van bekende personen. Omdat godsdienstige Joden geloven in de opstanding uit de dood als de Messias komt, is het een voorrecht om op de jongste dag te mogen opstaan op de Olijfberg en als eersten de Messias te mogen ontmoeten. De doden liggen met het gezicht naar Jeruzalem gekeerd en de graven worden nooit geruimd. In vroeger tijden dekte men een graf met grote stenen af tegen roof door wilde dieren. Zo nodig herstelden voorbijgangers het graf door de stenen te herschikken. Daar komt de traditie van steentjes op een graf leggen vandaan; het is een gebaar van eer.Hoewel de Olijfberg altijd te maken heeft gehad met vandalisme van graven zijn er, vooral tijdens de Jordaanse bezetting toen het moderne Israël ontstond, veel graven vernield. Er werd een weg dwars over de begraafplaats aangelegd en Joodse grafstenen werden gebruikt als bouwstenen voor huizen, wegen, etc. In totaal zijn tussen 1948 en 1967 zo'n 38.000 graven verdwenen. Na 1967 werd de begraafplaats grotendeels in ere hersteld.
Verwijzingen in de Bijbel. In de Tenach wordt de Olijfberg twee keer genoemd. In het Nieuwe Testament wordt de Olijfberg veelvuldig genoemd: de weg van Jeruzalem naar Bethanië liep over deze berg. Ook verbleef Jezus veel op deze berg: hij gebruikte de Olijfberg als rustplaats en als plaats om zijn leerlingen te onderwijzen. Volgens de overlevering was dit ook de berg waar Jezus weende over de stad Jeruzalem.
Rond 16.00 uur zijn we op de kamer van het hotel, dat slechts een paar minuten lopen van de Herodespoort ligt. Een een half uur later lopen we al de Oude Stad in via de moslimwijk. Een wir-war van smalle, vaak hellende straatjes met veel luchtbogen. Hoe lager de straatjes, hoe ouder. Heel schilderachtig.
Vanaf een uitzichtpunt kunnen we mooi op de Klaagmuur kijken.
De KLAAGMUUR is het symbool van de joodse identiteit en de heiligste gebedsplaats voor gelovige joden. Ooit stond hier de Joodse tempel, die als belangrijkste heiligdom binnen het jodendom gezien wordt. De Westmuur wordt behandeld alsof het de daadwerkelijke westelijke muur van de Tweede Tempel is, maar feitelijk stond deze tempel op het plateau waar nu de Rotskoepel en de Al-Aqsamoskee staan. De tempel is in het jaar 70 volledig verwoest door de Romeinen.
Het onderste deel van de Klaagmuur is het enige authentieke overblijfsel van de oorspronkelijke westelijke steunmuur van het tempelcomplex ten tijde van koning Herodes de Grote. Een deel van de muur is verdwenen onder de fundamenten van latere bebouwing. Sinds die tijd beklaagden de joden hier de verwoesting van de tempel en aanbeden zij de aanwezigheid van Jahwe in het laatste restje muur dat nog aanwezig was. Daarom heeft deze westmuur de bijnaam Klaagmuur gekregen.
Mannen en vrouwen bidden hier gescheiden. De biddende Joden zijn vaak traditioneel gekleed en de mannen dragen keppeltjes. Men steekt briefjes met wensen, verzoeken of gebeden in de Klaagmuur. Deze worden tweemaal per jaar door de opperrabbijn, die zich hiervoor eerst moet reinigen, verwijderd omdat de muur anders ‘vol’ raakt. De briefjes worden met speciale stokken uit de muur weggehaald, niet met metaal want dat staat voor strijd. Daarna wordt alles begraven op de Olijfberg. Tegenwoordig is het ook mogelijk de wensen per fax te verzenden!
Het is de vooravond van Soekot en daarom lopen heel veel joden naar de Klaagmuur. Vaak hele gezinnen, vrouwen en kleine kinderen mooi aangekleed, mannen en grotere jongens al dan niet met pijpenkrullen in het zwart en met het keppeltje op. Maar ook veel mannen dragen een grote (bont)hoed. Mooi om te zien.
SOEKOT of Loofhuttenfeest is een joods feest dat zeven dagen duurt en waarbij wordt herdacht dat de Israëlieten veertig jaar lang in de Sinaïwoestijn rondtrokken, waarbij ze verbleven in tenten of hutten.
Eerst worden takken verzameld en dan wordt vaak een hut in de tuin of op het balkon gemaakt bedekt met deze takken. In de hut wordt met vrienden en familie gegeten.
Er wordt een bundel (loelav) gemaakt van een palmtak, twee wilgentakken en drie mirtetakken. Hierbij wordt een speciale citrusvrucht gevoegd. Gedurende de zeven dagen van Soekot wordt de loelav mee naar de synagoge genomen, waar, onder het reciteren van een tekst met de bundel in de vier windrichtingen gezwaaid wordt en naar beneden in de richting van de aarde en naar boven naar de hemel. De loelav vormt een symbool voor vreugde.
We doen al wandelend een eerste indruk op van de Oude Stad. Het is inmiddels al 19.00 uur en we kunnen nog net even naar de Heilig-Grafkerk waar het op dit tijdstip niet druk is. Het is behoorlijk donker in de kerk, maar we krijgen wel een indruk van de enorme ruimte. In een piepkleine, duistere ruimte ligt de steen waarop Jezus’ hoofd gelegen zou hebben. Als ik binnen ben schrik ik me een ongeluk want in een donkere hoek zit een priester. Hij vertelt me in slecht Engels dat dit dè steen is en dat ik die mag aanraken. Beleefd bedank ik daarvoor. Ondanks het tijdstip moet je evengoed hier en daar in de rij staan o.a. bij het graf. De kerk gaat sluiten, dus morgen bij licht nog maar eens kijken. Hoogste tijd om ergens te gaan eten.
