CUBA
samen met Elly en Thijs de Bruijn
3 t/m 26 november 2011
Reisroute: Havana (Viñales en Las Terrazas komen te vervallen i.v.m. de late komst van Elly en Thijs) > Playa Giron bij Playa Larga > Santa Clara > Trinidad > Camagüey > Santiago de Cuba (Baracoa vervalt vanwege het slechte weer) > Villa Don Lino > (via Holguin) Havana.
Cuba in het kort:
Cuba, in het Spaans República de Cuba, is een land in het Caribisch gebied dat bestaat uit het eiland Cuba en een aantal kleine eilanden. In 1959 werd het land officieel een socialistische republiek, bestuurd door Fidel Castro. Sinds 2008 wordt het land geleid door Raúl Castro, Fidels jongere broer en vice-secretarisgeneraal van de Communistische Partij van Cuba - de enige legale politieke partij. Cuba is het enige land op het westelijk halfrond dat communistisch is.
Grootte Cuba: | 2½ x Nederland. Lengte ± 1200 km, breedte tussen de 30 en 190 km |
Hoofdstad: | Havana |
Aantal inwoners: | ± 11,5 miljoen (telling 2009) |
Bevolking: | 37% blank (afstammelingen Spanjaarden), 11% zwart (afstammelingen slaven), 51% mulat (een mix van beide bevolkingsgroepen en 1% overig. |
Taal: | Spaans |
Klimaat: | (sub)tropisch klimaat met een natte en een droge tijd |
Regeringsvorm: | socialistische republiek, éénpartijstaat |
Religie: | overwegend rooms-katholiek, maar ook een mengvorm met Afrikaanse religies als santeria |
Geldeenheid: | peso Cubano (CUP) alleen voor Cubanen, en peso convertible (CUC) speciaal voor toeristen. |
Waarom Cuba?
Na een aantal landen in zowel Afrika, als in Zuid-Amerika en vooral in Oost-Azië bezocht te hebben willen we nu weer een ander deel van de wereld zien. Midden-Amerika is nog onbekend gebied voor ons en Cuba, het land van Ché Guevara en Fidel Castro, van sigaren, rum, oldtimers en vooral heel veel muziek lijkt ons wel wat.
Het eiland is niet al te groot, maar biedt wel koloniale steden, stranden, laagvlakten met suikerriet- en tabaksplantages en berggebieden.
Daarbij komt dat Fidel Castro inmiddels hoog bejaard is, evenals zijn broer Raúl, en we verwachten grote veranderingen als één van beiden komt te overlijden: de tijd gaat dus dringen.
Voorbereiding:
Al pratende op mijn verjaardag (2010) wordt het plan geopperd om samen met Elly en Thijs naar Cuba te gaan. Op oudjaarsavond (inmiddels traditie om dan met z’n vieren reisplannetjes voor het nieuwe jaar te smeden) definitief afgesproken en tevens dat we het land per huurauto gaan verkennen. Op koninginnedag 2011 worden de plannen wat vastomlijnder: ideeën worden geïnventariseerd en de reisroute wordt in grote lijnen uitgestippeld. Half mei worden de plannen omgezet in daden wanneer we, na wat zoeken op internet, onze vlucht definitief boeken. Inmiddels zijn we met z’n tweetjes ook op Spaanse les gegaan, want met Engels kom je niet zo ver in Cuba. In augustus boeken we de binnenlandse vlucht, regelen we een huurauto en leggen we onze slaapplaats voor de eerste paar nachten in Havana vast. En wanneer we in de loop van oktober onze inreispapieren bij het Cubaanse consulaat in Rotterdam hebben gehaald staat niets ons vertrek meer in de weg.
Verslag van de reis:
Dag 1 – donderdag 3 november
BRUSSEL via München en Toronto > HAVANA
De eerste dag van ons Cuba-avontuur begint wel heel vroeg: aangezien wij vrijwel nooit een wekker gebruiken was Jan vergeten de wekker op wintertijd te zetten en gaat hij dus een uur eerder af dan nodig is: ... gggrrrr..!! Om tien over drie in de ochtend vertrekken we richting Empe, waar we onze bagage naar de auto van Thijs verhuizen. De rit naar Brussel verloopt voorspoedig en we hebben na het inchecken nog alle tijd om een kop koffie te nemen. Maar wanneer we hierna naar de gate willen gaan slaat de paniek toe. Elly's tas is verdwenen met alles erin: paspoort, tickets, geld, etc. etc. De tas moet gestolen zijn want ze heeft er nog een zakje brood uitgehaald. Het is ongelooflijk want er waren nauwelijks mensen en bovendien zat zij aan de kant van een muurtje en hebben we, behalve de ober, niemand bij ons tafeltje gezien. Ze moet onmiddellijk dingen gaan regelen en zonder papieren kan ze ook niet weg. Dus Elly en Thijs gaan naar de politie en voor ons zit er niets anders op dan met z'n tweeën verder te gaan. We vrezen dat hun reis naar Cuba definitief verkeken is. Wat een ellendig begin van de vakantie! We zouden met z'n vieren gaan, alles samen voorbereid en dan dit! We zijn behoorlijk aangeslagen.
De vlucht vertrekt met een half uur vertraging en in München is het stevig doorlopen om de volgende vlucht te halen. Uiteindelijk stijgen we ook hier drie kwartier later op dan gepland. Het stuk naar Toronto is een lange zit en we zijn allebei nog erg bezig met de gebeurtenissen van vanochtend. In Toronto zou de overstaptijd al uiterst kort zijn, maar door de vertraging is de tijd echt minimaal en de gangen zijn eindeloos (of lijkt dat maar zo?). Er wordt al omgeroepen dat de gate gaat sluiten, het is dus echt rennen!
Op het vliegveld in Havana loopt het allemaal vlot. We wisselen geld en nemen een taxi naar ons hotel, waar we op het terras nog even wat drinken. Na alle consternatie en stress zijn we na dit etmaal wel een beetje op. Wat een dag: zwaar, zwaar waardeloos!!
Dag 2 – vrijdag 4 november
HAVANA (1)
Slecht geslapen door de gebeurtenissen van gisteren, het verkeerslawaai en het tijdsverschil. Hotel Inglaterra, waar we de eerste nachten verblijven is het oudste hotel van de stad (1856) en is een beetje vergane glorie.
Nog voor het ontbijt belt Jan heel kort naar Elly en Thijs. Goed nieuws: waarschijnlijk komen ze zondagavond tòch nog. Het hangt alleen nog af van het verkrijgen van een nieuw visum voor Cuba. Er valt een last van ons af!
Na het ontbijt lopen we Havana in. Eigenlijk willen we naar Havana Vieja (Oud Havana), maar we lopen straal de verkeerde kant op en wandelen door Centro Havana. Het is hier allemaal oud; onvoorstelbaar, wat een vervallen stad. De nerinkjes in de haveloze straten mogen de naam van winkeltje niet hebben; ze zijn vaak kleiner dan onze badkamer of ze leggen hun koopwaar gewoon achter de open voordeur op de treden van de trap.
We zien de Fábrica de Tabaco Partagás, een van de grootste sigarengfabrieken van het land. Er werken zo'n 700 mensen. Na 9 maanden training kan men gemiddeld 120 sigaren per dag rollen, terwijl een professionele voorlezer volgens een 140 jaar oude traditie de krant van die dag of een stukje literatuur voorleest. Alleen gaat het tegenwoordig via een microfoon.
Ons hotel ligt naast het Gran Teatro, een barok gebouw, dat op zijn beurt weer naast het Capitolio Nacional ligt.
Dit laatste gebouw lijkt verdacht veel op het Capitol van de Verenigde Staten, maar dat mag je hier natuurlijk niet zeggen. Het schijnt van binnen erg mooi te zijn, maar is nu gesloten vanwege restauratiewerkzaamheden. Het gebouw werd in 1929 geopend en was vóór de revolutie de plaats voor parlement en senaat. We slenteren rond en verbazen ons over de enorme hoeveelheid oude auto's, de vervallen huizen, de diverse vervoersmiddelen en de Cubanen zelf. We belanden uiteindelijk op de Malecón, de beroemde zeewering die vanaf La Punta ongeveer vier kilometer lang is. La Punta is de landpunt aan de ingang van de baai en is bijna volledig bebouwd met een 16e eeuws fort.
Uiteindelijk komen we bij Plaza de Armas uit, een levendig pleintje. Net om de hoek hiervan drinken en eten we wat; heerlijk koel onder de parasols. Ook zien we een groepje muzikanten en steltlopers hun kunsten vertonen.
Door de winkelstraat Obispo, een van de oudste winkelstraten van de stad, lopen we terug naar het hotel.