Dag 8; maandag 14 oktober
JERUZALEM
Jeruzalem
Jeruzalem is een van de oudste steden ter wereld en ligt in het midden van Israël. De stad is te verdelen in twee gebieden: Oost-Jeruzalem ligt in Palestina op de Westelijke Jordaanoever. In dit deel van Jeruzalem ligt de geheel ommuurde Oude Stad met een joodse, een armeense, een islamitische en een christelijke wijk. De Oude Stad van Jeruzalem is van groot religieus belang voor zowel joden, als christenen en moslims. Voor de joden zijn met name de tweede tempel van Salomo en de Klaagmuur van belang, voor de christenen de Heilige-Grafkerk en de Via Dolorosa, en voor de moslims de Rotskoepel en de Al-Aqsa moskee.
West-Jeruzalem ligt in Israël en is moderner dan Oost-Jeruzalem.
Om 07.45 uur gaan we op weg naar de Tempelberg met de Rotskoepel en de El-Aqsamoskee.
DE TEMPELBERG is een heilige plek in de Oude Stad voor alle gelovigen in Jeruzalem. De Rotskoepel en de Al-Aqsamoskee van de moslims zijn hier gevestigd. Voor de Joden is de Tempelberg van belang omdat hier vroeger de tempel stond die ze graag willen herbouwen. Voor Christenen is de Tempelberg belangrijk omdat veel gebeurtenissen uit het leven van Jezus hier plaatsvonden. Ook de geschiedenis waarin Abraham zijn zoon Izak moest offeren maakt de berg van grote waarde voor het Jodendom en Christendom.
De Tempelberg is voor toeristen alleen toegankelijk via de houten brug die vanaf de Klaagmuur omhoog gaat naar het tempelterrein. Moslims hebben een eigen ingang.
De Rotskoepel is een van de belangrijkste heiligdommen van de Islam, maar het is geen moskee. Sinds 2001 is de binnenzijde van de Rotskoepel verboden voor niet-moslims, evenals de belangrijke El Aqsa moskee met de zilveren koepel.
Er wordt streng gecontroleerd: armen en benen volledig bedekt. Dus de afritsbroek en een blouse met lange mouwen aan. Vanaf de houten toegangsbrug hebben we een mooi zicht op de Klaagmuur en het plein ervoor. Het is er heel druk vanwege Soekot.
De Tempelberg is prachtig. Eigenlijk is het een groot plateau met grote en kleine bouwwerken.
Vooral de Rotskoepel met gouden dak en mooie oosterse tegels is schitterend. Natuurlijk mogen wij als niet-moslims nergens naar binnen, maar desondanks is het zeer de moeite waard.
Na hier behoorlijk lang rond gekeken te hebben lopen we naar de Jaffapoort en stappen daar bij de toeristeninformatie naar binnen om te vragen hoe we morgen bij het Yad-Vashemmuseum kunnen komen. Erg vriendelijk worden we niet geholpen. Dat is toch wel onze indruk: de Israëliers zijn in het algemeen niet bijster vriendelijk en/of klantgericht.
Daarna lopen we naar de H. Grafkerk waar we gisteravond ook al waren.
DE HEILIG-GRAFKERK, ook wel de Kerk van de Wederopstanding, zou gebouwd zijn op de twee heiligste plaatsen van het christendom: de plaats waar Jezus werd gekruisigd en het lege graf van Jezus.
De kerk van het H. Graf werd in 326 gebouwd op de plaats waar Helena, de moeder van keizer Constantijn de Grote het graf van Jezus van Nazareth ontdekte. Niet iedereen is er van overtuigd dat dit ook werkelijk de laatste rustplaats van Jezus is geweest. In de loop der tijd werden er verschillende kerken gebouwd. Het huidige gebouw stamt uit 1149.
Voordat je de kerk ingaat kun je de ‘immovable ladder’ zien. De ladder kan niet worden weggehaald omdat er begin 19e eeuw is afgesproken dat er niets veranderd mag worden aan de Kerk.
De kerk is een simultaan kerk, wat betekent dat hij eigendom is van zes christelijke geloven. De grootste delen zijn voor de Grieks-Orthodoxe, Rooms Katholieke en de Armeense kerk. Verder hebben de Syriërs, de Kopten en de Ethiopiërs er een plaats. De sleutel is in handen van moslims (!). Iedereen heeft zijn eigen plek en de kerk is een doolhof van bijgebouwen en kleine ruimtes. Opvallend is het grote verschil in stijl tussen de verschillende kapellen, veroorzaakt door de heel verschillende achtergronden.
Direct na de ingang zie je de steen waarop volgens de overlevering het lichaam van Jezus gebalsemd zou zijn. Mensen knielen, raken de steen aan en wrijven met kledingstukken, doeken, kruisjes, enz. over de steen.
Voor de meest heilige plaatsen, zoals bijv. het graf, staan rijen mensen achter dranghekken. Soms wachten ze meer dan een uur. Maar gelukkig kwamen we daar niet voor. Ook de kerk met al haar aparte kerkjes is een bezoek meer dan waard.
Wel laten we ons verleiden om de trap naar Golgotha, de plek waar Jezus gekruizigd zou zijn, op te gaan. Ook hier staat het zwart van de mensen, maar als je even omloopt is het allemaal prima te zien. Al die mensen willen de bewuste plek kussen of aanraken, maar wij niet en dus ontlopen we de massa.
Er bestaan overigens veel twijfels over de juistheid van dit alles. Volgens latere verhalen zou Jezus namelijk buiten de stadsmuren zijn gekruisigd.
Als we het gezien hebben en een lekker sapje hebben gedronken lopen we weer verder. Aangezien Soekot een week duurt zijn ook de Cardo en de Hurva-synagoge niet open. Daar morgen maar even kijken. En natuurlijk lopen we ook de Via Dolorosa.