Het is inmiddels middag geworden en we besluiten eerst onze mail te checken omdat Elly gezegd had nog te zullen mailen. Ons hotel heeft geen mogelijkheid tot internetten en verwijst ons naar een naastliggend hotel. Ook daar is het om vage redenen niet mogelijk. In het Hotel Parque Central kan het wel, maar de man die we hiervoor hebben moeten is lunchen. Dan maar een kopje koffie drinken en het wat later opnieuw geprobeerd. Dit maal met succes. Elly en Thijs laten weten dat ze zondagavond komen en wij mailen terug dat we de kamer voor de komende drie nachten zullen verlengen. Dat is simpel gezegd, maar niet zo makkelijk gedaan. Bij de hotelreceptie begrijpen ze er aanvankelijk niets van, maar als het kwartje eindelijk gevallen is blijken er geen kamers meer vrij. We worden naar een boekingsbureautje in een ander hotel verwezen. Hier weer moeizaam uitleggen (het Engels van de dame is minstens zo gebrekkig als het Spaans van ons) en dan weer veel telefoneren: nada. Uiteindelijk komt ze tot de conclusie dat zij ons niet kan helpen en verwijst ons naar een ander bureautje. Ze is wel zo vriendelijk om haar toko in de steek te laten en ons er persoonlijk naar toe te brengen. In een duur hotel, in een klein kamertje waar je letterlijk je kont niet kunt keren, staan twee bureaus naast elkaar: die van Cubacar, een autoverhuurbedrijf en van Cuba-ISM, het boekingsbureau. Beide firma's ontvangen daar hun klanten, telefoneren, maken ruzie (Cubacar) en de TV staat er ook nog eens te schetteren. En in deze chaos moet je dan zaken doen. Het blijkt dat alle hotels in het centrum vol zijn vanwege een 'Faire Internacional' die er nu is. Onze nieuwe dame weet echter van wanten en na veel bellen hebben we vanaf zondag een ander hotel, maar helaas wel een stuk uit het centrum en bovendien ook duurder. Vervolgens proberen we via deze dame de voor zondag gereserveerde huurauto drie dagen later te laten komen. En wat blijkt: het verhuurbedrijf waar wij gereserveerd hebben zegt van niets te weten! Dus bij buurman Cubacar een auto voor woensdagochtend gereserveerd. Zenuwslopend dit gedoe. Maar uiteindelijk, ruim 3,5 uur (!) verder, is alles geregeld. We vinden dat we nu wel een mojito hebben verdiend; het loopt per slot van rekening al naar het eind van de middag. We drinken die op het terras van ons hotel. Een mojito is uitgeperste limoen met een beetje suiker, daarbij wat muntblaadjes die met een stamper 'gekreukt' worden, witte rum en ijsblokjes en dit geheel aangevuld met (bruis)water. Het is een heerlijk fris drankje en ik zal er in de loop van deze vakantie nog vele van drinken. Op de stoep voor het terras zit een compleet orkestje te spelen. Dat pikken we mooi ook even mee.
's Avonds lopen we terug naar de Plaza de Armas om te gaan eten en sluiten bij het hotel de dag af met een espresso.
Dag 3 – zaterdag 5 november
HAVANA (2)
Al vóór het ontbijt hebben we Elly al weer aan de lijn en geven haar de naam van het andere hotel door. Op haar beurt vraagt ze ons om het nummer van het noodpaspoort, dat ze inmiddels doorgemaild heeft, aan de vliegmaatschappij van de binnenlandse vlucht later in de vakantie door de geven. Na het ontbijt lopen we dus eerst naar het hotel waar we al eerder konden mailen om dit klusje te klaren.
Ik heb een wandeling door Habana Vieja op papier staan en die gaan we maar eens doen. Het is zwaar bewolkt, een stuk frisser dan gisteren en het waait. We beginnen weer op de Plaza de Armas. Het is het oudste plein van Havana en de plaats waar de stad ontstond in de 16e eeuw. Oorspronkelijk was het de exercitieplaats, nu wordt er bijna de hele week een tweedehandsboekenmarkt gehouden.
Een verkoopster probeert aan Jan een Engelstalig boek te slijten. Jammer voor haar: geen kans. In een hoek van het plein staat El Templete, een verkleinde versie van het Parthenon in Athene. Het is de exacte plaats waar Havana werd gesticht en waar in 1519 de eerste mis werd opgedragen. Het gebouw zelf is van later datum.
De grote boom ervoor zou de enige zijn die is overgebleven van de drie, die op de stichtingsdatum werden geplaatst. Ik betwijfel of dit echt waar is. Ook worden er bovennatuurlijke krachten aan deze boom toegekend. Een zijstraatje van Plaza de Armas is de Calle Oficios en we nemen er een kijkje in het Casa de los Arabes.
Hier was voorheen een koranschool gevestigd. Een oude man, die heel trots vertelt dat hij 81 is (en al weer heb ik zo mijn twijfels), leidt ons rond en vertelt het een en ander. Hij laat ons bijv. de kleine moskee zien en de minaret. Het gebouw doet veel aan de medresa's in Marokko denken. Inmiddels is de zon volop gaan schijnen. Dan komen we op de Plaza San Francisco.
De gebouwen er omheen zijn imponerend. Tegenover de Plaza ligt de Terminal Sierra Maestra, waar soms een cruiseschip aanlegt.
We kunnen de Iglesia y Convento de San Francisco (1739) niet in: het is nu een museum voor religieuze kunst. Als we aan de zijkant van de kerk lopen stuiten we op de Sacra Catedral Ortodoxa Rusa, een orthodox-russisch kerkje, ingewijd in 2008 en de enige van zijn soort in Cuba. Er wonen 5000 à 10.000 Russen in Havana, die hier in de 70-er jaren gekomen zijn na een culturele uitwisseling. De naam kathedraal vinden we gezien de afmetingen wat overdreven. Binnen is de kerk eenvoudig maar mooi versierd. We kunnen niet vrij rondlopen want er is een dienst bezig. Opmerkelijk is het doopbassin buiten de kerk.
Hierna lopen we even binnen bij een bekende Galeria. Aan galerieën trouwens geen gebrek hier. Terug in de straat worden we bij het Museo Palacio del Gobierno (regeringspaleis) uitgenodigd om binnen te komen.
Een dame die alleen Spaans spreekt laat ons het hele museum zien en vindt dan dat ze een foto van ons tweeën moet maken. We lopen verder en slaan een aantal musea, galerieën, enz. even over. Een mens kan ook te veel van het goede krijgen.
Op de Plaza Vieja drinken we koffie op een terras. Anders dan je gezien de naam zou denken is Plaza Vieja niet het oudste plein. Het werd eind 16e eeuw aangelegd na de Plaza de Armas en werd vooral gebruikt als markt en feestlokatie.
We horen overal muziek, want op elk terras en in elk restaurant wordt muziek gemaakt. Bij een straatverkoopster kopen we een zakje zoetigheid: het lijkt op gebakken stukjes filodeeg met suiker. En dan gaan we toch maar weer een museumpje in: Museo de la Cerámica, want keramiek heeft mijn interesse. Een veelvoud aan kleine musea slaan we weer over; ze kunnen er hier niet genoeg van krijgen! Wel lopen we even binnen bij Perfumería Habana 1791, een oude parfumwinkel vol oude flessen met geurstoffen. Hier kan je gewoon parfums kopen of je eigen geurtje samenstellen en in een mooi flesje laten verpakken. We kijken bij een oude apotheek uit 1898 en lopen dan naar de Plaza de la Catedral.
Deze plek was oorspronkelijk een moerassig gebied. Na drooglegging werden rond 1600 hier de eerste huizen gebouwd. Pas in 1788 werd deze plaats Plaza de la Catedral genoemd, toen de Jezuïeten hier de kerk, catedral San Cristóbal, bouwden. Enkele tientallen jaren later werd de kerk uitgebreid, o.a. met een tweede toren. Door ruimtegebrek is deze smaller dan de eerste. Bij restaurant El Patio, ook op het plein, gaan we boven op een heel smal balkonnetje eten. Je hebt hier een leuk zicht op het plein en de kathedraal. Het eten is heerlijk en na de mojito van gisteren waag ik me nu aan een andere bekende Cubaanse rumcocktail: daiquiri. Ook erg lekker.
Inmiddels is de middag al weer een stuk gevorderd en lopen we weer richting hotel, want meer indrukken kunnen we niet meer verwerken: tijd voor een siësta!
Omdat we laat en redelijk uitgebreid gegeten hebben besluiten we de avondmaaltijd over te slaan en alleen in de stad nog wat te gaan drinken.
Dag 4 – zondag 6 november
HAVANA (3) ander hotel / Elly en Thijs komen
Buiten ziet het er heel somber uit en na het ontbijt plenst het. Gelukkig klaart het een uur later op en kunnen we er weer uit.
We lopen een soort shopping-mall in om batterijen te kopen. Stel je hier weinig tot niets bij voor. Het pand was waarschijnlijk al jaren geleden aan renovatie toe en het ziet er nu dan ook onwaarschijnlijk slecht uit. De paar winkeltjes die er zijn verkopen heel weinig en vooral spullen van jaren geleden. Vervolgens gaan we op zoek naar de Bodeguita del Medio, dichtbij de kathedraal, waar Hemingway veel kwam om er zijn favoriete mojito te drinken. Hij hield wel van een drankje en had zijn favoriete kroegen. Hij schreef hier op de muur: 'My mojito in Bodeguita, my daiquirie in El Floridita'. Ernest Miller Hemmingway bracht 22 jaar op Cuba door en schreef er een aantal van zijn boeken, o.a. 'The Old Man and the Sea'. Het weinig indrukwekkende pandje was oorspronkelijk een stal en later een kruidenierswinkeltje. Omdat winkeltjes meestal op een hoek lagen werd deze 'bodeguita del medio' (= winkeltje in het midden) genoemd.
Het is nog te vroeg voor koffie. De kathedraal is echter open vanwege de zondag en we nemen binnen een kijkje. Het interieur is eenvoudig, maar er hangen wel mooie kroonluchters. Aan de versierde sleutelgaten op de zware deuren kun je zien dat het een bisschopskerk is (geweest). Op de Plaza Vieja drinken we een kop koffie en lopen dan weer richting hotel. Onderweg pikken we nog even het Museo de la Farmacia mee. Dit is een enorme apotheek die zich hier vestigde in 1853 en tot de revolutie in 1959 in gebruik bleef. Het gebouw is nu gerestaureerd en heeft een schitterend bewerkt plafond en langs de muren mooi bewerkte houten kasten met honderden porseleinen potten.
Terug in het hotel is het een kwestie van tassen pakken en uitchecken. We nemen een taxi naar ons volgende verblijf: Hotel Habana Libre in de wijk Vedado, een knots van een gebouw, zakelijk en kil. Het krijgt van Jan de naam 'het ijspaleis'. Wij krijgen een kamer op de 14e etage, maar voor het zo ver is moeten we bij de receptie inchecken en dit duurt, echt waar, drie kwartier!!! De kamer is goed en we gaan een hapje eten in het restaurant van het hotel.
In de loop van de middag verkennen we de nieuwe omgeving. Schuin tegenover het hotel, in een park, bevindt zich de beroemde ijssalon Coppelia. Een relatief groot gebouw, dat een beetje aan een UFO doet denken, met verschillende ruimtes en een buitenterras. De mensen staan in lange rijen te wachten en worden dan in kleine groepjes binnengelaten. Ze hebben het er voor over om soms uren op een ijsje te wachten! Op het terras ben je eerder aan de beurt, want daar word je alleen geholpen als je met CUCs betaalt en die hebben de meeste mensen niet. We lopen verder naar de boulevard, waar enorme golven overheen spatten; een schitterend gezicht voor zo ver je dat nog kunt zien vanachter een zonnebril vol zoutdruppels.
Aan het eind van onze wandeling nemen we een cocotaxi naar de Plaza de la Revolución. Een cocotaxi lijkt op een geel ei met motortje en chauffeur. Je kunt er met twee personen in.
De Plaza de la Revolución is een enorme asfaltvlakte met er omheen regeringsgebouwen. De gigantische ruimte wordt gebruikt voor de bekende massabijeenkomsten, waarbij geluisterd wordt naar toespraken en er met vlaggen gezwaaid wordt. In de tijd van Fidel sprak hij hier wel één miljoen mensen toe! Er staat een heel groot gedenkteken voor José Martí, strijder voor de Cubaanse onafhankelijkheid. Zijn borstbeeld vind je door het hele land. Dit momument bestaat uit een 139 meter hoge driepuntige marmeren toren met aan de voet een 17 meter hoog beeld van Martí.
Aan de overkant van het plein bevindt zich het Memorial Ernesto Che Guevara, een gestileerde stalen replica van de bekendste foto van hem. Deze afbeelding staat op de muur van het ministerie van binnenlandse zaken, waar Che vroeger zelf gewerkt heeft.
Na het avondeten wachten we op de komst van Elly en Thijs en even over tienen zijn ze er eindelijk. Er is veel te vertellen en we hebben veel bewondering voor hun doorzettingsvermogen. Na heel lang praten en de nodige mojito's zoeken we rond middernacht ons bed op.
Dag 5 – maandag 7 november
HAVANA (4)
Omdat we op de 14e etage zitten kunnen we ver kijken. Het weer belooft niet veel goeds: grijs en zware bijna zwarte wolken. Er volgen een paar felle buien. Na het ontbijt handelen we eerst wat geldzaken af, vullen de gezamenlijke pot en en gaan dan met de taxi naar Oud Havana. We doen met Elly en Thijs nogmaals de bezienswaardigheden dunnetjes over, kopen net als de Cubanen een zakje churro's (zoete gefrituurde deegstangetjes bestrooid met suiker) om te snoepen en kijken onze ogen uit. De vrouwen zijn veelal behoorlijk aan de zware kant, dragen bij voorkeur korte strakke broeken en blote truitjes, die liefst een paar maten te klein zijn zodat alle vormen royaal uitkomen. Ze generen zich nergens voor. En wij maar moeilijk doen over een paar vetrolletjes!
Halverwege de middag drinken we een biertje bij Cerveceria Taberna de la Muralle, een café met zelfgebrouwen bier, en eten er wat kaas en kleine gebakken sardientjes bij. Verderop betalen we veel te veel voor een paar banaantjes omdat wij alleen de dure CUC's hebben. De koopman gaat maar door met ons banaantjes toe te stoppen want uiteindelijk heeft hij er nog dik aan verdiend. Je hoort overal muziek en de mensen zijn vrolijk. Aan het eind van de middag gaan we terug naar het hotel om even bij te komen.
's Avonds willen we met een taxi naar een bepaalde paladar (huiskamerrestaurant), doch de taxichauffeur weet deze niet te vinden (?!?). En dan maken we de fout ons door hem naar een restaurant te laten brengen. Een behoorlijk foute tent, die helemaal niet bij ons past en, gezien hetgeen we krijgen, behoorlijk aan de prijs is. Een goede leerervaring zullen we maar zeggen. Terug in het hotel een mojito om de stommiteit snel te vergeten.
Dag 6 – dinsdag 8 november
HAVANA (5)
Het ziet er weer somber uit buiten, maar het wordt snel beter en uiteindelijk zal het een prachtige zonnige dag worden. We gaan eerst naar Hotel Parque Central om te kijken of ze een nieuw e-ticket voor de binnenlandse vlucht gestuurd hebben. Helaas, de computer doet het even niet. Dan lopen we de oude stad in, op zoek naar een casa particular voor het eind van onze vakantie, want de hotelprijzen zijn toch wel erg hoog hier. De casa die we op het oog hebben ziet er goed uit, maar heeft op de gewenste datum slechts één kamer vrij. Maar er wordt gebeld met een casa vier huizenblokken verderop en daar hebben ze tegen die tijd wel twee kamers beschikbaar. We worden er keurig heen gebracht. Het is zeer eenvoudig, maar per slot van rekening hoeven we er maar anderhalve nacht te slapen.
Dan gaan we op zoek naar een paladar om vanavond te eten. De gezochte paladar valt wat tegen. Dan maar weer eens proberen te internetten. Lukt dit keer wel, maar nu willen ze van de binnenlandse vlucht weer andere gegevens hebben. Uiteindelijk is het resultaat van deze actie dus weer negatief. Na deze praktische zaken slenteren we zonder bepaald doel, maar wel erg leuk door Havana: eten een broodje, drinken een drankje (met rum), lopen langs de Malecón en strijken uiteindelijk op de Plaza Vieja neer voor het zoveelste drankje. Een oude tandeloze vrouw is spontaan aan het swingen op de klanken van een bandje en ik kom in gesprek met twee Cubanen, erg grappig.
Er komt een man langs die bolletjes verkoopt met krokante karamel erover. Nieuwsgierig als we zijn kopen we voor elk zo'n bolletje. Onder de gebrande suiker zit heerlijk smeuiige kokos. Het hapje is mierzoet, maar meer dan verrukkelijk. Onze vingers, c.q. fototoestellen plakken aan alle kanten.
Een zonderlinge oude man komt een praatje met ons maken. Hij is onverstaanbaar, maar ondanks het wederzijdse onbegrip trekt hij een stoel bij en komt er gezellig bij zitten. Dan schrijft hij zijn naam en adres op en wil van mij mijn adres. Dat lijkt me nou niet zo'n goed idee. Vervolgens wordt hij door het personeel met zachte hand van het terras verwijderd. Intussen is er op het plein ook een muziekgroep met dansers en kinderen gekomen. Het sfeertje is ontzettend gezellig. Uiteindelijk zoeken we een restaurant op waar we heerlijk buiten kunnen eten.