DE VIA DOLOROSA is de weg die Jezus heeft gelopen van zijn veroordeling tot aan zijn kruisiging. Wanneer je langs de Via Dolorosa loopt, zie je langs de weg veertien punten, de staties, waar uitleg te vinden is over de kruistocht
De Via Dolorosa gaat door smalle straatjes in de Oude Stad en eindigt in de Heilig-Grafkerk. Omdat de stad een stuk hoger ligt dan in de tijd van Jezus is het onmogelijk dat hij daar zelf gelopen heeft.
Grote groepen pelgrims lopen deze route. Soms zingend, soms biddend. Soms zie je een persoon met een houten kruis lopen, net zoals Jezus.
Het is ontzettend druk. Met die hordes mensen, in de smalle straatjes van soms niet meer dan 2½ m breed, schiet je geen meter op. Ik kan daar slecht tegen en word er ook heel moe van.
Als we de Via Dolorosa gelopen hebben vinden we naast de Armeense kerk een Armeens restaurant om te lunchen en gaan dan naar het hotel, want we zijn al weer meer dan zes uur onderweg.
Een uur later vertrekken we weer en lopen dan via de buitenkant van de stadsmuren naar de Jaffapoort.
DE MUUR EN POORTEN VAN DE OUDE STAD. Al ver voor de jaartelling waren er muren om de stad. De poorten zijn afkomstig uit verschillende bouwperioden. De muren werden in hun tegenwoordige vorm in de 16e eeuw gebouwd door de Ottomanen.
Sommige poorten zijn ouder. De muur is 4 km lang, gemiddeld 12 m hoog en ca. 2½ m dik. Er zijn 34 wachttorens en 8 poorten, waarvan er 1 gesloten is:
-De Nieuwe Poort werd geopend in 1889 en geeft toegang tot de christelijke wijk.
-De Jaffapoort, hier eindigde vroeger de karavaanweg die liep van de kust/Jaffa naar Jeruzalem. Hier vlakbij zijn de resten van het paleis van koning Herodes.
-De Zionspoort geeft toegang tot de Armeense en Joodse wijk.
-De Gouden Poort is al eeuwenlang dicht gemetseld. Door deze poort zou Jezus op Palmzondag op een ezel de stad in gekomen zijn.Volgens de bijbelse traditie gaat de poort pas weer open aan het ‘einde der tijden’. De Ottomanen maakten ooit de poort dicht, zodat de Messias niet meer zou kunnen terugkeren …
-Via de Mestpoort werd vroeger al het afval buiten de stad gebracht.
-De Leeuwenpoort.
-De Herodespoort geeft toegang tot de Moslimwijk.
-De Damascuspoort, de koninklijke poort, is de meest indrukwekkende. Van hier liep vroeger de weg naar de Syrische stad Damascus.
Bij een klein kantoortje kopen we een ticket om een wandeling over de stadsmuren te gaan maken. Dat valt nog niet mee: hobbelige, oude oneffen stenen en heel veel trappetjes omhoog en omlaag met zeer ongelijke treden. De beloofde uitzichten vallen wat tegen, maar je kunt je heel goed voorstellen dat de muren uit de 16e eeuw zijn.
Na deze inspanning drinken we wat op een ‘geheim plekje’. Dit hadden we via insight information. Achter een gesloten deur op de hoek van een straat in de Oude Stad ligt het Oostenrijkse hospice, een pelgrimsherberg van de katholieke kerk opgericht halverwege de 19e eeuw door de Oostenrijkers in Jeruzalem. Als je het niet weet zou je nooit die deur binnengaan. Via trappen kom je boven op een heerlijk terras onder bomen; lekker rustig en weg van de straatdrukte. Je kunt er de Oostenrijkse Sachertorte eten en nog meer Oostenrijkse heerlijkheden. Wij houden het bij een glaasje fris.
Vervolgens zoeken we een restaurant op en lopen dan terug naar het hotel. In de avond onweert het stevig, maar zonder regen.
Dag 9; dinsdag 15 oktober
JERUZALEM
Een groot deel van de groep gaat op excursie naar Bethlehem. Wij doen er niet aan mee, want we hebben geen zin om lang in de rij te staan om weer een kerk te zien, ook al is het de Geboortekerk. Bovendien kost het je minimaal een halve dag en er is nog genoeg te doen in Jeruzalem. We beginnen de dag rustig. We hebben gisteren de christelijke H. Grafkerk gezien en willen nu naar de joodse Hurva-synagoge en die gaat pas om negen uur open. Om daar te komen lopen we door de Soek: smalle straatjes met kleine bedoeninkjes. Erg leuk om te zien.
Onderweg komen we ook langs de Cardo, maar die is gesloten vanwege Soekot(!).
CARDO MAXIMUS is de oude Romeinse hoofdstraat van Jeruzalem die vroeger van noord naar zuid liep door de stad. Er is niet veel over gebleven van deze periode, maar bij de Cardo kun je nog een aantal zuilen zien. Ook tijdens de Byzantijnse overheersing was het de belangrijkste straat van de stad. De acht meter brede, door zuilen geflankeerde winkelstraat werd enkele jaren geleden tijdens opgravingen ontdekt. De overdekte Cardo ligt onder het huidige straatniveau en is voor een belangrijk deel gereconstrueerd. Nu zijn er voornamelijk kunstgaleries.
De onvriendelijkheid en zelfingenomenheid van vooral de orthodoxe Joden ondervind ik in de smalle straatjes. Een man -baard, in het zwart gekleed met zwarte hoed- komt mij in een stevig tempo lopend tegemoet. Dan maakt hij mij met zwaaiende armbewegingen duidelijk dat ik snel opzij dien te gaan! Hoezo, ik opzij? En zeker niet op die manier; wat een arrogantie! Ik ben pisnijdig.
Niet veel verder ligt de Hurva-synagoge. Je merkt dat je al in de buurt bent door de Joodse mannen die richting de synagoge lopen.