Dag 7 – woensdag 9 november
HAVANA > PLAYA GIRÓN bij Playa Larga
Na het uitgebreide ontbijtbuffet checken we uit en rijden naar Hotel Parque Central, waar Elly en Jan eerst weer naar de luchtvaartmaatschappij mailen en Jan en Thijs vervolgens de huurauto gaan regelen. Het is een mooie grote auto (voor wie het weten wil: een KIA Carens), een automaat. En dan vertrekken we richting Zapato (=schoen), een schiereiland in de vorm van een schoen aan de zuidzijde van Cuba. Hier is ook de Varkensbaai, bekend van de Amerikaanse invasie in de 60-er jaren. Maar het schiereiland is vooral bekend als natuurgebied en die natuur is dan ook het doel van deze trip. Boven verwachting zijn we vrij snel op de autopista A-1, de belangrijkste snelweg op Cuba: zesbaans maar er rijdt nauwelijks verkeer. Wel zie je af en toe een paard en wagen of een paar gieren die zich te goed doen aan een dood gereden dier.
Onderweg drinken we een kop koffie en rond twee uur zijn we bij Playa Girón, ongeveer 30 km onder Playa Larga. Playa Girón speelt een belangrijke rol in de geschiedenis van de koude oorlog. Hier vond in 1961 de Amerikaanse invasie plaats. Bij de ingang staat een groot bord: Playa Girón, la Primera Derrota en América Latina (de eerste nederlaag van de imperialisten in Latijns-Amerika).
Het hotel bestaat uit betonnen huisjes met een of twee kamers. Het blijkt een all-inclusive hotel te zijn en we krijgen allemaal een blauw bandje om de pols. Nooit gedacht dat we nog eens met zo'n vreselijk bandje rond zouden moeten lopen.
's Avonds eten we in het restaurant dat zowel aan zee als aan het zwembad ligt. De muggen komen hier ook graag. Het eten is smakelijk, maar helaas vrijwel koud. In een andere bar, binnen vanwege de overvloedig muggen, nog een slaapmutsje.
Dag 8 – donderdag 10 november
PLAYA GIRÓN
De zon schijnt en de lucht is strakblauw. We ontbijten weer aan zee en gaan dan naar Playa Larga om een natuurexcursie te gaan maken. Het is even zoeken en een paar keer vragen naar het juiste bureautje. Daar blijkt dan geen gids aanwezig, maar als we even kunnen wachten wordt dat geregeld. Wanneer we het natuurpark in rijden wijst iemand ons op een zachte achterband. Dus eerst weer terug naar het dorp om de band op spanning te laten brengen. We gaan naar Las Salinas, de zoutwatermoerassen, waar trek- en watervogels te vinden zijn. De excursie stelt eigenlijk weinig voor. We zien wat flamingo's, reigers e.d. Het is allemaal wat magertjes en de gids is ook al niet erg mededeelzaam.
Na afloop lopen we even door het dorpje Playa Larga, waar Jan en Thijs een paar potjes domino spelen met enkele mannen uit het dorp. Die hebben kennelijk op een doordeweekse dag niets beters te doen.
In de loop van de middag relaxen we bij het zwembad. 's Avonds drinken we weer een cocktail aan de bar, maar de nu aanwezige bardame moet eerst een kaartje pakken om te zien welke ingrediënten er in moeten. Ook van verhoudingen heeft ze geen kaas gegeten: de cocktail lijkt dan ook in niets op die van de avond ervoor.
Dag 9 – vrijdag 11 november
PLAYA GIRÓN > SANTA CLARA
Na het ontbijt laten we ons bevrijden van onze ketens (de blauwe bandjes), tanken we en rijden naar het dorp Boca, vanwaar we naar de Laguna de Tresoro (lagune van de schatten) varen. Zo genoemd omdat de Taino, een indianenstam, daar honderden jaren geleden hun kostbaarheden in gooiden om ze uit handen van de Spanjaarden te houden. Op een van de eilandjes in het meer is een Tainodorp nagebouwd: een nogal kitscherig openluchtmuseum, maar de ligging is schitterend. Je kunt ook op de eilandjes, die door bruggen met elkaar verbonden zijn, een hut huren.
Hierna gaan we op weg naar Santa Clara. De zesbaansweg is uitgestorven. Af en toe staan langs de kant mannen, die knoflook, kaas en een soort nogat van suikerriet met pinda's verkopen. We kopen met z'n vieren zo'n plak van die nogat, maar ik vind hem niet erg lekker. Bij binnenrijden van Santa Clara zien we al vrij snel, wederom op een leeg en uitgestrekt Plaza de la Revolucion, het monument van Che Guevara. Het is indrukwekkend groot. Verder zijn er nog een museum en een mausoleum.
Che Guevara
Ernesto Guevara (geboren op 14-06-1928 te Rosario in Argentinië en overleden op 09-10-1967 te La Higuera in Bolivia) beter bekend onder de naam Che Guevara, was een Argentijns marxistisch revolutionair en Cubaans guerrillaleider. De bijnaam Che kreeg hij gedurende zijn verblijf in Guatemala. In Latijns-Amerika wordt de kreet "Che" gebruikt om iemands aandacht te trekken; het kan vrij vertaald worden als 'vriend' of 'maat'. Che Guevara was een lid van Fidel Castro's Revolutionaire Beweging van de 26e juli, die in 1959 in Cuba via een revolutie aan de macht kwam. Na verscheidene posten in de nieuwe Cubaanse regering te hebben bekleed, verliet Guevara Cuba in 1966 om de revolutie in andere landen te verspreiden, eerst in de Democratische Republiek Congo en later in Bolivia. Op 8 oktober 1967 werd Guevara opgepakt tijdens een door de CIA georganiseerde militaire operatie van het Boliviaanse leger. Hoewel de CIA hem voor ondervraging in leven wilde houden, werd Guevara de dag na zijn gevangenname geëxecuteerd. In juli 1997 zijn de overblijfselen van Guevara en zes van zijn kameraden naar Cuba overgebracht en in oktober 1997 met militaire eer bijgezet in een mausoleum in Santa Clara.
We rijden verder de stad in waar het bijna overal eenrichtingsverkeer is en parkeren de auto. Elly en Thijs gaan op zoek naar een casa particular. Opnieuw is de door ons gewenste casa al vol. Geen nood: er wordt gebeld naar een andere casa en niet veel later komen Elly en Thijs aanlopen met een kordate oudere dame die bij ons in de auto stapt en ons bij haar casa brengt. Niets mis mee: een ouderwets ingerichte kamer met eigen badkamer en toilet voor 25 CUC's (± €17,50). Ze runt de casa samen met haar zuster. De vrouw die ons ophaalde is stevig, luidruchtig, goedlachs en knuffelig. Haar zus is stil, wat gereserveerder en erg lief: de stille werkster. We spreken meteen af dat we er 's avonds zullen eten. Hier verdienen ze namelijk het meeste aan, omdat ze voor het verstrekken van eten minder belasting hoeven af te dragen.
Dan lopen we naar Parque Vidal, een parkachtig plein in het centrum, waar een paar mooie gebouwen aan staan, o.a. het grote Palacio Provincial en het theater. In een café (met een vlag van Che) gaan we wat drinken en een broodje eten want het is al drie uur geweest. Hier zit een doofstomme man met wie we hele gesprekken voeren dankzij zijn geweldige mimiek.
Dan wandelen we naar het Monumento a la Toma del Tren Blindado. Het monument bestaat uit een vijftal ontspoorde treinrijtuigen en een bulldozer. Met deze bulldozer liet Che Guevara in 1958 de rails loswrikken waarna de trein met officieren en soldaten van Baptista (toenmalige Cubaanse dictator) ontspoorde. Op deze manier hielp Che Guevara de rebellen van de Revolutie aan een van de belangrijkste overwinningen.
Terug bij Parque Vidal gaan we even op een bankje zitten en mensen kijken.
Om zeven uur staat in de casa de tafel gedekt met een zeer overvloedig maal: witte rijst, zwarte bonen, een garnalenschotel, vier soorten groenten, bier en vers ananassap, vier soorten fruit en als klap op de vuurpijl komt er ook nog een stuk gebak. Het is allemaal heel smakelijk en dat voor de prijs van €7,-. Na het eten lopen we nog even naar Parque Vidal, waar het gezellig druk is. We kijken bij het ouderwetse theater door de ramen en dan wordt de deur open gedaan en worden we uitgenodigd binnen te komen kijken. De lichten in de zaal worden speciaal voor ons ontstoken. Het is een vrij klein ouderwets theatertje (1885) met gietijzeren klapstoeltjes, maar in de voorname loges staan houten stoelen. Erg leuk dat ze dit voor ons doen.
We lopen nog een galerie binnen en strijken uiteindelijk neer op het terras van het café waar we vanmiddag zaten. Een band van zeven bejaarde heren speelt de sterren van de hemel. Om tien over tien zijn we terug bij ons slaapadres. Alles is donker. We moeten een aantal keren bellen voordat een van de zusters in nachtpon de deur open komt doen!
Dag 10 – zaterdag 12 november
SANTA CLARA via Manicaragua > TRINIDAD
Het heeft vannacht heel hard en veel geregend en als we na het ontbijt vertrekken stortregent het. De zusters (wij hebben ze 'de tantes' gedoopt) doen ons hartelijk uitgeleide: de stille vriendelijk lachend met een hand, de extraverte drukt je breed lachend aan haar volle boezem terwijl ze een paar klapzoenen uitdeelt. Het is even zoeken, en vooral vaak vragen door Jan, die binnen de kortste keren drijfnat is, hoe we op de weg naar Trinidad moeten komen. We hebben gekozen voor de weg door de bergen in plaats van de autopista. Gelukkig houdt de regen vrij snel op en kunnen we steeds meer van het landschap zien.
De weg heeft afwisselend goede en zeer slechte stukken met forse gaten. In het provinciestadje Manicaragua stappen we uit om een kijkje te nemen en de benen te strekken. Een erg gezellig stadje en je ziet vreemde dingen, bijv. een getralied hokje op wielen met daar achter een tank. De mensen laten hier lege bierblikken met vers tapbier vullen. Nooit eerder gezien.
Een aantal kilometers voor Trinidad vragen we de weg aan een vrouw en nemen haar als liftster mee. Zij leidt ons naar de straat die op het visitekaartje van de volgende casa staat. Maar hoe we ook zoeken, we kunnen het bewuste huisnummer niet vinden. Iedereen weet wel een casa voor ons, maar er is gebeld door 'de tantes' dus dat willen we niet. Dan kruipt Jan in een paardenkarretje en rijdt met de menner voor de auto uit. Totdat ... de paardenman op het kaartje ziet dat het om een straat met dezelfde naam in Havana gaat; Jan en Thijs hadden het verkeerde kaartje in hun hand! Ja, zo kan je lang zoeken!! Een mannetje op de fiets rijdt voor ons uit naar het juiste adres. Er zijn echter problemen met het aantal kamers. Bij een vriendin van de casahoudster wil het ook niet lukken, maar uiteindelijk komen we via-via aan een casa dicht bij het oude centrum.
Dan het stadje verkennen en iets eten en drinken.
Trinidad is inderdaad een schilderachtig stadje met keienstraatjes en lage huisjes in pasteltinten. Alleen jammer dat er veel toeristen zijn en je veelvuldig wordt aangesproken. Kinderen bedelen om snoep, pennen en wat al niet meer.
We hebben weer eten besteld bij de casa: lobster. Na het eten lopen we naar Plaza Mayor, waar naast de kerk een band speelt. De mensen, zeker een paar honderd, zitten behalve op de terrassen ook op de brede stenen trappen (waarbij je je voor moet stellen dat deze trappen ongeveer vijftien tot twintig meter breed zijn). Er wordt ook volop salsa gedanst. Het is een geweldig leuke sfeer.
Dag 11 – zondag 13 november
TRINIDAD (1)
We hebben afgesproken om acht uur te ontbijten, maar horen dan van de eigenaar dat de klok vannacht een uur verzet is: het is dus zeven uur en daarom is de tafel nog niet gedekt. Na het uitgebreide ontbijt maken we ons klaar om naar het strand te gaan, maar moeten eerst nog tanken. Het fietsmannetje ziet ons weer, lacht breed en wijst op de achterband: weer zacht. En opnieuw rijdt hij op zijn fiets voor ons uit naar een bedrijf speciaal voor banden. Daar blijkt dat er een forse spijker in de band zit en dat de band, eerder al, ondeugdelijk gerepareerd is. Wij gaan een eindje lopen terwijl de man zich over de band ontfermt. Zo zachtjes aan wordt het fietsmannetje onmisbaar!
En dan naar Playa Ancón, een mooi en rustig strand dat ligt op het schiereilandje Ancón, ongeveer 12 km van Trinidad. We zoeken een gezellig palmboompje en installeren ons. De zee heeft precies de kleur die je van de Caribische Zee verwacht en de temperatuur van het water is aangenaam. We vermaken ons met water in – water uit – puzzeltje – wandeling langs de vloedlijn – pizzaatje plus biertje en dan hebben we het wel weer gehad.
Aan het eind van de middag gaan we op zoek naar een restaurantje om voor vanavond te reserveren, regelen we een excursie naar Topes de Collantes voor woensdag en kijken voor de zoveelste keer op internet voor de binnenlandse vlucht.
Voordat we gaan eten lopen we nog even terug naar de casa. Aan de overkant horen we in een huis muziek en zang. De voordeur staat open en we worden meteen uitgenodigd binnen te komen waarbij we bijna tegelijkertijd een hartig hapje en een glas rum toegestopt krijgen. We begrijpen uiteindelijk dat het om de verjaardag van twee personen gaat. Er wordt gezongen en gedanst en daarbij moeten Thijs en ik er aan geloven: ik mag met de jarige (72) dansen. Ik heb nog een paar porseleinen Hollandse klompjes in de tas, dus die overhandig ik aan de jarige bij wijze van verjaardagscadeautje. Er wordt op aangedrongen dat we langer blijven; dat doen we toch maar niet. En bij het afscheid wordt er weer gekust alsof we oude bekenden zijn.
We eten erg lekker op het dakterras van een restaurant en gaan vervolgens nog een afzakkertje halen op de trappen naast de kerk, waar nu een andere band dan gisteravond speelt maar het is minstens zo gezellig!
Dag 12 – maandag 14 november
TRINIDAD (2)
Strak blauwe lucht en het is om half negen al goed warm. Eerst gaan we op zoek naar het telefoonkantoor om te kijken of het lukt via de telefoon in plaats van de mail de binnenlandse vlucht te checken. Gelukkig blijkt eindelijk alles in orde. Dan maken we een wandeling door Trinidad, te beginnen bij Plaza Mayor.
Vervolgens bezoeken we het Museo Romantico. Dit pand met veertien ruimtes werd in 1808 gebouwd voor een schatrijke suikerbaron en zijn gezin. De kamers zijn ingericht met prachtige koloniale meubelen en siervoorwerpen uit diverse Europese landen en het is verbazingwekkend dat, alleen om een huis in te richten, al deze rijkdom in die tijd per boot naar Cuba vervoerd is, inclusief de marmeren vloertegels. Verderop zien we hoe de beroemde Cubaanse sigaren met de hand gemaakt worden. Dat vind ik wel leuk, want we hebben de tabaksplantages in de Viňalesvallei gemist evenals de sigarenfabrieken.
We lopen de kerk aan de Plaza Mayor binnen waar vooral het grote houten altaar opvalt. Vandaag zijn er heel wat minder toeristen en de bedelende kinderen zijn naar school. Op een pleintje, in de schaduw van wat bomen, krijgen jonge moeders opvoedingsadviezen. Er worden onder leiding van een paar vrouwen spelletjes gedaan en liedjes gezongen. De zon schijnt onbarmhartig dus is het ongelooflijk warm. Buiten het toeristische centrum komen we in de meest schilderachtige straatjes terecht en genieten met volle teugen. Het zijn allemaal keienstraatjes (niet erg comfortabel als je op slippers of open schoenen loopt), met huizen in verschillende vrolijke kleurtjes, vogelkooitjes hangen buiten en overal zie je paarden bij de huizen of mensen in een paardenkarretje. Het is of de tijd heeft stil gestaan.
Rond lunchtijd vinden we een terrasje in de schaduw waar we wat drinken en een sandwich eten.
Als we de hele wandeling gelopen hebben stappen we aan het begin van de middag in de auto om naar de Valle de los Ingenios te rijden. Deze vallei was ooit een van de produktiefste landbouwgebieden van Cuba. In de hoogtijdagen waren tientallen suikerraffinaderijen, die Trinidad in de 18e en 19e eeuw welvarend maakten. Onderweg stoppen we bij een uitzichtpunt: Mirador de la Loma del Puerto, waar je een aardig zicht hebt op de vallei. Het oude plantagedorp Manaca-Iznaga valt bar tegen. Als we de auto neergezet hebben worden we belaagd door verkoopsters die hun met de hand geborduurde tafelkleden en ander linnengoed aan ons proberen te slijten. Als je daar eenmaal doorheen bent zie je de Torre de Ignacio, een 45 meter hoge toren waarvan men zegt dat die vroeger gebouwd is om de slaven op de plantages in de gaten te kunnen houden, maar die ook gebruikt werd om iedereen te waarschuwen bijv. bij brand of andere calamiteiten. De klok die ooit in de toren hing ligt nu in de tuin van de koloniale villa van de toenmalige eigenaren, die daar verbleven als ze niet in Trinidad waren. Behalve de beklimming van de toren is hier verder niets te zien. Als je geen eigen auto hebt en een dure excursie hier naar toe geboekt hebt, voel je je aardig bekocht dunkt mij.
We rijden een stuk verder over een slechte weg, want daar zou nog een monument of iets dergelijks te zien zijn. Na 8 km hobbelen komen we Engelsen tegen en van hun horen we dat het monument helemaal niets voorstelt. Dus maar weer omgedraaid.