DE HURVA SYNAGOGE. Deze achttiende-eeuwse synagoge was tot de verwoesting in 1948 de belangrijkste van de stad. De strategische ligging en de grootte van het gebouw hebben de Hurva-synagoge de das omgedaan tijdens de Arabisch-Israëlische Oorlog van 1948. Het Brits-Jordaans Arabisch Legioen blies de synagoge op om te voorkomen dat de Hagana het gebouw tegen hen kon gebruiken. Pas begin deze eeuw is de synagoge herbouwd.
Bij de synagoge aangekomen worden we meteen naar boven, naar het vrouwengedeelte gestuurd. We kunnen de synagoge niet bezichtigen omdat er een ‘dienst’ is (geen idee hoe je dat bij joden noemt) vanwege Soekot. Boven zit een aantal Joodse vrouwen met gebedsboeken. Fotograferen lijkt ongepast. We kunnen wel mooi naar beneden kijken en het gezang van de mannen is indrukwekkend.
Daarna lopen we door de Jaffapoort de Oude Stad uit en gaan we op zoek naar de halte van de ‘lightrail’ die ons naar het Yad Vashem Holocaust Memorial Museum kan brengen. De lightrail is een XXL-formaat tram, die om de drie minuten rijdt.
Kaartjes trekken doe je bij de automaat. Dat valt nog niet mee en meer toeristen hebben er moeite mee. Maar aangezien de tram elke paar minuten langs komt is het niet erg als je er een mist. We rijden door het nieuwe gedeelte van Jeruzalem, dat zo ver wij kunnen zien weinig anders is dan welke andere willekeurige stad, tot aan de stadsrand bij Mount Herzl. Er gaat van hier een shuttlebus naar het museum, maar het is niet ver lopen dus wachten we niet op de bus.
YAD VASHEM. Het World Holocaust Remembrance Centre is 45 hectare groot en omvat o.a. musea, monumenten, gedenktekens, tuinen en sculpturen. Het is een herdenkingsplek voor de ruim zes miljoen Joodse slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog.
Yad Vashem is een verzameling van strakke en sobere gebouwen op een enorm terrein. We denken dat het handig is een audiotour te nemen. Een weinig vriendelijke (al weer!) jongeman dreigt onmiddellijk dat het ons duizend sjekels gaat kosten als we het apparaat niet terugbrengen. Alsof we criminelen zijn! Daarom wil hij de naam van het hotel waar we logeren plus het kamernummer en een telefoonnummer. Ook een paspoort dient bij hem in bewaring te worden gegeven. Met een bonnetje kunnen we dat later terug krijgen. Gelukkig geeft Olga een kopie. Ik vind het allemaal heel erg raar; het gaat om een apparaatje voor een audiotour! Mijn ergernis groeit. Als er betaald moet worden kan/wil hij niet terug geven. En dan ben ik er helemaal klaar mee. Apparaat terug, hij bekijkt het maar! Ik ben echt boos!
We bekijken eerst het Holocaust History Museum, waarin alles vanaf het begin in de jaren ’30 tot en met de migratie naar Israël in het heden wordt verteld door verhalen van slachtoffers en overlevenden. Daarnaast foto’s, brieven, enz. Dit alles vanuit Joods perspectief. Over het gebouw is ook nagedacht:
Door een 180 meter lange, centrale hal loop je via negen museumzalen door de geschiedenis van de Holocaust. De schuine muren van de hal worden hoger naarmate je dieper het museum in komt, en daarmee dieper de geschiedenis van de Holocaust ingaat. Het licht, dat alleen door de schacht in het plafond naar binnen valt, wordt steeds minder. Het invallende donker symboliseert de duisternis van het verleden.
Aan het eind van de museumgang is de ‘Hall of Names’, een grote ronde zaal met kabbelend water in het midden. Hierboven is een enorme koepel waar met foto’s en documenten van 600 mannen, vrouwen en kinderen de zes miljoen vermoorde Joden worden herdacht.
Aan het eind van het gebouw ga je naar buiten, waar je vanaf een balkon uitkijkt over Jeruzalem. Het staat symbool voor het nieuwe begin aan het eind van de Holocaust.
De synagoge is een plaats waar nabestaanden kunnen bidden voor de overledenen en is een herinnering aan alle synagoges die verwoest werden. De gebedsruimte is rond en langs de wanden zie je overblijfselen uit vernietigde synagoges uit heel Europa.
Even een bescheiden lunch en dan lopen we naar de ‘Hall of Remembrance’. De muren zijn opgetrokken uit grote bazaltkeien. Op de vloer van een verlaagd deel staan de namen van 22 van de meest beruchte nazi-moordsites, symbolisch voor de honderden vernietigings- en concentratiekampen, doorgangskampen enz. Het middelpunt van de hal is de eeuwige vlam. Er is een crypte met daarin de as van slachtoffers van de Holocaust, die vanuit de vernietigingskampen naar Israël is gebracht. Heel indrukwekkend, vooral door de eenvoud.
We lopen buiten langs de ‘Pilar of Heroism’, die is opgedragen aan het Joodse verzet tijdens de Holocaust, naar het ‘Children’s Memorial’. Dit monument is een eerbetoon aan de anderhalf miljoen Joodse kinderen tot 14 jaar, die tijdens de Holocaust zijn vermoord. Bovengronds staan negentien afgebroken pilaren als symbool voor het afgebroken leven.
In de grot eronder zie je foto's van een aantal kinderen. In een pikdonkere ruimte worden vijf herdenkingskaarsen oneindig weergegeven, waardoor de indruk van miljoenen sterren wordt gewekt, terwijl op de achtergrond de namen van de vermoorde kinderen, hun leeftijden en landen van herkomst worden genoemd. Geen akelige verhalen, gruwelijke foto’s, e.d.; alleen dit. Het is heel indringend en beklemmend.
Yad Vashem is zo groot, dat we na ruim 3½ uur nog lang niet alles gezien hebben. Maar het is genoeg. Het is al halverwege de middag, het weerlicht en het dreigt te gaan regenen. Dus is het hollen naar de tram om nog droog over te komen.
We stappen uit bij de Mahane Yehuda markt; het spettert nog een beetje maar we wagen het erop. Dit is de meest bekende markt van Jeruzalem en is zowel overdag als ’s nachts geopend. ’s Avonds sluiten de marktkramen en openen de barretjes en restaurants hun deuren.
Als wij er zijn is er héél veel volk en héél veel lawaai, maar het is ook héél leuk. Op vrijdag schijnt het nog erger te zijn, wanneer de joden hun boodschappen voor de sabbat kopen.
Dan verder met de tram richting hotel, waar we aan het eind van de middag lichtelijk versleten terugkeren.
’s Avonds eten we bij een restaurantje (gelukkig dichtbij) op een piepklein balkonnetje op de eerste etage. En daarbij ons inmiddels favoriete drankje: lemon met mint.
Dag 10; woensdag 16 oktober
JERUZALEM – Qumran – En Gedi – Masada – KRAMIM/ARAD
Het programma is weer veranderd: i.p.v. naar de Dode Zee gaan we vandaag naar Masada.
Qumran / Dode-Zeerollen
Op de bezette westelijke Jordaanoever ligt Qumran met belangrijke opgravingen. Hier bouwden tussen 150 v.C. en 70 n.C. de Essenen een klooster. Zij waren zeer wetsgetrouwe Joden die het niet eens waren met de manier waarop Joden in Jeruzalem hun godsdienst beleden en zij schreven hun eigen godsdienstige overtuiging op in boekrollen. Toen omstreeks 68 n.C. de Romeinen naderden deden de Essenen de tekstrollen in aarden kruiken en verborgen die in elf grotten. De geschriften bleven zo’n tweeduizend jaar liggen totdat twee bedoeïenenjongens in 1947 zeven aarden kruiken vonden met boekrollen. Na de eerste ontdekking werden er tien andere grotten gevonden met in totaal eenenvijftig kruiken met boekrollen. Twee rollen liggen in het museum in Amman (Jordanië) de overige in het Israëlmuseum in Jeruzalem. Deze documenten waren een belangrijke archeologische vondst en bevatten onder meer ruim tweehonderd handgeschreven delen van de Hebreeuwse Bijbel, de Tenach.
Aangezien Qumran niet ver van de Dode Zee ligt zijn de tekstrollen die ze daar gevonden hebben bekend geworden als de ‘Dode-Zeerollen’. We bekijken eerst een kort filmpje over hoe de kloostergemeenschap vroeger geleefd zou hebben. Buiten zien we restanten van wat ooit het klooster was en uit de verte kan je de grotten zien waar de boekrollen gevonden zijn. Het is een onherbergzaam gebied en als je goed kijkt zie je in de verte steenbokken.
Dan rijden we naar het natuurpaark En Gedi waar we een mooie wandeling naar een waterval zouden maken. Zouden, want daar aangekomen blijkt het wandelpad al na een paar honderd meter afgesloten te zijn vanwege de extreme hitte. Er is wel een andere wandeling langs opgravingen. Maar gezien ons volgende doel, Masada, hoeven wij niet zo nodig. De andere groepsleden hebben hier ook geen zin in en we besluiten vandaag van En Gedi af te zien en morgen te kijken of de situatie anders is. Op de valreep zien we nog een flinke mannetjes steenbok.
We rijden dus direct verder naar Masada.
Masada
Dit is een citadel op een rots bij de Dode Zee. De rots varieert in hoogte van ca. 400 meter tot 90 meter.De hellingen zijn steil en de top is vlak. Hier bouwde Herodes de Grote, Koning van Judea van 37 tot 4 v.C., een fort. Op de rots liggen nu nog de resten van de paleizen van Herodes met daaromheen Romeinse vestingwerken.
Rond het jaar 73 n.C. werd Masada meer dan een jaar lang belegerd door een Romeins legioen. Liever dan zich overgeven aan de Romeinen pleegden de bewoners massaal zelfmoord toen de Romeinse belegeraars uiteindelijk door hun verdediging braken. Er waren 960 doden!
Je kunt in principe via een kronkelpad -dat heel toepasselijk Snakepath heet- naar boven lopen, maar het kan ook via de kabelbaan. Vanwege de warmte (ondanks de bewolking toch heel ruim boven de 30°) is het verboden te lopen. Dat waren we toch al niet van plan, want het is een zware klim. Eerst een kort inleidend filmpje en dan zweven we een kleine driehonderd meter naar boven.
Het is ongelooflijk dat Herodes (vazalkoning van de Romeinen over Judea) op zo’n plek zijn paleis annex verdedigingsplek bouwde.
“…. Men zegt dat Herodes zijn fort bouwde om naar toe te kunnen vluchten in tijd van nood. Hij werd, vanuit zijn gezichtspunt, altijd door twee gevaren bedreigd: ten eerste was hij bang dat het joodse volk hem zou vervangen door een lid van het voormalige koningshuis; ten tweede vreesde hij Cleopatra, de koningin van Egypte ….”,aldus de Joodse geschiedschrijver Flavius Josephus (1e eeuw n.C.) in zijn boek ‘De Joodse Oorlog’.
Maar het is eveneens ongelooflijk hoe uitgebreid de site is en hoeveel er nog na een kleine tweeduizend jaar overeind staat. Al met al heel indrukwekkend.
TOT SLOT HET VERHAAL VAN MASADA:
Toen in het jaar 70 n.C. Jeruzalem werd verwoest bezette een groep fanatieke Joden Masada, een vrijwel onneembare vesting. De groep kon zich hier verschansen omdat Masada beschikte over enorme bekkens waarin water, dat ’s winters uit de bergen kwam, kon worden opgeslagen. Uiteindelijk, na een lange belegering, legden de Romeinen een sooort dam aan om Masada in te nemen. Maar de bewoners weigerden zich over te geven: ze pleegden voor de inname collectief zelfmoord (op een paar na).