Terug in Trinidad gaan we op zoek naar een ander restaurantje voor vanavond. Mojito hier, mojito daar. Ik voel me zo zachtjesaan een tikkie tipsy worden. Uiteindelijk reserveren we in het restaurant waar we gisteren zo lekker gegeten hebben.
Dag 13 – dinsdag 15 november
TRINIDAD (3)
Vandaag gaan we een excursie maken naar Topes de Collantes, om precies te zijn naar Parque Guanayara. Dit is een deel van de Sierra del Escambray, in het boek beschreven als een van de spectaculairste landschappen van heel Cuba. Inderdaad, het is er mooi, maar om het nu spectaculair te noemen ... We melden ons om even over half negen bij het toeristenkantoor en een goed half uur later vertrekken we met een jeep de bergen in. Een aantal kilometers buiten de stad wordt er langdurig gestopt want er moeten weer allerlei formaliteiten verricht worden. Dan, nu definitief, verder. Het is een mooie tocht over erg slechte wegen: niets voor een ordentelijke personenauto. De chauffeur laat ons onderweg de nationale bloem van Cuba zien, de mariposa.
We lopen een stuk door het bos, waarbij we gewezen worden op o.a. de gele bloemtrossen van de acacia, de ons onbekende vrucht mamey en een paar kolibries. Wat verderop maken we foto's van de waterval. Hij is niet heel groot, maar zo'n waterval blijft altijd fascinerend.
Verder naar een klein watervalletje dat zich in een poel met glashelder water stort en waar je kunt zwemmen. Elly en ik wagen ons even in het water: het is koud maar goed uit te houden.
Hierna lopen we een flink stuk verder door het bos, zien en passent gele wilde orchideeën, tot we bij een restaurantje komen waar we de lunch gebruiken: heel erg lekker klaargemaakte kip met aardappelen en groenten.
Het loopwerk zit er nu op, het was absoluut geen zware tocht, en we rijden weer terug. Maar eerst gaan we nog langs een kleine koffiebranderij annex museum, waar men laat zien met wat voor hulpmiddelen de slaven destijds op de koffieplantages werkten. De koffie die ze er schenken is van een kwaliteit een koffiebranderij waardig: lekker pittig. En dan gaan we weer op onze casa aan.
Aan het eind van de middag nemen we een afzakkertje bij de bar La Canchánchara, zo genoemd naar het drankje met dezelfde naam en dat typisch voor Trinidad schijnt te zjin. Het is een cocktail van rum, honing, limoen, water en ijs. Goed roeren vanwege de honing, wel erg zoet. 's Avonds eten we vis bij onze casa.
Dag 14 – woensdag 16 november
TRINIDAD via Sancti Spiritus > CAMAGŰEY
Als Jan na het ontbijt naar de auto loopt ziet hij dat nu de andere achterband zacht is. Dus weer naar een bandenmaker, die een schroef uit de band peutert en hem vervolgens repareert. Na dit oponthoud stappen we in de auto richting Camagüey. In het plaatsje Sancti Spiritus stappen we even uit. Het is een leuk druk plaatsje en we maken meteen van de gelegenheid gebruik om wat geld te wisselen.
Verder naar Camagüey. Na het Escambray gebergte bij Trinidad is het landschap weinig indrukwekkend: vlak en met veel suikerriet. De weg is erg slecht. Onderweg zien we, zoals over het gehele eiland, opvallend veel gieren. Zowel hoog in de lucht als op de weg, waar ze zich nauwelijks door de voorbij rijdende auto's laten verjagen.
In tegenstelling tot de andere koloniale steden met een rechthoekig stratenplein is de oude stad van Camagüey een doolhof van kronkelende en doodlopende straatjes. De stad werd zo gebouwd om piraten, die veel en graag in deze welvarende stad kwamen, om de tuin te leiden. Bij de toevoerwegen van de stad staan dan ook veel 'behulpzame' personen die je wel voor een paar CUC's de weg willen wijzen. We zijn de stadsgrens van Camagüuey nog niet gepasseerd of iemand weet ons de weg te wijzen naar onze casa, beweert ergens dat dit onze casa is want "Plaza Macéo" waar we het over hebben "ligt dáár". Helaas slechts één kamer vrij. Geen nood: hij weet nog wel een ander adres. Nou, geklets uit zijn nekharen om het maar netjes te zeggen. We worden bedonderd waar we bij staan en daar trappen we mooi niet in. We laten de kerel staan en gaan zelf op zoek. Uiteindelijk komen we bij een simpele casa in het centrum terecht. Na aankomst lopen we nog even de stad in, maar we zijn geen van allen erg enthousiast en besluiten morgen verder te reizen naar Santiago de Cuba.
We eten bij de casa: royaal, smakelijk en voor een prikje.
Dag 15 – donderdag 17 november
CAMAGŰEY > SANTIAGO DE CUBA
Vanwege chronisch gebrek aan water in de stad maakten de pottenbakkers vroeger gigantische kruiken, waarin regenwater voor de huishoudens werd opgevangen. Nog steeds fungeren deze tinajones in veel huizen als reservevoorraden, wanneer de gemeente een paar dagen per week de watertoevoer afsluit. Bij het ontbijt krijgen Elly en ik zo'n miniatuur aardenwerk waterkruikje, symbool van Camagüey. Ik geef de 'mama de la casa' een paar Hollandse klompjes (hoe cliché!) waar ze erg enthousiast over is en ik word bedankt met een klapzoen. Ik heb inmiddels al een aantal Cubaanse zoenen mogen ontvangen! Na het ontbijt, rond negen uur, vertrekken we en arriveren om drie uur 's middags in Santiago.
Hoe meer je naar het Oosten komt, hoe meer mensen te paard je ziet, zowel op het platteland als in de steden. De weg is vaak vol gaten en dan is het slalom rijden. Gelukkig kan dat, want het is niet al te druk. Ook de bewegwijzering is heel wisselend; erg veel logica zit er niet in. Pas in de buurt van Santiago de Cuba wordt het landschap wat bergachtiger (Sierra Maestra). Tussen de stad Bayamo en Santiago de Cuba staan langs de weg tientallen grafmonumenten van gevallenen uit de onafhankelijkheidsstrijd die in 1958 in dit gebied gevoerd werd. Ook valt het op dat in de stadjes in deze omgeving het openbaar vervoer veel met paardenkoetsjes plaatsvindt. En dan koetsen met van die hoge wielen, zoals onze trouwkoetsen.
Wanneer we de stad Santiago de Cuba binnen rijden is ook hier een Plaza de la Revolución en wederom is het een immense vlakte ten behoeve van massademonstraties. Hier staat het standbeeld van Macéo, een van de belangrijkste onafhankelijkheidsstrijders uit de 19e eeuw. De ijzeren punten die uit de grond steken stellen machetes voor.
We vinden de casa die we op het oog hebben vrij snel, maar daar is geen plaats voor ons (het is nog geen enkele keer meteen gelukt). Evenals de vorige keren brengt de eigenaar ons naar een andere casa. Deze zit in een raar pand met marmeren trappen en dan een smal ijzeren wenteltrapje.
Maar de casa ligt wel om de hoek van Parque Céspedes, het hart van de stad. Dit plein is het eerste dat door de Spanjaarden werd aangelegd.
Hoewel het de naam parque heeft, is het eigenlijk een plein met een paar boompjes en omgeven door historische gebouwen: de kathedraal, het museum, het stadhuis en het Casa de la Cultura. Na een drankje lopen we verder, maar dan volgt een stortbui. Terwijl we schuilen komen we in gesprek met een Cubaan die behoorlijk Nederlands spreekt; zijn zus is getrouwd met een Nederlander en woont in Groningen. Hij wijst ons een restaurantje voor vanavond.
In het begin van de avond zoeken we dat restaurantje op. De keuze op het menu is beperkt: garnalen of kreeft, want de rest is op. Mijn mojito komt na ruim een half uur (ik geloof dat de muntblaadjes op waren). Het is allemaal niet geweldig. Na afloop gaan we nog wat drinken in Hotel Casa Grande, waar een bandje speelt en er gedanst wordt door de meest zonderlinge figuren. We vermaken ons er prima.
Dag 16 – vrijdag 18 november
SANTIAGO DE CUBA (1)
Vanwege de warmte hebben we wat vroeger ontbeten en lopen om half negen al buiten. Jan heeft inmiddels geconstateerd dat de eerste paar letters van 'Carens', het naamplaatje op de auto, gesloopt zijn. We maken een wandeling door de stad langs de meest interessante gebouwen en pleinen. Lange rijen wachtende mensen bij banken, bakkers en in iets mindere mate bij andere winkels.
In de winkels zelf is weinig te krijgen. We bezoeken het Museo del Carnaval, en hoewel onze reisgidsen anders beweren stelt het wat ons betreft weinig voor en vinden we het absoluut de moeite niet waard.