In de nacht voor de definitieve doorbraak van de muur had Eleazar Ben Yair de inwoners van Massada bijeen geroepen en de volgende toespraak gehouden:
“Mijn trouwe volgelingen, lang geleden besloten wij niet de Romeinen te dienen, noch iemand anders behalve God, die de enige en rechtvaardige koning der mensheid is. Nu is het moment aangebroken om onze vastbeslotenheid door daden te laten volgen. Op zo’n moment mogen wij ons niet te schande zetten: tot op heden hebben wij ons nooit aan slavernij onderworpen, zelfs wanneer dit geen gevaar inhield. We moeten nu niet voor slavernij en voor de straffen kiezen die het einde van alles zouden betekenen indien wij levend in handen van de Romeinen vallen. We waren de eersten die in opstand kwamen en zullen de laatsten zijn die de strijd staken. Ik denk dat God ons dit privilege heeft geschonken, dat we kunnen sterven als nobele en vrije mensen. Dit in tegenstelling tot anderen die onverwachts verslagen werden. In ons geval is het duidelijk dat ons verzet bij zonsopkomst zal eindigen, maar wij zijn vrij om samen met onze dierbaren een eerbare dood te sterven. Dit kunnen onze vijanden niet voorkomen, hoezeer zij ook zullen bidden om ons levend in handen te krijgen. Even zo kunnen wij hen niet in de strijd verslaan. Laat onze vrouwen sterven voor ze worden verkracht en onze kinderen voor ze kennis hebben gemaakt met slavernij. Daarna zullen wij elkaar deze glorievolle weldaad bewijzen en aldus onze vrijheid bewaren met een gloerievol teken.”
“Daarna wezen zij door het lot tien uit hun midden aan die de overigen moesten doden. Een ieder strekte zich op de grond uit naast vrouw en kinderen en liet zich met de armen om hen heen doden door degenen die hiervoor door het lot waren aangewezen. Nadat deze zonder aarzeling al de anderen hadden omgebracht werd weer door het lot vastgesteld wie de overige negen zou doden en zichzelf ten slotte van het leven zou beroven. Er waren 960 doden. En de Romeinen kwamen de vesting binnen en zagen de massa doden, maar zij konden zich niet verheugen over de ongdergang van hun vijanden. Zij konden niets anders doen dan zich verbazen over de moed, die zovele mensen hadden betoond.” Einde citaat.
De potscherven met daarop waarschijnlijk de namen van degenen die door het lot waren aangewezen zijn later bij opgravingen gevonden. De gebeurtenissen konden nauwkeurig door Flavius Josephus voor het nageslacht worden opgetekend, omdat twee vrouwen en een paar kinderen de dramatische gebeurtenissen hadden overleefd. Zij hadden zich in een onderaardse watertunnel verscholen en vertelden het verhaal aan Flavius Josepus. Masada werd het symbool van de joodse drang naar vrijheid en standvastigheid om te overleven.
We eten in het restaurant een warme hap, want vanavond moeten we weer eens voor ons zelf zorgen. Onderweg naar de kibboets stoppen we bij een supermarkt en kopen er broodjes, wat kaas, sapjes en yoghurt. En daar gaan we het dan mee doen.
We slapen vannacht in de kibboets Kramim, die niet ver van Arad ligt.
EEN KIBBOETS is een collectieve leefgemeenschap in Israël, waar meerdere gezinnen samen werken en wonen. Het woord ‘kibboets’ betekent groep. Het doel van de kibboets was om onbewerkte streken van het land te veranderen in productieve bouwgrond. In 1908 werd de eerste kibboets opgericht in de Jordaanvlakte in Palestina.
De pioniers in het Beloofde Land waren voornamelijk van Oost-Europese afkomst. De socialistische idealen uit de Sovjet-Unie vormden hun inspiratie en dat betekende dat men tegen het individuele bezit van grond en middelen was. Ook het gezinsleven stond onder verantwoordelijkheid van de gemeenschap. Kinderen waren vijf uur per dag samen met hun ouders; de rest van de tijd woonden ze in de gemeenschappelijke kinderverblijven.
In de jaren ‘60 en ‘70 en ’80 van de vorige eeuw waren de bloeitijd van de kibboets. In deze tijd kwamen er van heinde en verre reizigers naar Israël, die de wereld wilden verbeteren of er eventjes tussenuit wilden. Zij werkten in de kibboetsen, die makkelijk konden bestaan van de verkoop van eigen producten. In ruil daarvoor kregen ze een beetje zakgeld en natuurlijk een heleboel gezelligheid van gelijkgezinden.
Door een veranderende maatschappij en globalisering groeide de behoefte aan privacy en nam de aantrekkingskracht van de sociale, communale kibboetstraditie af. Tegenwoordig woont nog maar een gering deel van de Israëlische bevolking (1,5%) in kibboetsen. De leefgemeenschappen zijn inmiddels sterk veranderd: er wordt steeds meer geprivatiseerd. Daarnaast is het zwaartepunt meer gekomen op industrialisatie i.p.v. landbouw en wonen kinderen tegenwoordig gewoon bij hun ouders thuis. Om toch te kunnen blijven bestaan, moest naar een andere invulling van de kibboets worden gezocht en hebben veel leefgemeenschappen vandaag de dag een hotelaccommodatie.