De temperatuur is inmiddels opgelopen tot flink boven de dertig graden. Bij Parque Céspedes horen we gezang vanuit het Casa de la Cultura komen. In de hal staat een koor van zo'n twintig mannen en vrouwen te zingen en dat doen ze grandioos: a capella, heel zuiver, met duidelijk plezier en met een zeer vakkundige maar ook piepjonge dirigent. Het klinkt echt wondermooi. Als zij een cd te koop hadden was die zeker door ons gekocht. Het is echt geweldig: een cadeautje, want je loopt er zomaar tegenaan!
Wat later komen we bij het vestingwerk dat het Balcón de Velázquez wordt genoemd. Het werd in de 16e eeuw gebouwd als uitkijkpost om inkomende schepen te observeren en was oorspronkelijk uitgerust met een aantal kanonnen, gericht op de baai. Verderop ligt de wijk Tivoli, met steil aflopende straatjes naar de baai. Belangrijk punt is de Padre Pico Escalinata, een trap van meer dan vijftig treden die het lage met het hoge deel verbindt.
Als we de meeste bekende plekjes gezien hebben zijn we toe aan de lunch. We besluiten dan om nog een extra nacht in Santiago de Cuba te blijven, aangezien de weerberichten vertellen dat het in Baracoa, ons volgende doel, de komende dagen alleen maar zal regenen. Dus blijven we wat langer om van het mooie weer te kunnen genieten.
Na een korte rustpauze rijden we naar El Cobre, ongeveer 20 km ten Westen van Santiago de Cuba. Dat wil zeggen eerst kilometers de verkeerde kant op, maar uiteindelijk vinden we de kerk. In het dorpje Cobre komen de gelovigen voor het Santuario Nacional a Nuestra Señora de la Caridad de El Cobre (nationaal heiligdom van onze lieve vrouw van barmharigheid van El Cobre).
Dit is de basiliek waar het originele beeld van de Zwarte Maagd wordt bewaard. De kerk, die zich vlak bij een nog functionerende kopermijn (cobre!) bevindt, is voor veel Cubanen een bedevaartsoord, waarbij het beeld van de zwarte Madonna centraal staat. Dit beeld is aangekleed met een kostbaar gewaad vol met diamanten, robijnen en smaragden. In de basiliek kun je een wens doen en als de wens uitkomt kom je later terug om een offer te brengen Ook zou de maagd wonderen verrichten en zieken genezen. Cubanen laten hier voor de maagd de meest wonderlijke dankbetuigingen achter voor bewezen diensten. De maagd van El Cobre werd in 1916 uitgeroepen tot beschermvrouwe van Cuba en de kerk wordt bezocht door pelgrims uit het hele land.
Legende van de maagd van El Cobre
In 1606 kwamen drie mannen in de baai van Nipes in een storm terecht. Vlak voordat hun boot kapseisde verscheen er een plank met een beeld van de mulatta-maagd met het Jezuskind en een tekst die luidde: "Yo soy la Virgen de la Caridad" (Ik ben de maagd van barmhartigheid). De plank was kurkdroog toen deze uit zee werd opgevist en de golven kwamen tot bedaren. De mannen namen het beeld mee naar de mijn van El Cobre, waar later een basiliek werd gebouwd.
Als de auto geparkeerd is constateert Jan, voor de zoveelste keer deze vakantie, een vrijwel platte achterband. Thijs en Jan moeten nu, onder grote belangstelling en met de nodige raadgevingen, de band verwisselen. Elly en ik gaan de kerk in. Weer een enorme flop: de kerk staat van voor tot achter vol steigers (naar later blijkt omdat in het voorjaar van 2012 de paus de kerk zal bezoeken). Aan de achterkant van het altaar kun je de beroemde madonna zien. De drommen pelgrims die er altijd zouden moeten zijn kunnen wij niet vinden. Op een bord wordt in het Spaans aangegeven dat er niet gefotografeerd mag worden, maar dát begrijpen we even niet. We hebben het hele eind dus eigenlijk voor niets gereden. Weer terug in Santiago gaan Thijs en Jan, samen met de eigenaar van de casa, eerst naar een bedrijf wat de band kan maken. Helaas, het is vier uur geweest, dus (hoezo, dus?) gesloten. Morgen maar weer proberen. Nu eerst wat drinken. Wanneer Jan later de auto op de parkeerplaats voor de casa wil zetten krijgt hij de auto niet aan de praat: de accuklem blijkt niet betrouwbaar, dus daar moet ook naar gekeken worden.
De stad is ontzettend lawaaiig en de autobussen en vrachtwagens braken enorme wolken zwarte damp uit. Eigenlijk hebben we nu wel genoeg steden gezien, we zijn er klaar mee. Misschien is het wel beter om, geheel tegen onze gewoonte in, een paar dagen de zee op te gaan zoeken.
In een groot restaurant, niet zo gezellig en ook nog veel te duur, eten we 's avonds wat we al weken eten: vis of kip met rijst, rauwe niet aangemaakte groenten en bananenchips.
Dag 17 – zaterdag 19 november
SANTIAGO DE CUBA (2)
Voor de verandering ontbijten we vanmorgen in het naburige hotel. Hierna gaan Jan en Thijs de auto weer eens laten repareren en Elly probeert ergens wat water en droge hartige biscuitjes te kopen. Terwijl ik in het park op iedereen wacht zie ik een schitterende 'old lady in red' zitten. Later wordt haar door een paar jonge mannen ingefluisterd dat ze mij om zeep moet vragen.
We hebben afgesproken vandaag naar Playa Blanca te gaan, een aantal kilometers ten Westen van Santiago. Om vanuit de stad de juiste uitvalsweg te vinden is al een crime, maar eenmaal langs de kust vinden we het strand niet en de weg wordt steeds slechter. Uiteindelijk besluiten we dit plan te laten varen en draaien om. We passeren Castillo del Morro San Pedro de la Roca, kortweg El Morro, en gaan dit bekijken. Het is een Spaans fort waarin nu een museum over de geschiedenis van de piraterij is gevestigd. Het is een imposante vesting uit de eerste helft van de 17e eeuw met mooi uitzicht op de baai.
En dit is nu eens een bezienswaardigheid die ècht wat om het lijf heeft. We bekijken het dan ook uitgebreid. In het museum treffen we zelfs de beeltenis van onze eigen Piet Hein aan (links boven op foto).
Dichtbij het fort ligt een hotel en hier mogen we gebruik maken van het zwembad. Eigenlijk is alles prima, alleen wordt de muziek gedraaid door twee jongens die de volumeknoppen maximaal opendraaien. De Cubaanse gasten lijken die herrie wel gezellig te vinden. We spelen een spelletje Yathzee en rijden in de namiddag weer naar de stad. Bij onze stamkroeg (nou ja... behoorlijk 4-sterren hotel) Casa Grande drinken we wat.
's Avonds speelt er in het Parque Céspedes een orkestje populair klassieke muziek. Erg leuk zoals iedereen op het plein van de muziek geniet. Sommige kinderen lijken bijna in trance en een meisje staat ernstig de dirigent te imiteren.
We eten in een paladar heel erg lekker en na afloop zitten we, net als de Cubanen, nog even op het pleintje.
Dag 18 – zondag 20 november
SANTIAGO DE CUBA via Cueto en Holguin > VILLA DON LINO
Bij het vertrek uit Santiago de Cuba is het weer lastig om de stad uit te komen met al dat eenrichtingsverkeer. Uiteindelijk belanden we toch op de autopista, waar paard en wagens weer alom aanwezig zijn en er een verkeersbord staat, dat waarschuwt voor overstekende kinderen! We rijden richting Holguin, want we willen naar de kust boven deze plaats. Onderweg maken we een ommetje naar het plaatsje Cueto, dat in Elly's boek staat aangeprezen. Van de veelbelovende beschrijving klopt geen snars, maar er is wel feest in het stadje. Bier wordt uit grote ijzeren drums getapt en je ziet er vreemde lekkernijen: bijv. uitgebakken varkenshuid in een hoorntje; op een afstand net een ijsje.
En dan is er een piepkleine kermis van zegge en schrijve twee attracties en die zo roestig zijn dat ze bijna uit elkaar vallen. Iedereen heeft de grootste lol.
Wanneer we Holguin binnen rijden zien we vrijwel meteen het Monumento al Guerrilleo Heróico Ernesto Che Guevara. Het is een sculptuur met drie panelen waarin het silhouet van Guevara die aankomt, voorwaarts gaat en weer weggaat. Het drieluik staat symbool voor Guevara's revolutionaire invloed, voor zijn persoonlijkheid en voor zijn blijvende nalatenschap. Ik zou het niet kunnen verzinnen!
We rijden verder naar de kust aan de noordkant van het eiland en vinden zonder noemenswaardige problemen een hotel met huisjes voor een schappelijke prijs, Villa Don Lino. Het is geen vier- of vijfsterren resort zoals elders langs de kust, maar het heeft strand en zee en een lekker zwembad. Hier moeten we het de laatste paar dagen wel uit kunnen houden.
Het avondeten is minimaal. De verklaring die hiervoor gegeven wordt is dat vanwege de zondag er niets te krijgen is en ook het personeel afwezig is. Het komt niet erg professioneel over! 's Avonds spelen we Yathzee.