Wij hebben zo onze eigen gedachten bij de opmerking “De ervaring van een kibboets zou je niet mogen missen als je in Israël bent.” Een uitleg over het leven op een kibboets of rondleiding is niet mogelijk vanwege Soekot. Zo zachtjesaan word ik een beetje kriebelig van al die feesten. De kibboets Kramim is een terrein met huisjes; elk zijn eigen onderkomen. De huisjes verschillen nogal in grootte en van kwaliteit. De betere huisjes zijn royaal bemeten en hebben een badkamer met bubbelbad. Dit keer boffen we niet, wij hebben een huisje in de eenvoudige categorie. Het heeft iets van een betonnen container: heel erg klein, oud en benauwd. De gordijnen zijn afgeknipt, zodat de rafels er nu aan hangen. Het is gewoon deprimerend. ’s Avonds eten we ons supermarktmaal voor het huisje.
De temperatuur is nog lang heerlijk buiten tot het gaat onweren. Het blijft daarbij geruime tijd droog, maar uiteindelijk valt toch de bui.
Dag 11; donderdag 17 oktober
KRAMIN/ARAD
– En Gedi – Dode Zee - TEL AVIV
Goed geslapen. Ondanks het feit dat wij pas om 08.30 uur vertrekken is het ontbijt is al om 07.00 uur omdat een groep Fransen vroeg weg moet en men het kennelijk wel makkelijk vindt om alles in één keer te doen. Dus 06.00 uur al uit de veren (onthoud dit tijdstip!!). Daarbij komt dat het ontbijt zeer matig is. Al met al is deze overnachtingsplaats geen aanrader.
We rijden nogmaals naar En Gedi en jawel, we kunnen de wandeling naar de waterval maken.
En Gedi.
In de Woestijn van Judea aan de oever van de Dode Zee ligt de oase En Gedi. Deze is genoemd naar de bronnen die hier ontspringen. En Gedi betekent ‘bron van het bokje’. Nu ontspringen hier vijf bronnen. In de oudheid schijnen het er meer geweest te zijn. Het is een van de natuurwonderen van Israel: regenwater dat in Jeruzalem (800 m hoog) naar beneden komt wordt opgenomen in de grond en legt vervolgens, ondergronds, kilometers af om uiteindelijk 1200 meter lager, in het hartje van de woestijn, weer boven te komen in de vorm van watervallen.
Het is nog steeds extreem warm, 37°! Het pad loopt door een rotsige omgeving. En weer zien we springbokken. Het loopt beslist niet makkelijk en op sommige plaatsen is het erg glad door de regen van de afgelopen nacht.
Vlakbij de David-waterval, het doel van de tocht, kun je terug naar de uitgang of naar boven naar de bronnen. Olga loopt samen met een groepslid terug. Ik ga met een ander naar boven, want we hebben nog ruim drie kwartier de tijd. Maar ik heb me behoorlijk vergist. Het pad is erg moeilijk begaanbaar en het is behoorlijk klauteren en klimmen. En het is warm, héél erg warm. Als we al behoorlijk hoog zijn besluiten we terug te gaan, hoewel we nog niet bij de bronnen zijn. Het wordt te gevaarlijk en de tijd gaat dringen. Daar komt bij dat ik van vermoeidheid letterlijk sta te trillen op mijn benen en dus niet meer erg stevig sta.
Wat je natuurlijk kon verwachten met die bibberbenen: ik val. Niet echt fijn op die rotsen. Maar gelukkig geen gebroken botten en ik kan, nòg trillender dan ervoor, verder. Mijn maatje steunt me bij de moeilijke afstapjes en waar het glad is helpt een hulpvaardige Israëliër me. Ja, die zijn er ook! Natuurlijk gaat het uiterst langzaam en zijn we veel later dan afgesproken bij de groep. Ik ben kapot. De anderen denken geloof ik dat ik bevangen ben door de hitte. Maar dat is niet zo, het is louter vermoeidheid. Ze komen met dropjes, druivensuiker en stukjes kaas. Ik word zelfs begeleid naar het toilet! Heel lief allemaal, maar ik voel me er behoorlijk opgelaten bij. In de bus gaat het al snel beter. Ik heb mezelf dus behoorlijk overschat. De gevolgen van mijn schuiver vallen mee: een blauwe arm, wat schrammen en een pijnlijke spier. Maar de deuk in mijn ego … die doet echt pijn!!!
We rijden verder en stoppen bij een laboratorium waar allerlei schoonheidsproducten gemaakt worden met mineralen en andere grondstoffen uit de Dode Zee. En natuurlijk worden deze producten verkocht. Ook de Dode-Zeemodder om een babyzacht huidje te krijgen kan je kopen. Ik houd het bij een pot scrub.
En dan rijden we verder naar het strand bij de Dode Zee.
De Dode Zee
Op de grens van Jordanië, de Westelijke Jordaanoever (deel van de Palestijnse gebieden), en Israël ligt de Dode Zee. De oppervlakte is 1020 km². De oevers van dit meer zijn, met 417 meter beneden zeeniveau, het laagste gebied op aarde.
Eigenlijk is de Dode Zee een gigantisch meer. Op de rotsen aan de oever liggen dikke plakken zout. Dat komt omdat de waterspiegel snel daalt en het water sneller verdampt dan het binnen stroomt. Ook de landbouw en de industrie onttrekken water aan het meer. De verwachting is dat dit ertoe zal leiden dat, zonder ingrijpen, het meer mogelijk binnen enkele decennia zal zijn opgedroogd en er niets rest dan een grote kuil met zout.
Het water van de Dode Zee heeft het hoogste zout- en mineralengehalte ter wereld. Waar het zoutgehalte in een normale zee ongeveer 3% is, is het bij de Dode Zee meer dan 33%. En als gevolg hiervan is er praktisch geen leven in de Dode Zee (vandaar de naam). Waarom is het water zo zout? Het meer krijgt zijn water van de Jordaan, maar er is geen rivier die het water verder afvoert. Het water kan dus alleen verdampen, waardoor zout overblijft dat door de eeuwen heen steeds zouter wordt.