Dag 19 – maandag 21 november
VILLA DON LINO (1)
Als we om acht uur voor het ontbijt komen blijken we te vroeg te zijn. Maar uiteindelijk krijgen we ons eten toch. Er zijn nauwelijks gasten en we vragen ons af waarom er gisteren zo bedenkelijk gekeken en zo moeilijk gedaan werd over vrije kamers. Na het ontbijt zoeken we het strand op. Op een stel met een kind na zijn we alleen. Ligbedje, parasolletje, zon, zee en strand: wat wil een mens nog meer? Het waait stevig dus de bladzijden van ons boek slaan spontaan om; zelfs dat hoeven we niet te doen! Ondanks de harde wind is het absoluut niet koud. Helaas is de zee te ruw om in te zwemmen. Behalve met lezen en puzzelen vermaken we ons ook met het zoeken langs de vloedlijn naar mooie dingetjes zoals aparte schelpen, koraal, enz.
We nemen ruim de tijd voor de lunch en vermaken ons 's middags in en rond het zwembad, waar het douchewater uit de poten van een krab komt.
's Avonds spelen we weer zes rijtjes met de dobbelstenen en ik overtref mezelf: vier keer Yathzee! Desondanks wint Elly en dat is zuur!
Dag 20 – dinsdag 22 november
VILLA DON LINO (2)
Het waait erg hard en het stortregent. Het water van het balkon sijpelt de kamer in, want er is geen drempel onder de balkondeur gemaakt. Het serveren van het ontbijt is bijna een klucht. Stel het je voor: twee tafeltjes met gasten. Het eerste half uur gebeurt er helemaal niets. Dan wordt de bestelling opgenomen. De zeer vriendelijke dienster loopt als een kip zonder kop heen en weer. Waarschijnlijk omdat ik de enige ben die geen omelet wil loopt alles anders. Een half uur nadat de anderen hun omelet hebben krijg ik een schaaltje fruit en kamillethee in een soepkop. Ik kan me niet herinneren dit besteld te hebben. Na ruim een uur en een kwartier krijg ik vier geroosterde boterhammen. Geen boter, geen bestek. En als we uiteindelijk allemaal gegeten hebben komt ze nog met een groot bord met uitgebakken spek en vier kroketten! Ondertussen dweilt een andere vrouw steeds maar weer hetzelfde stukje vloer. En aangezien het nog steeds regent, blijft ze dus dweilen. Het is niet te geloven! Het zonnetje komt weer door, dus toch maar naar het strand. Wat moet je anders. In het begin van de ochtend gaat het nog, maar dan wordt het wisselvallig: strand – schuilen in de bar – zwembad – rennen naar de bar – zwembad, enz enz.
Zo zachtjesaan begint dit leventje van niets doen Jan en mij ontzettend te vervelen. Maar omdat er geen doorgaande weg langs de kust loopt zouden we voor het vissersplaatsje verderop eerst helemaal terug moeten naar Holguin en dan weer naar de kust moeten rijden. Geen optie dus. En tot overmaat van ramp is Thijs ook nog ziek geworden.
Dag 21 – woensdag 23 november
VILLA DON LINO via Holguin > HAVANA
Het wordt weer een mooie dag (wat weer betreft). We moeten om twee uur van de kamer af, maar kunnen daarna nog maximaal twee uur blijven, zodat we de tijd naar het vliegveld enigszins kunnen overbruggen. Het hangen en niksen komt ons nu echt de keel uit en ik ben blij dat we vanavond naar Havana vliegen.
Na de lunch rekenen we af, brengen de sleutel weg en omdat alles al in de tassen zit doden we de tijd met .... jawel ... Yathzee.
Aan het eind van de middag rijden we naar het vliegveld, waar Elly en ik met de bagage worden afgezet en Jan en Thijs de auto gaan inleveren. Intussen is nu ook Elly erg verkouden en heeft ze behoorlijk last van haar holtes. Vanwege de auto zijn we wat aan de vroege kant: het is vijf uur en het vliegtuig vertrekt volgens ons e-ticket om half acht.
Om zeven uur wordt de bagage ingecheckt, maar er is nog geen vliegtuig te bekennen. De uren verstrijken. Dan komt er een vliegtuig waarvan de passagiers voor Santiago bij de Havana-gangers worden gestald. En opnieuw een lange tijd wachten in een overvolle wachtruimte, waar ook nog twee enorme televisietoestellen op het hoogste volume schetteren. Uiteindelijk mogen we met z'n allen in het toestel. Chaos alom! Er wordt weer gefouilleerd, handbagage wordt weer gecontroleerd, terwijl we toch al door de controle geweest waren. Dan vliegen we eerst naar Santiago de Cuba. Allemaal eruit en er weer in. Uiteindelijk komen we toch in Havana. En dan de laatste beproeving: eindeloos wachten op de bagage. Tot slot met de taxi naar de stad. We hadden gedacht 's avonds rond tien uur bij onze casa aan te komen. Het is echter half vier in de ochtend (!) als we de mensen uit hun bed bellen.
Dag 22 – donderdag 24 november
HAVANA voor de laatste keer
We hebben toch nog wat geslapen en lopen halverwege de ochtend voor de laatste keer door oud Havana.
We gaan op zoek naar neusdruppels voor Elly. Tevergeefs. Maar we belanden uiteindelijk bij de grote oude museumapotheek die nog wel gewoon in gebruik is. Hier verkopen ze Elly een zakje met verschillende gedroogde kruiden, die ze als pruimtabak moet kauwen. We zijn allemaal wat sceptisch, maar het lijkt te helpen.
Bij Hotel Inglaterra een stop voor een drankje. Niet ver hier vandaan bevindt zich het Edificio Bacardi. Het is een mooi art-decogebouw van twaalf verdiepingen versierd met glanzend rood graniet en geglazuurd terracotta. Bovenop staat de beroemde vleermuis, handelsmerk van de Bacardi-rum. De beroemde en vooral rijke rumfabrikanten zijn niet meer actief op Cuba. Voor 1 CUC mogen we met de ouderwetse lift naar het dakterras, waar een paar kistjes staan waar we op kunnen klimmen om Havana onder ons te zien liggen. Het is een beetje een lachwekkende vertoning.
We lopen nog één keer langs de bekende plekjes en eten een sandwich tonijn bij café O'Reilly en drinken er onze allerlaatste mojito.
Om de vakantie op gepaste wijze af te sluiten bestellen we op de Plaza Vieja, op het terras van de bierbrouwer, een 'paal bier'. Nog nooit in een vakantie zo veel biertjes en drankjes met rum erin gedronken en vaak ook nog vóór het middaguur! De lezers van dit verslag moeten wel haast denken dat we zware alcoholisten zijn!
Daarna zoeken we het restaurantje van de vorige keer op en eten redelijk vroeg want het wordt, al weer, een korte nacht.
Dag 23 – vrijdag 25 november
HAVANA via Toronto > LONDEN
Om vier uur in de ochtend opstaan, want de taxi is voor half vijf besteld. De casa-eigenaar zit tollend van de slaap op de taxi te wachten. Dit is dus al de tweede nacht op rij dat hij er voor ons zo vroeg uit moet. Het regent pijpenstelen en het ziet er niet naar uit dat het beter gaat worden. Een uitgelezen dag om te vertrekken. We realiseren ons dat we gisteren, onze laatste dag, enorm geboft hebben met het weer. De incheckbalie van Canadian Air is nog gesloten en er staat al een enorme rij: eindeloos wachten. Maar dan verloopt alles vlot.
Om elf uur in de ochtend, plaatselijke tijd, landen we op het vliegveld van Toronto, waar we ruim zeven uur overstaptijd hebben. Elly en Thijs gaan dan naar Toronto-stad. Omdat wij niet warm genoeg gekleed zijn, plus onze slechte ervaring van jaren geleden in Bangkok nog vers in het geheugen, besluiten wij op de luchthaven te blijven.
Dag 24 – zaterdag 26 november
LONDEN > BRUSSEL
Om even voor half zeven landen we op Heathrow bij Londen, waar we vier uur moeten wachten voor onze aansluiting met Brussel. Eerst gaan we uitgebreid ontbijten en dan op ons gemak alle winkeltjes bekijken.
Om kwart voor één landen we op Brussel. Toen Elly en Thijs hier aan het begin van hun vakantie 's nachts vertrokken konden ze het parkeerterrein voor lang-parkeren niet vinden. Dus, wilden ze het vliegtuig nog halen, zat er weinig anders op dan de auto dichterbij te parkeren. Het bedrag dat nu op het parkeerbonnetje staat wil je niet weten!
De reis naar Empe verloopt zonder oponthoud. Daar gaan onze tassen weer in de eigen auto en precies dertig uur nadat we in Havana in de taxi stapten, stappen we in Ruurlo ons huis weer binnen.
Home Reizen van Jan en Carla