Omdat de Dode Zee meer dan 400 meter onder de zeespiegel ligt heeft de zon hier minder kracht; de UV-straling wordt gefilterd door die 400 meter extra lucht. Het is hier het hele jaar zonnig en warm, er zijn zelfs minder dan vijf dagen regen per jaar!
Geneeskrachtig. De Dode Zee staat bekend om haar geneeskrachtige werking. Vanwege het hoge zout- en mineralengehalte wordt de Dode Zee al eeuwen lang bezocht door mensen met huidaandoeningen en reuma. Het droge klimaat trekt ook mensen met longaandoeningen.
Maar ook zonder aandoening kan het water heilzaam zijn. Men kan zich inwrijven met de mineraalrijke modder van de Dode Zee. Vervolgens wordt de modder eerst afgespoeld in het Dode-Zeewater, waarna de laatste zoutresten onder een zoetwaterdouche helemaal weggespoeld worden.
Drijven. Het hoge zoutgehalte van het water zorgt ervoor dat zinken onmogelijk is en zwemmen lastig. Maar je kunt er wel goed in drijven, wat het gevoel geeft dat je zweeft. Het water voelt olieachtig.
Ze weten hier wel van prijzen: de toegang tot het strand is ongeveer € 23,00. Maar daar krijg je ook wat voor: een paar restaurants, twee zwembaden, kleedruimtes met douches wastafels en toiletten, veel zitjes onder schaduwdoeken, enz.
Beneden bij het strand zie je mensen zich insmeren met de pikzwarte modder. Daar doe ik maar even niet aan mee. Maar natuurlijk wil ik wel de sensatie van het drijven meemaken. Het is raar dat je eigenlijk omhoog gedrukt wordt. Dat maakt het ook lastig om op te staan.
Aan het eind van de middag rijden we naar het hotel in Tel Aviv, waar we ook aan het begin van de reis waren. We hebben dit keer een mooie grote kamer. Toch lijkt de dag in een pechdag te gaan eindigen. Aangezien ze ons aan het begin van de reis te veel gerekend hadden voor het eten gaan we weer naar de receptie beneden om dit recht te zetten. Dat kan pas de volgende ochtend als een andere persoon aanwezig is. Oké, geen probleem. Terug bij de kamer blijken de pasjes om de deur te openen niet meer te werken, terwijl we vijf minuten ervoor de bagage nog binnen hebben gezet! Weer naar beneden. We krijgen nu een gewone sleutel. Een half uur later merken we dat de spoeling van het toilet niet werkt, dus wederom naar de receptie. Natuurlijk is er ’s avonds (het is inmiddels 18.30 uur) geen monteur en ons wordt een andere kamer aangeboden. We waren net de koffers opnieuw aan het ordenen, dus alles weer erin en overhuizen. Deze kamer is een stuk kleiner, dat is niet erg, maar in de badkamer zit in plaats van een wastafel een w.c.-fonteintje en ook een spiegel ontbreekt. We laten het maar zo.
Na al dit gedoe lopen we ’s avonds naar het Italiaanse restaurantje, dat ons eerder deze reis zo goed beviel. Helaas blijkt dat gesloten. Uiteindelijk eten we Mexicaans.
En als je dan denkt dat je nu alles wel gehad hebt deze dag moet het ergste nog komen. De afspraak was: de volgende ochtend om 10.30 uur vertrek naar het vliegveld. Dus alle tijd om rustig te ontbijten en dan de laatste voorbereidingen voor de terugreis te treffen. Maar om 23.15 uur krijgen we een telefoontje van de reisleidster: het tijdstip wordt vervroegd naar 09.00 uur i.v.m. een wielermarathon morgen in de stad. Geen probleem voor ons, we zorgen wel dat de koffers klaar zijn. Nog geen uur later – het is inmiddels de volgende dag!- weer telefoon: we vertrekken om uiterlijk 01.00 uur!!! Dus binnen het uur! De marathon start eerder vanwege de warmte en nu wordt de hele binnenstad al ’s nachts hermetisch afgesloten. Er kan dan geen auto meer in of uit. Niet zo gek dat er later in de bus flink wordt gemopperd, want veel mensen sliepen al toen het tweede telefoontje kwam. Sommigen vergaten in de haast hun zwemspullen die op het balkon te drogen hingen. Maar ja, als wij het vliegtuig straks willen halen
Dag 12; vrijdag 18 oktoberTEL AVIV – AMSTERDAM, via Istanbul
En zo zitten wij om 01.45 uur al op het vliegvel om meer dan twaalf uur later te vertrekken! Hangen in een stoel, turen op je telefoon, af en toe knikkebollend, nu en dan een loopje, koffie, nog meer koffie en een broodje … tot we eindelijk kunnen inchecken.
Keurig op tijd, om 14.15 uur, stijgen we op. De overstap in Istanbul is dit keer op de gloednieuwe luchthaven Ataturk. Mijn mond valt bijna open van verbazing, wat een luxe. We kopen nog wat lekkers voor Bart en Jan en dan de vlucht naar Amsterdam. Ik heb het koud en ben moe.
Op Schiphol komen we in de verkeerde rij voor de paspoorten en ten langen leste om 22.50 uur hebben we de bagage en staan de mannen op ons te wachten. Onderweg naar huis nog een file vanwege een ongeluk (kan er ook nog wel bij) en om 01.15 uur, het is inmiddels al zaterdag, zijn we thuis. Nog wat drinken en een uur later lig ik, na ruim 43 uur (!) eindelijk, eindelijk weer in bed.
Djoser
Conclusie:
hoewel de organisatie wel wat te wensen overliet hebben we gekregen wat we ervan verwachtten: Joden (over het algemeen niet zo vriendelijk) en moslims, bijbelse en historische bezienswaardigheden, natuurschoon, alle dagen mooi weer en veel gezelligheid samen.
Kortom: een geslaagde vriendinnenreis.
Home
Reizen van Jan en Carla